ECLI:NL:GHSHE:2022:2948

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 juni 2022
Publicatiedatum
25 augustus 2022
Zaaknummer
20-002041-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor verleiding van een minderjarige tot seksuele handelingen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte was veroordeeld voor het verleiding van een minderjarige. De verdachte, een man van 54 jaar, werd beschuldigd van het opzettelijk bewegen van een 16-jarig meisje tot ontuchtige handelingen door middel van giften en beloften van geld, misbruik makend van zijn feitelijke overwicht. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden en een maatregel tot gedragsbeïnvloeding opgelegd. De verdachte ging in hoger beroep tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw onderzocht, waarbij het hof de verklaringen van het slachtoffer en de bewijsstukken, waaronder WhatsApp-berichten en banktransacties, in overweging heeft genomen. Het hof kwam tot de conclusie dat de verdachte inderdaad het tenlastegelegde had begaan en dat er sprake was van misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met de toevoeging van een maatregel tot gedragsbeïnvloeding. Tevens werd de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, tot schadevergoeding van € 3.500,00 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002041-21
Uitspraak : 17 juni 2022
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 17 augustus 2021, in de strafzaak met parketnummer 03-217441-20 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats en land van verdachte] op [geboortedag van verdachte] 1964,
volgens opgave van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte door de rechtbank ter zake van – kort en zakelijk weergegeven – verleiding van een minderjarige veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden. Voorts heeft de rechtbank aan de verdachte de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opgelegd. Tot slot heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij integraal toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Van de zijde van de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen.
De verdediging heeft primair bepleit dat het hof de verdachte zal vrijspreken van het tenlastegelegde. Subsidiair heeft de verdediging een strafmaatverweer gevoerd.
Tot slot heeft de verdediging bepleit dat het hof de vordering van de benadeelde partij zal afwijzen dan wel de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal verklaren in de vordering.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring en een andere kwalificatie komt dan de rechtbank.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste
aanleg – tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 1 februari 2019 in de gemeente Stein , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een persoon, te weten [minderjarig slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2002 , van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door giften en/of beloften van geld en/of goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten door meermalen, althans eenmaal, (telkens),
 misbruik te maken van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, bestaande uit het grote/aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [minderjarig slachtoffer] en/of
 (via WhatsApp- en/of Snapchat- en/of email gesprekken) aan die [minderjarig slachtoffer] te vragen of zij geld wilde verdienen en/of tegen die [minderjarig slachtoffer] te zeggen dat zij mooi was en/of dat hij, verdachte, van haar hield en/of dat zij geld kon krijgen als zij naaktfoto’s naar hem, verdachte, zou sturen en/of dat zij nog meer geld zou krijgen als zij met hem, verdachte, zou afspreken en/of
 (via WhatsApp en/of Snapchat en/of email) een of meer foto(’s) van briefgeld aan die [minderjarig slachtoffer] te sturen en/of
 (door middel van WhatsApp- en/of Snapchat- en/of email gesprekken) tegen die [minderjarig slachtoffer] te zeggen:
 “Je bent 16 hè, onthouden.” en/of
 “Dat geheim blijft. Wat er ook gebeurt.” en/of
 “Nooit toegeven. Jou bang maken. Gewoon je bent nooit bij mij geweest.” en/of
 “ [minderjarig slachtoffer] I love you.” en/of
 “Je bent sexy . mooi . lief. naast je zijn is leuk.” en/of
 “Heb je geld nodig?” en/of
 “Geef je bankrekening.” en/of
 “Maak je onder douch foto.” en/of
 “Plz” en/of
 “Mag onder a.u.b. ook.” en/of
 “20 Euro genoeg.” en/of
 “Word zo overgemaakt love.” en/of
 “Je bent 16 klopt. Als vriendin niet naar je leeftijd kijken. Ik wil van je houden en je helpen. Niet om seks en geld, maar je hebt het echt nodig, iemand die je kan terugvallen.” en/of
 “Hoeveel geld ligt aan je film.” en/of
 “Ik wil je zonder kleren aan zien schat.” en/of
 “Ja alleen onder open doen . kijk of regel extra geld overmaken.” en/of
 “Je komt over 5 dagen. Ik wil graag veel selfie en mooie fotos. Daarvoor krijg je ook extra.. Wat wil.je meer. Je bent mijn schatje. Ik wil liefste elke sec naar je kijken.” en/of
 een of meer geldbedrag(en) naar (de bankrekening van) die [minderjarig slachtoffer] over te maken en/of
 (door middel van WhatsApp- en/of Snapchat- en/of email gesprekken) tegen die [minderjarig slachtoffer] te zeggen dat hij, verdachte, met haar af wilde spreken voor geld en/of
 met die [minderjarig slachtoffer] af te spreken en/of die [minderjarig slachtoffer] te ontmoeten en/of die [minderjarig slachtoffer] mee te nemen naar zijn, verdachtes, woning en/of
