ECLI:NL:GHSHE:2022:3036
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- A.J.A.M. Nieuwenhuizen
- G.P.M.F. Mols
- J.P.F. Rijken
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen voorlopige hechtenis en behandelingstermijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de voorlopige hechtenis van de verdachte was bevolen. De verdachte, die wordt verdacht van belaging en bedreiging met een misdrijf tegen het leven, had op 10 juni 2022 hoger beroep ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat er meer dan twee maanden zijn verstreken sinds de indiening van het hoger beroep, zonder dat de behandeling van de zaak had plaatsgevonden. Dit is in strijd met de vereisten van een effectieve rechtsgang zoals vastgelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.
Het hof heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.R. van de Velde, gehoord. De behandeling van de zaak is aanvankelijk aangehouden omdat de verdachte behoefte had aan een tolk. Het hof heeft geconcludeerd dat de termijn voor de behandeling van het hoger beroep niet is nageleefd, wat leidt tot de conclusie dat de voorlopige hechtenis niet langer gerechtvaardigd is. Daarom heeft het hof besloten het hoger beroep toe te wijzen, de beschikking van de rechtbank te vernietigen en de voorlopige hechtenis op te heffen.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige behandeling van rechtszaken en de bescherming van de rechten van de verdachte. Het hof heeft de beslissing op 18 augustus 2022 genomen, waarbij de voorzitter en de raadsheren unaniem tot deze conclusie zijn gekomen.