Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het V-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder van 26 juli 2022;
- het V-formulier van de advocaat van de moeder van 2 augustus 2022.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2006, die sinds 23 juni 2020 onder toezicht staat van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI). De moeder van de minderjarige heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Limburg, die de ondertoezichtstelling had verlengd tot 23 juni 2023, te vernietigen. De moeder stelt dat de ondertoezichtstelling niet langer noodzakelijk is, omdat de minderjarige goed functioneert en weer bij haar woont. De GI daarentegen betoogt dat de ondertoezichtstelling nog steeds noodzakelijk is, gezien de recente terugplaatsing van de minderjarige en de aanhoudende problemen die zij ervaart.
Tijdens de mondelinge behandeling op 4 augustus 2022 is de minderjarige gehoord, en het hof heeft kennisgenomen van de relevante processtukken. Het hof overweegt dat, hoewel er positieve ontwikkelingen zijn, de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn. De minderjarige heeft in het verleden te maken gehad met hechtingsproblematiek, een laag zelfbeeld en sociale angsten. De moeder heeft stappen gezet in haar ontwikkeling, maar gezien haar wisselende houding ten opzichte van hulpverlening en de kwetsbaarheid van de minderjarige, is het hof van oordeel dat de ondertoezichtstelling moet worden voortgezet.
Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en compenseert de proceskosten tussen partijen. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij de continuïteit van de hulpverlening en de stabiliteit van haar situatie voorop staan.