 (in één of meer winkel(s)) tegen die [minderjarig slachtoffer] zeggen dat zij mocht kopen wat zij nodig had en/of dat zij het wisselgeld mocht houden en/of
 tegen die [minderjarig slachtoffer] te zeggen dat zij extra geld zou krijgen als zij rustig zou blijven en/of haar trui uit zou doen en/of
 na hun ontmoeting (op 1 februari 2019) aan die [minderjarig slachtoffer] geld (in totaal 120 euro) te geven,
opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
 (tong)zoenen van die [minderjarig slachtoffer] en/of
 betasten en/of strelen van en/of wrijven over en/of knijpen in de borsten en/of billen en/of vagina en/of de schaamlippen van die [minderjarig slachtoffer] en/of
 duwen en/of brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [minderjarig slachtoffer] en/of
 met zijn, verdachtes, lichaam op het lichaam van die [minderjarig slachtoffer] gaan en/of blijven liggen en/of (vervolgens) met zijn, verdachtes, penis en/of onderlichaam maken van (een) rijdende beweging(en) op/tegen de vagina en/of de billen, althans het onderlichaam van die [minderjarig slachtoffer] en/of
 vastpakken van de hand van die [minderjarig slachtoffer] en/of (vervolgens) brengen van die hand op/naar zijn, verdachtes, (stijve) penis en/of
 zich aftrekken in de aanwezigheid van die [minderjarig slachtoffer] en/of
 door die [minderjarig slachtoffer] (voor een door haar ingeschakelde camera) zich (gedeeltelijk) uitkleden en/of tonen en/of aanraken en/of betasten en/of strelen van haar (ontblote) borsten en/of billen en/of vagina en/of schaamstreek
te plegen en/of zodanige handelingen van hem, verdachte, te dulden.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
In de volgende bewijsmiddelen wordt – tenzij anders vermeld – verwezen naar dossierpagina’s van het doorgenummerde procesdossier van de Politie Eenheid Limburg, Dienst Regionale Recherche (LB), Afdeling thematische opsporing, team zeden,
proces-verbaalnummer PL2379-2019036164, sluitingsdatum 21 augustus 2020, pagina’s 1 tot en met 97, hierna te noemen politiedossier.
Alle te noemen processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2019, pagina’s 5-7 van het politiedossier, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Ik ging op 4 februari 2019 met [minderjarig slachtoffer] in gesprek. Zij vertelde mij dat zij had gehoord over de internetsite www. suikermaatje.nl . Het leek haar wel interessant om daar een profiel aan te maken, dus zij deed dit. In de biografie van dit account had zij vermeld dat zij 16 jaar was. Zij kreeg vervolgens op haar mail een bericht van [e-mailadres] . Ze hadden contact met elkaar vanaf 22 januari 2019. Ze hebben contact gehad via de mail en via Whatsapp. De persoon maakte zich bekend als een man en noemde zichzelf [voornaam] (fonetisch). Hij vroeg [minderjarig slachtoffer] of zij geld wilde verdienen en zei dat zij geld kon krijgen als ze naaktfoto's zou sturen en nog meer geld als ze zouden afspreken.
Tussen 25 en 31 januari 2019 heeft [minderjarig slachtoffer] 6 keer geld ontvangen van [voornaam] . Hij heeft 20, 10, 12, 15, 8 en 10 euro naar haar over gemaakt. Het geld werd overgemaakt naar [minderjarig slachtoffer] haar rekeningnummer. Het rekeningnummer wat de bedragen over maakte was steeds dezelfde en betrof [rekeningnummer 1] t.n.v. H.R. [verdachte] (
in combinatie gezien met bewijsmiddel 4 begrijpt het hof: hr. [verdachte]). Ik vroeg aan [minderjarig slachtoffer] wat voor een foto's zij had verstuurd en hoe zij deze had verstuurd. [minderjarig slachtoffer] vertelde dat ze meerdere foto's en filmpjes had gestuurd en dat dit bijna allemaal via Whatsapp was verstuurd. Ik vroeg [minderjarig slachtoffer] of ze mij kon vertellen of laten zien om wat voor een filmpjes het zou gaan. Zij liet mij een foto zien waarop ik twee blote borsten zag. Ik hoorde [minderjarig slachtoffer] zeggen dat dit haar borsten betroffen. Zij liet mij ook een filmpje zien waarbij gedeeltelijk haar borsten te zien zijn en daarna haar billen en een stuk van haar buik. Zowel op het filmpje als op de foto is het gezicht van [minderjarig slachtoffer] niet te zien. [minderjarig slachtoffer] vertelde dat zij als het goed is op geen enkele foto of video waarin bloot is te zien haar gezicht heeft gefotografeerd of gefilmd. Wel heeft zij naast de naaktfoto's/video's selfies verstuurd. Op deze selfies is haar gezicht te zien, maar draagt zij altijd kleding.
[minderjarig slachtoffer] heeft veel contact met [voornaam] via Whatsapp. Hij stelt voor om af te spreken en om veel geld te verdienen. [minderjarig slachtoffer] vertelde dat hij een aantal foto's heeft gestuurd waarop contant geld wordt getoond. [minderjarig slachtoffer] vertelde dat het om bedragen gaat van 400 tot wel 650 euro. Uiteindelijk besluit zij om met [voornaam] af te spreken. Ze hebben wederom via Whatsapp contact en er wordt door [minderjarig slachtoffer] afgesproken dat het een afspraak is zonder seks. [minderjarig slachtoffer] reist op vrijdag 1 februari 2019 met de trein naar
's-Hertogenbosch. Ze kwam daar rond 09.30 uur aan op het station. Daar werd zij door [voornaam] opgepikt met een busje. [minderjarig slachtoffer] vertelde dat dit een huurbusje betrof. Ik hoorde [minderjarig slachtoffer] vertellen dat zij vanaf het station nog ongeveer 1 uur en 15 minuten in het busje hebben gereden naar de buurt van waar [voornaam] woont.
