In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van [X] Holding B.V. tegen Leaseplan Nederland N.V. De zaak betreft de betwisting van de handtekening onder een onderhandse akte die betrekking heeft op leaseovereenkomsten voor een SEAT Ateca en een Fiat Doblo. Leaseplan vordert betaling van een bedrag van € 35.046,22 wegens contractueel verschuldigde vergoedingen, incassokosten en rente. Leaseplan stelt dat op 16 januari 2018 een mantelovereenkomst tot stand is gekomen, maar [appellante] betwist de ondertekening van de overeenkomsten door haar directeur.
Het hof oordeelt dat de betwisting van de handtekening pas relevant is wanneer de akte nodig is voor bewijs. Aangezien [appellante] de stellingen van Leaseplan onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken, concludeert het hof dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat Leaseplan haar vordering heeft onderbouwd. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de grieven van [appellante] af. De proceskosten in hoger beroep worden toegewezen aan Leaseplan.