3.2Als gesteld en niet (voldoende) betwist vormen de volgende feiten voor het hof het uitgangspunt.
a. [appellanten] huren van (de rechtsvoorganger van) SKW de woning Aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning). De maandelijks aan SKW daarvoor verschuldigde huurprijs bedroeg tot 1 juli 2019 € 617,35. Vanaf 1 juli 2019 is de huurprijs verhoogd naar € 626,35 en vanaf 1 juli 2020 naar € 642,75.
[appellanten] ontvangen een bijstandsuitkering ingevolge de Participatiewet. Sociale Zaken Maastricht Heuvelland (hierna: SZMH) voert namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vaals de Participatiewet uit.
Bij besluit van 26 november 2018 heeft SZMH aan [appellanten] bijzondere (leen)bijstand van € 2.016,05 verleend voor de aflossing van een huurachterstand.
Bij e-mail van 20 november 2018 heeft SKW aan SZMH medegedeeld dat zij er mee akkoord is dat met ingang van 20 december 2018 voor de duur van minimaal vier maanden de volledige brutohuur zal worden ontvangen via SZMH.
In de daarop volgende maanden is de maandelijkse huur rechtstreeks door SZMH aan SKW betaald op basis van een door [appellanten] verstrekte machtiging.
Bij vonnis van 29 maart 2019 in zaak 7366125 CV EXPL 18-7382 heeft de kantonrechter kort gezegd:
1. [appellanten] hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan SKW van:
a. € 600,-- aan incasso- en proceskosten, af te lossen in tien maandelijkse termijnen van € 60,--,
b. de maandelijkse huurtermijnen vanaf april 2019;
2. de huurovereenkomst ontbonden en [appellanten] veroordeeld om de woning te ontruimen indien en zodra aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
- huurders zijn in gebreke met de voldoening van enige maandelijkse
aflossingstermijn van € 60,--,
- huurders zijn in gebreke met de voldoening van enige maandelijkse
huurtermijn vanaf april 2019.
Met ingang van juni 2019 heeft SZMH de betaling van de uitkering van [appellanten] stopgezet. Als gevolg daarvan heeft SZMH evenmin de huur over de maanden juni, juli en augustus 2019 voor [appellanten] aan SKW betaald.
Op 9 augustus 2019 heeft SKW het op 29 maart 2019 in zaak 7366125 CV EXPL 18-7382 gewezen vonnis aan [appellanten] doen betekenen en daarbij bevel gedaan tot:
- betaling van een bedrag van € 2.424,88 voor drie achterstallige maandhuren met bijkomende kosten,
- ontruiming van de woning.
i. Op 16 augustus 2019 hebben [appellanten] de huur over de maand augustus 2019 betaald.
Bij beslissing van 20 augustus 2019 heeft SZMH bijzondere bijstand (in de vorm van een lening) verstrekt van €1.243,70. SZMH heeft dit bedrag rechtstreeks aan SKW betaald voor de huurachterstand van de maanden juni en juli 2019.
Op 13 mei 2020 heeft SKW onder SZMH executoriaal derdenbeslag gelegd op de uitkering van [appellanten] voor een bedrag van € 371,50.