[minderjarig slachtoffer] vertelde dat de woning waar zij met [voornaam] naar toe is gegaan een portiekwoning betrof. De woning van [voornaam] bevond zich op de tweede etage en aan de rechterkant als je voor het portiek stond. Zij is in de woning op de bank gaan zitten. Op een gegeven moment zei [voornaam] dat ze mee moest naar de slaapkamer. [minderjarig slachtoffer] zei dat ze dit niet wilde, maar is toch meegelopen toen hij haar bij haar arm vastpakte. Daar zijn ze op bed gaan liggen en begon [voornaam] haar te zoenen, terwijl zij dit niet wilde. [minderjarig slachtoffer] vertelde dat ze verstijfde en stil bleef liggen. Ze heeft wel meerdere keren gezegd dat ze het niet wilde, maar verzette zich niet lichamelijk. [voornaam] zat met zijn handen aan haar borsten en kruis en op een gegeven moment was het klaar. Ze zijn toen de slaapkamer weer uitgegaan en naar het winkelcentrum gegaan. [voornaam] zei tegen haar dat ze mocht kopen wat ze nodig had en zo gingen ze naar het Kruidvat en de Etos en heeft [minderjarig slachtoffer] o.a. haarspullen gekocht. Vervolgens gingen ze weer terug naar de woning van [voornaam] .
[minderjarig slachtoffer] moest opnieuw mee naar de slaapkamer. Ze gingen weer op bed liggen. [minderjarig slachtoffer] vertelde dat [voornaam] zijn kleding uit had en bloot was, maar dat zij dacht dat hij wel zijn onderbroek nog aan had. [minderjarig slachtoffer] vertelde dat hij met zijn handen in haar broek ging en haar begon te vingeren. Ik hoorde [minderjarig slachtoffer] zeggen dat [voornaam] vervolgens op haar ging liggen en op haar heen- en weer begon te bewegen. [minderjarig slachtoffer] vertelde dat zij stil bleef liggen en dat zij daarna op haar buik moest gaan liggen.
Ze vertelde dat [voornaam] met zijn buik en geslachtsdeel op haar rug en billen ging liggen en wederom heen- en weer begon te rijden en op- en neer begon te bewegen. Vervolgens is [voornaam] van haar af gegaan en heeft hij haar naar het station van Eindhoven gebracht. Vanaf daar is [minderjarig slachtoffer] naar huis gegaan. [minderjarig slachtoffer] dacht dat dit rond 14.30 uur is geweest.
Tijdens ons gesprek kon [minderjarig slachtoffer] vanaf haar telefoon veel gedetailleerde informatie geven. [minderjarig slachtoffer] vertelde dat zij nog niets had gewist en alles bewaard had. Zij kon dus alle informatie terug zoeken op haar telefoon.
[minderjarig slachtoffer] vertelde dat zij via Google maps en streetview de woning van [voornaam] had weten te achterhalen. Zij vertelde mij dat het voor honderd procent zeker om de woning ging waar zij op vrijdag 1 februari 2019 is geweest. Dit zou dan gaan om het adres [straatnaam] te Stein, portiek met de percelen 1 t/m 11 . [minderjarig slachtoffer] had al eerder verklaard dat het om een woning ging op de tweede etage aan de rechterkant.
Vervolgens heb ik via Integrale Bevraging een zoekslag gemaakt naar het adres. Door middel van het invoeren van [straatnaam] [nummer onder 11] te Stein kreeg ik de volgende gegevens uit de Gemeentelijke Basis Administratie;
[verdachte] , geboren op [geboortedag van verdachte] 1964 te [geboorteplaats en land van verdachte] .
Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden d.d. 5 februari 2019, pagina’s 8-14 van het politiedossier, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten
[verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
Informatief gesprek met: [minderjarig slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2002 , wonende te ’s-Gravenhage.
[minderjarig slachtoffer] vertelt dat ze ongeveer 10 minuten nadat ze haar account op de internetsite “ Suikermaatje.nl ” had aangemaakt via haar mail een reactie kreeg van een man genaamd [voornaam] . Dit was op 22 januari 2019. Hij had via de mail zijn mobiele telefoonnummer gegeven, waarna ze app contact met elkaar hadden. [voornaam] had gezegd dat hij wilde afspreken met [minderjarig slachtoffer] en dat ze daar geld voor kon krijgen. Hij had gezegd dat hij per afspraak tussen de 150/250 euro gaf. [minderjarig slachtoffer] had gevraagd hoe het zat met seks en zei dat ze dat niet wilde. [voornaam] had gezegd dat hij dat wel wilde en had “doei” gezegd. De volgende dag of een paar uur later had [voornaam] gezegd dat ze ook wel konden afspreken zonder dat er seks zou plaatsvinden.
