Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 24 augustus 2020 te Maastricht elektriciteit, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [bedrijf] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.
hij op 24 augustus 2020 te Maastricht opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan de [adres 2] ) een hoeveelheid van 162 hennepplanten, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
hij op 24 augustus 2020 te Maastricht elektriciteit die toebehoorde aan [bedrijf] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
transporteert en distribueert energie naar particulieren en bedrijven, waaronder naar de contractant van pand [adres 2] .
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van [bedrijf] en de installaties in de meterkast van het genoemde pand heeft de fraude-inspecteur het volgende vastgesteld:
Het onder 2 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) weken;
6 (zes) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
vordering van de benadeelde partij [bedrijf]
€ 775,58 (zevenhonderdvijfenzeventig euro en achtenvijftig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€ 775,58 (zevenhonderdvijfenzeventig euro en achtenvijftig cent)als vergoeding voor
materiële schade,
vermeerderdmet de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
duur van de gijzelingop ten hoogste
15 (vijftien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op;
aanvangsdatumvan de
wettelijke rentevoor de materiële schade op 24 augustus 2020.