Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.de vennootschap onder firmaTimmer- en Aannemersbedrijf [[--]] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[appellant 2] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellant 3] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellant 4] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 12 januari 2021;
- het proces-verbaal van het op 18 mei 2021 gehouden getuigenverhoor;
- het proces-verbaal van het op 2 september 2021 gehouden tegengetuigenverhoor;
- de memorie na enquête van [geïntimeerde] ;
- de antwoordmemorie na enquête van [appellanten]
6.De verdere beoordeling
€ 3.899,10 (€ 4.332,33 min 10%) dient te betalen.
U wijst mij op mijn verklaring in het procesdossier van 7 maart 2018. Dat is een e-mailbericht van mij aan [geïntimeerde] . (…) Ik blijf bij die verklaring.
(…) Ik heb hem een kans geboden om bij ons te beginnen.
Graag ontvang ik de resultaten van het jaar 2009 t/m 2012 met daarbij de afgesproken fee die met [appellant 4] heb afgesproken. Deze kan ik dan inhoudelijk met mijn adviseur bespreken wat het verstandigste is op welke manier en tijdstip deze te verzilveren.”
verzilveren van de winstuitkering” blijkt eveneens dat de winstuitkering ziet op de op de periode vanaf 2010.
U heeft aangegeven dat de fee dan wel winstuitkering vanaf 2010 keurig in de boeken is verwerkt en mijn client zich geen zorgen hoeft te maken over dit gereserveerde bedrag en de nakoming van deze afspraak”.
Loon/beloning en extra gedurende periode 1-1-2013 tot overname datum ca 1-1-2017”, heeft volgens [geïntimeerde] betrekking op de fiscaal gunstige constructie (een regeling tot een geruisloze overgang, een volledige BV-structuur, en verschillende vof’s passeerden de revue) die mogelijk vanaf aanvang van het nieuwe jaar (1-1-2013) zou kunnen worden opgezet en heeft dus geen betrekking op de winstuitkering. Dit blijkt onder meer uit het feit dat [persoon B] spreekt over “
winstaandelen”.
Loon/beloning en extra gedurende periode 1-1-2013 tot overname datum ca 1-1-2017” betrekking heeft op een fiscaal gunstige constructie die mogelijk was vanaf 2013 en daarmee geen betrekking heeft op de winstuitkering heeft [appellanten] niet (voldoende) betwist zodat ook het hof daarvan uitgaat.
€ 2.926,90, zijnde het wettelijke tarief op basis van deze hoofdsom.
7.De uitspraak
€ 230.380,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 12 mei 2017 tot aan de dag van algehele voldoening;
€ 3.046,50 aan salaris advocaat in incidenteel hoger beroep en voor wat betreft de nakosten op € 163,00 indien geen betekening plaatsvindt, dan wel op € 248,00 vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;