[minderjarig slachtoffer] vertelt dat [voornaam] vanaf de eerste dag dat zij contact hadden met elkaar al aan
haar vroeg om foto's van haar. Zij had foto's van haar gezicht gemaakt en via de
Whatsapp verstuurd. [voornaam] had gezegd: “Nee, ga ff naar de badkamer, foto van je borst”. Hij bleef hierom smeken en zei dat [minderjarig slachtoffer] hier extra voor kreeg. [minderjarig slachtoffer] zegt dat hij hiermee bedoelde dat ze hier extra geld voor kreeg. Hij vroeg een foto zonder BH. Deze heeft [minderjarig slachtoffer] naar hem verstuurd. [minderjarig slachtoffer] zegt dat ze de eerste dag foto’s van haar ontblote borsten en van haar kont met string aan via de Whatsapp heeft verzonden naar [voornaam] . Hierna heeft ze ook foto's van haar hele naakte lichaam naar [voornaam] verzonden. Op deze foto's is haar gezicht niet te zien. Deze foto's heeft [minderjarig slachtoffer] gemaakt in de douche, badkamer en in haar slaapkamer. [minderjarig slachtoffer] zegt dat ze in totaal tussen de 7 en 9 foto's naar [voornaam] heeft verzonden. Hij heeft hier een aantal malen geld voor overgemaakt naar haar bankrekening. Dit is ongeveer 6 keer gebeurd. De eerste keer dat [voornaam] geld voor foto’s heeft overgemaakt was op 25 januari. Dit was een bedrag van 20 euro. [voornaam] vroeg haar ook om een filmpje te maken van “daar beneden”. [voornaam] zei dat het niet een heel kort filmpje moest zijn, maar ongeveer 1 minuut. [minderjarig slachtoffer] zegt dat ze dit heeft gedaan. Op dit filmpje is [minderjarig slachtoffer] haar hele naakte lichaam te zien, met uitzondering van haar hoofd. Haar vagina komt hierbij ook in beeld. [minderjarig slachtoffer] vertelt dat [voornaam] foto’s heeft gestuurd waarop briefgeld te zien was, waarmee hij wilde zeggen dat [minderjarig slachtoffer] dit kreeg als zij deed wat hij vroeg. Dit was voor haar ook de reden geweest om de foto’s en de filmpjes naar [voornaam] te sturen. [minderjarig slachtoffer] had meerdere keren om een foto van [voornaam] gevraagd, omdat ze wilde zien hoe hij eruit zag maar die kreeg ze niet. Hij heeft 1 foto gestuurd waar hij met kleding aan staat, maar zijn gezicht niet te zien staat.
[voornaam] stuurde een foto waarop geldbiljetten met een totaalbedrag van 650 euro rondom een foto van [minderjarig slachtoffer] haar gezicht lag. [minderjarig slachtoffer] maakte hieruit op dat dit geldbedrag voor haar was als ze zou komen. Dit overtuigde haar om toch met [voornaam] af te spreken. Ze maakten een afspraak voor 1 februari 2019. [voornaam] zei dat hij een busje had gehuurd waarmee hij haar zou ophalen. [voornaam] vertelde dat hij in een witte bus zat met een oranje vlak erop met de tekst: “Goedkoop huren”.
[minderjarig slachtoffer] vertelt dat ze op een gegeven moment de plaatsnaam “ Stein ” op een plaatsnaambordje ziet staan en dat ze kort hierna aankomen bij een winkelcentrum. [minderjarig slachtoffer] zegt het winkelcentrum op dat moment te herkennen aan een foto die [voornaam] eerder naar haar had gestuurd.
[minderjarig slachtoffer] vertelt dat hij haar mee nam de slaapkamer in. [minderjarig slachtoffer] vertelt dat ze in shock was. [voornaam] zei zoiets van “kom even liggen” en ging zelf op het tweepersoonsbed liggen. [minderjarig slachtoffer] zegt dat ze naast [voornaam] is gaan liggen met haar rug naar hem toe, omdat hij aandrong. [voornaam] zei : “Draai je om”. Dit deed [minderjarig slachtoffer] , waarna [voornaam] haar kusjes op haar mond gaf. Hierbij voelde [minderjarig slachtoffer] zijn tong in haar mond. Ze vertelt dat [voornaam] met zijn hand onder haar bovenkleding ging en haar borsten aanraakte. Hij wreef over haar blote borsten heen en kneep erin. [minderjarig slachtoffer] vertelt dat ze zich elke keer terug draaide, zodat ze met haar rug naar [voornaam] toe lag. [voornaam] had gezegd dat ze haar trui uit moest doen, waarop [minderjarig slachtoffer] had gezegd dat ze dat niet wilde. Ze had het toch gedaan, omdat [voornaam] zo bleef aandringen en omdat hij zei dat ze dan extra geld van hem zou krijgen. [voornaam] had zijn eigen kleding uitgedaan, behalve zijn onderbroek, waarbij hij zei: “Dan begin ik maar”. Hierna was hij achter [minderjarig slachtoffer] gaan zitten. [voornaam] maakte haar bh los. [minderjarig slachtoffer] zegt dat ze zich heel erg klote voelde. Ze kon niet wegrennen, omdat ze zo ver van huis was. [minderjarig slachtoffer] had tegen [voornaam] gezegd: “Dit was niet de afspraak”. [voornaam] had zoiets gezegd: “Ja maar het hoort er gewoon bij.” [minderjarig slachtoffer] vertelt dat [voornaam] haar bh had uitgedaan en ze haar handen weer voor haar borsten hield. [voornaam] had haar weer op bed laten liggen en [minderjarig slachtoffer] draaide haar rug naar hem toe. [voornaam] pakte haar hand en draaide haar op die manier op haar rug. Hij deed [minderjarig slachtoffer] haar hand in zijn onderbroek en zei tegen [minderjarig slachtoffer] : “Ga er maar mee spelen.” [minderjarig slachtoffer] vertelt dat ze een stijve voelde en haar hand helemaal stil hield, waarna ze haar hand wegtrok. Dit gebeurde een aantal keren. [minderjarig slachtoffer] vertelt dat [voornaam] haar hand 1 keer op zijn stijve op zijn onderbroek had gelegd en haar hand 3 keer op zijn stijve in zijn onderbroek had gelegd. Ze had toen haar hand weggetrokken. Hierna had [voornaam] de knoop en rits van [minderjarig slachtoffer] haar spijkerbroek losgemaakt, waarna hij met zijn hand in haar string ging en over haar clitoris en vagina heen wreef. Tussendoor trok [voornaam] zichzelf af en toe af. Het stopte toen [voornaam] zei : “Heel goed dat je hebt toegelaten, ben trots op je, goed gedaan”, waarna hij stopt met wrijven. [voornaam] zei: “Kleed je maar aan, we gaan even winkelen”. Hierna waren ze samen naar de Etos en het Kruidvat gegaan. [voornaam] had gezegd dat ze mocht pakken wat ze wilde. [voornaam] had haar 20 euro gegeven waarmee ze had betaald. Het wisselgeld, 12 euro mocht ze houden. Daarna waren ze weer naar zijn huis gegaan.
In zijn huis zei [minderjarig slachtoffer] dat het tijd was om naar het station te gaan, maar [voornaam] had gezegd: “Nog ff 10 minuutjes”. Hierna had hij [minderjarig slachtoffer] haar hand gepakt en had hij haar weer naar de slaapkamer meegenomen. Hij zei dat ze haar bovenkleding uit moest doen. [minderjarig slachtoffer] vertelt dat ze op de rand van het bed bleef zitten en dat [voornaam] zijn kleren behalve zijn onderbroek had uitgedaan. [voornaam] voelde aan haar borsten en maakte de knoop van haar broek open. Hierna trok hij haar weer naar achteren, zodat ze op haar rug op bed lag. [minderjarig slachtoffer] zegt dat [voornaam] toen weer in haar broek ging en over haar clitoris en vagina wreef. Ook pakte hij [minderjarig slachtoffer] haar hand en legde deze op zijn stijve in zijn onderbroek maar [minderjarig slachtoffer] hield haar hand stil. [voornaam] trok hierna [minderjarig slachtoffer] haar spijkerbroek omlaag tot haar knieën, waarna [voornaam] op haar kwam liggen. [minderjarig slachtoffer] vertelt dat ze zijn stijve geslachtsdeel tegen haar vagina aan voelde wrijven. Hierna zei [voornaam] dat [minderjarig slachtoffer] op haar buik op het bed moest liggen. [minderjarig slachtoffer] zegt dat ze voelde dat [voornaam] met zijn hele lichaam op haar kwam liggen. Ze voelde zijn stijve tegen haar billen aanrijden. Het stopte toen [voornaam] opstond. Hierna hadden ze zich aangekleed en waren ze naar het station gegaan. [voornaam] had [minderjarig slachtoffer] 2 briefjes van 50 euro gegeven. Onderweg naar het station hadden ze nog getankt. Na het tanken had [voornaam] [minderjarig slachtoffer] nog een briefje van 20 euro gegeven.
De mobiele telefoon van [minderjarig slachtoffer] , een iPhone, werd ten behoeve van het onderzoek in beslag genomen.
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 17 februari 2019, pagina’s 22-30, van het politiedossier, voor zover inhoudende, als verklaring van [minderjarig slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2002 , wonende te ‘s-Gravenhage :
Wat weet je van [voornaam] ?
Hij sprak gebrekkig Nederlands en hij vertelde dat hij al 30 jaar in Nederland woonde. Hij zei dat hij in Groningen had gewoond.
Toen trok hij mij aan mijn arm en hij trok me naar de slaapkamer. Hij zei: “Nog even 10 minuutjes”. Hij zei dat ik mijn shirt en trui, alles uit moest doen. Dat deed ik en ik lag met mijn broek en onderbroek aan naast hem op bed. Toen had hij mijn broek tot iets over mijn heupen uitgetrokken. Ik zei dat ik dat niet wilde. Ik zei: “Nee”. Mijn string was wel nog aan. Hij probeerde weer met zijn hand erin te komen. Voor zover ik weet is alleen een klein stukje van zijn vinger in mijn vagina gekomen. Zo voelde het.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2020, pagina’s 74-75 van het politiedossier, voor zover inhoudende, als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
In het lopende onderzoek, van slachtoffer/aangeefster [minderjarig slachtoffer] i.v.m. verleiden van een minderjarige tot seksuele handelingen, heb ik onderzoek gedaan naar het rekeningnummer van [minderjarig slachtoffer] . De bankgegevens zijn opgevraagd door middel van een vordering verstrekking historische financiële gegevens bij de ING.
In de telefoon van [minderjarig slachtoffer] staat ook de Whatsapp conversatie tussen [voornaam] en [minderjarig slachtoffer] . Hierin geeft [minderjarig slachtoffer] op verzoek van deze [voornaam] haar rekeningnummer. De afschriften van dit rekeningnummer [rekeningnummer 2]
van [minderjarig slachtoffer] , zijn door mij onderzocht.
Hierin heb ik de volgende relevante transacties onderzocht:
Op 31 januari 2019: Hr [verdachte] // IBAN: [rekeningnummer 1] 10,00 EUR
Op 30 januari 2019: Hr [verdachte] // IBAN: [rekeningnummer 1] 8,00 EUR
Op 28 januari 2019: Hr [verdachte] // IBAN: [rekeningnummer 1] 15,00 EUR
Op 28 januari 2019: Hr [verdachte] // IBAN: [rekeningnummer 1] 12,00 EUR
Op 28 januari 2019: Hr [verdachte] // IBAN: [rekeningnummer 1] 10,00 EUR
Op 25 januari 2019: Hr [verdachte] // IBAN: [rekeningnummer 1] 20,00 EUR
Het zijn transacties van Hr. [verdachte] aan [minderjarig slachtoffer] . Bij alle 6 de
transacties wordt geen beschrijving gegeven.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juni 2020, pagina’s 70-72 van het politiedossier, voor zover inhoudende, als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
In het lopende onderzoek, van slachtoffer/aangeefster [minderjarig slachtoffer] i.v.m. verleiden van een minderjarige tot seksuele handelingen, heb ik onderzoek gedaan in de telefoon van [minderjarig slachtoffer] .
Het telefoonnummer van [voornaam] welke bij [minderjarig slachtoffer] bekend is, is [telefoonnummer] .
De Whatsapp conversatie begin op 23 januari 2019 om 13:52 uur.
23-1-2019 22:29 [voornaam] : “Je bent 16 hè, onthouden.”
23-1-2019 22:29 [minderjarig slachtoffer] : “Wat zeg je hiermee?”
23-1-2019 22:30 [voornaam] : “Dat geheim blijft.”
23-1-2019 22:30 [voornaam] : “Wat er ook gebeurt.”
23-1-2019 22:31 [voornaam] : “Nooit toe geven. Jou bang maken. Gewoon je bent nooit bij mij geweest”.
25-1-2019 09:59 [voornaam] : “Heb je geld nodig?”
25-1-2019 09:59 [voornaam] : “Geef je bankrekening.”
25-1-2019 10:12 [minderjarig slachtoffer] : “Dit is mijn rekeningnummer.”
25-1-2019 10:12 [minderjarig slachtoffer] : “ [rekeningnummer 2] ”
25-1-2019 10:20 [voornaam] : “Maak je onder douch foto.”
25-1-2019 10:20 [voornaam] : “Plz”
25-1-2019 10:20 [voornaam] : “20 euro genoeg.”
25-1-2019 10:25 [voornaam] : “Je bent 16 klopt. Als vriendin niet naar je leeftijd kijken. Ik wil van je houden en je helpen. Niet om seks en geld, maar je hebt het echt nodig, iemand die je kan terug vallen.”
25-1-2019 10:26 [minderjarig slachtoffer] : “26f3b4a2-335e-4bba-9eca-dl879fb7a5cf.jpg”
Opmerking verbalisanten: Dit is een foto waarbij van dichtbij twee vrouwen/meisjes borsten zijn te zien. Op de achtergrond van de foto zijn badkamertegels te zien.
25-1-2019 10:26 [voornaam] : “(hartje hartje hartje)”
25-1-2019 10:27 [voornaam] : “Mag onder aub ook.”
25-1-2019 10:28 [voornaam] : “Je bent sexy. mooi. lief. naast je zijn is leuk.”
25-1-2019 10:28 [voornaam] : “Word zo overgemaakt love.”
27-1-2019 08:03 [voornaam] : “Je komt over 5 dagen. Ik wil graag veel selfie en mooie fotos. Daarvoor krijg je ook extra. Wat wil je meer. Je bent mijn schatje. Ik wil liefste elke sec naar je kijken.”
27-1-2019 08:05 [voornaam] : “Aub”. a7293994-a371-4ead-98a0-ca8796d57885.jpg
Opmerking verbalisanten: Dit is een foto waarop van dichtbij geld te zien. In totaal 9 briefjes van 50,- en 2 briefjes van 20,-. (490,- euro)
27-1-2019 08:05 [minderjarig slachtoffer] : “Dat is echt veel.”
27-1-2019 08:06 [voornaam] : “Nee 640 euro.”
27-1-2019 08:06 [minderjarig slachtoffer] : “Zoveeel.”
27-1-2019 08:08 [voornaam] : “Ja voor je wel. Ik dacht je kwam. Had uk gepind.”
27-1-2019 08:33 [voornaam] : “ [minderjarig slachtoffer] i love you (hartje).”
27- 1-2019 09:56 [voornaam] : “HAHHAH (hartje) verveel me.”
6b5ble3b-1157-49eb-b32c-02cb62849434.jpg
Opmerking verbalisanten: Op deze foto zijn vier briefjes van 50 euro om een foto van de voor mij ambtshalve bekende. [minderjarig slachtoffer] gelegd.
28-1-2019 20:49 [voornaam] : “Hoeveel geld. Ligt aan je film.”
28-1-2019 20:49 [voornaam] : “Ik wil je zonder kleren aan zien schat (hartje).”
28-1-2019 20:50 [voornaam] : “Ja alleen onder open doen. kijk of regel extra geld overmaken.”
28-1-2019 22:03 [voornaam] : “Druk bij jou. Nog geen tijd voor film loveee.”
28-1-2019 22:04 [minderjarig slachtoffer] : e43a2761-c937-4e48-b9e9-88967816bdl8.mp4
Opmerking verbalisanten: Dit videobestand duurt 1 minuut 7 seconden en hierop is een bovenlijf te zien van een jonge vrouw met handdoek voor. De handdoek verdwijnt en de borsten van een jongen vrouw zijn zichtbaar. Na enkele seconden gaat de camera naar beneden en filmt de schaamstreek. Een hand vermoedelijk van de vrouw zelf streelt de schaamstreek en de vagina. Er wordt niets gezegd.
De eigen waarnemingen van het hof inhoudende:
Het hof neemt op de door [minderjarig slachtoffer] getekende plattegrond van de woning van “ [voornaam] ” (pagina 16 van het politiedossier) het volgende waar.
Gezien vanaf de voordeur bevinden zich links in de hal eerst een gesloten deur en daarnaast een deur van de slaapkamer. Recht tegenover de ingang van de woning is de deur naar de woonkamer getekend. Aan de rechterkant van de hal zijn twee deuren getekend, waarvan één deur toegang tot de keuken biedt. De badkamer is eveneens apart gelegen, waarbij de badkamerdeur zich niet in de hal bevindt, maar helemaal aan de rechterkant van de woning, gezien vanaf de voordeur, voorbij de keuken.
De eigen waarnemingen van het hof inhoudende:
Het hof heeft ter terechtzitting in hoger beroep op 3 juni 2022 waargenomen dat de verdachte “gebrekkig”, althans niet accentloos, Nederlands spreekt.
Het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg op 3 augustus 2021, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
De bedragen zijn van mijn bankrekening overgemaakt. Het klopt dat ik destijds in Stein woonde.
Als men door de voordeur komt is links een slaapkamer en rechts is de meterkast. Dan is vervolgens de tweede slaapkamer links en rechts is de woonkamer. De douche en keuken zijn apart.
Ik ben opgegroeid in [geboorteland] . Ik woon sinds 1990 in Nederland.
Een ander geschrift, te weten een de verdachte betreffend Informatiestaat SKDB-persoon d.d. 24 maart 2022, voor zover inhoudende:
Historische BRP-adressen:
Vanaf: 23-04-2015 (tot 08-03-2016)
[adres 2]
Groningen
Vanaf: 10-02-2015 (tot 18-02-2015)
[adres 2]
Groningen
Vanaf: 17-12-2013 (tot 05-08-2014)
[adres 3]
Groningen
Meerdere adressen in Groningen vanaf 08-08-1991 tot 21-01-1999 en vanaf 08-03-1999 tot 09-03-2012.
Bewijsoverwegingen
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen is voor het hof wettig en overtuigend komen vast te staan dat [minderjarig slachtoffer] , toentertijd 16 jaar oud, in de periode van 22 januari 2019 tot en met 1 februari 2019 meermalen door giften en beloften en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht opzettelijk door “ [voornaam] ” is bewogen ontuchtige handelingen te plegen en zodanige handelingen van hem, “ [voornaam] ”, te dulden.
Een dergelijke vaststelling is door de verdediging ook niet betwist. Wel is door de verdediging betwist dat deze “ [voornaam] ” de verdachte betreft en heeft op die grond bepleit dat het hof de verdachte dient vrij te spreken van het tenlastegelegde.
Het hof overweegt hiertoe als volgt.
Allereerst stelt het hof op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen vast dat er vanaf de rekening van de verdachte geld is overgemaakt naar de rekening van [minderjarig slachtoffer] . Daarbij is er een duidelijk verband te zien tussen deze overboekingen en de inhoud van de WhatsAppgesprekken. Zo vraagt “ [voornaam] ” op 25 januari 2019 of [minderjarig slachtoffer] geld nodig heeft en vraagt haar om haar bankrekeningnummer. Deze wordt door [minderjarig slachtoffer] gegeven. Vervolgens wordt aan [minderjarig slachtoffer] gevraagd om een foto, gemaakt onder de douche, en wordt gevraagd of 20 euro genoeg is. Even later stuurt [minderjarig slachtoffer] een foto waarbij twee borsten te zien zijn. Op diezelfde dag wordt 20 euro van de rekening van de verdachte naar de rekening van [minderjarig slachtoffer] overgeboekt. Op 28 januari 2019 wordt aan [minderjarig slachtoffer] gevraagd een film te maken zonder kleren aan, welk verzoek diezelfde dag door [minderjarig slachtoffer] wordt ingewilligd. Op diezelfde zijn er bedragen van 10 en 12 euro van de rekening van de verdachte naar de rekening van [minderjarig slachtoffer] overgeboekt.
Daarnaast stelt het hof vast dat [minderjarig slachtoffer] als woning van deze “ [voornaam] ” de woning heeft aangewezen waar de verdachte destijds stond ingeschreven. Daarbij komt nog dat de tekening die [minderjarig slachtoffer] van de betreffende woning heeft gemaakt, grotendeels overeenkomt met de beschrijving die de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg heeft gegeven van zijn woning.
Tot slot stelt het hof vast dat [minderjarig slachtoffer] over deze “ [voornaam] ” heeft verklaard dat hij gebrekkig Nederlands sprak, dat hij haar heeft verteld dat hij 30 jaar in Nederland woonde en dat hij in Groningen heeft gewoond. Al deze punten zijn één op één van toepassing op de verdachte.
Het hof is van oordeel dat voornoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, voldoende kenmerkend en onderscheidend zijn om de gevolgtrekking te kunnen dragen dat het niet anders kan zijn geweest dan dat de verdachte deze “ [voornaam] ” is geweest.
Het enige dat de verdachte hier tegenover heeft gesteld is de verklaring dat hij in de tenlastegelegde periode elders verbleef omdat hij zijn woning had onderverhuurd en dat hij op verzoek van personen in een kroeg Tikkies heeft betaald. Eerst ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte – hierna gevraagd – aanvullende informatie gegeven over de personen aan wie hij zijn woning onderverhuurde waarvan hij de naam ter terechtzitting in eerste aanleg heeft genoemd, doch dit is gebleven bij de opgave van weinig specifieke signalementen van deze personen. Nadere specifieke gegevens, zoals achternamen of telefoonnummers, heeft de verdachte niet kunnen opgeven, omdat hij daar naar eigen zeggen niet over beschikte. Over de personen op wiens verzoek hij Tikkies heeft betaald, kon hij geen enkele informatie verschaffen. Nu de verdachte deze verklaring op geen enkele wijze heeft onderbouwd en het dossier ook geen enkel aanknopingspunt hiervoor biedt, is voor deze verklaring nog geen begin van aannemelijkheid gebleken. Daarbij vermag het hof niet in te zien waarom verdachte, indien hij inderdaad niet in de betreffende woning verbleef en op verzoek van personen Tikkies heeft betaald, hij bij een dergelijk ernstige beschuldiging als onderhavige deze omstandigheden niet direct bij de politie ter berde heeft gebracht, doch pas eerst ter terechtzitting in eerste aanleg. De enkele mededeling dat hij de politie niet vertrouwt, geeft hiertoe onvoldoende uitleg.
Weliswaar heeft de raadsman, eerst bij de behandeling in hoger beroep, een brief van de gemeente d.d. 17 maart 2020 overgelegd waaruit blijkt dat op het adres van de verdachte in Stein op 12 februari 2020 een hennepkwekerij is aangetroffen, maar anders dan gesteld door de verdediging is het hof van oordeel dat deze brief geenszins een begin van aannemelijkheid van de verklaring van de verdachte met zich brengt. Immers, op grond van deze brief is enkel gebleken dat circa een jaar na de tenlastegelegde en bewezenverklaarde pleegperiode in de betreffende woning van de verdachte een hennepkwekerij is aangetroffen. Dit zegt echter niets over de situatie in de woning ten tijde van de tenlastegelegde en bewezenverklaarde pleegperiode en al helemaal niets over wie er in die pleegperiode in de woning verbleef.
Het hof verwerpt derhalve het verweer en acht het wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die het tenlastegelegde en bewezenverklaarde heeft begaan.
Tot slot overweegt het hof nog het volgende.
Dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van het uit feitelijke verhoudingen voortvloeiende overwicht leidt het hof allereerst af uit het feit dat [minderjarig slachtoffer] ten tijde van de pleegperiode een meisje van 16 jaar oud was terwijl de verdachte toen een volwassen man van 54 jaar oud was. De levensfasen waarin beiden zich bevonden, lopen dusdanig uiteen dat er niet alleen sprake is van een groot leeftijdsverschil, maar ook van een groot verschil in maatschappelijke positie. Bovendien geldt voor 1 februari 2019 toen zij elkaar fysiek ontmoetten nog dat [minderjarig slachtoffer] op dat moment ver van huis (te ’s-Gravenhage) was en van de verdachte afhankelijk was om weer thuis te geraken.
Bewezenverklaring
Op grond van de hiervoor vermelde redengevende feiten en omstandigheden en de daaraan ten grondslag liggende bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang en (tijds)verband beschouwd, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
hij in de periode van 22 januari 2019 tot en met 1 februari 2019 in de gemeente Stein , in elk geval in Nederland, meermalen een persoon, te weten [minderjarig slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2002 , van wie hij, verdachte, wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door giften en beloften van geld en goed en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten door:
 misbruik te maken van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, bestaande uit het grote/aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [minderjarig slachtoffer] en
 via WhatsAppgesprekken aan die [minderjarig slachtoffer] te vragen of zij geld wilde verdienen en tegen die [minderjarig slachtoffer] te zeggen dat zij mooi was en dat hij, verdachte, van haar hield en dat zij geld kon krijgen als zij naaktfoto’s naar hem, verdachte, zou sturen en dat zij nog meer geld zou krijgen als zij met hem, verdachte, zou afspreken en
 via WhatsApp foto’s van briefgeld aan die [minderjarig slachtoffer] te sturen en
 door middel van WhatsAppgesprekken tegen die [minderjarig slachtoffer] te zeggen:
 “Je bent 16 hè, onthouden.” en
 “Dat geheim blijft. Wat er ook gebeurt.” en
 “Nooit toegeven. Jou bang maken. Gewoon je bent nooit bij mij geweest.” en
 “ [minderjarig slachtoffer] I love you.” en
 “Je bent sexy . mooi . lief. naast je zijn is leuk.” en
 “Heb je geld nodig?” en
 “Geef je bankrekening.” en
 “Maak je onder douch foto.” en
 “Plz” en
 “Mag onder a.u.b. ook.” en
 “20 Euro genoeg.” en
 “Word zo overgemaakt love.” en
 “Je bent 16 klopt. Als vriendin niet naar je leeftijd kijken. Ik wil van je houden en je helpen. Niet om seks en geld, maar je hebt het echt nodig, iemand die je kan terugvallen.” en
 “Hoeveel geld ligt aan je film.” en
 “Ik wil je zonder kleren aan zien schat.” en
 “Ja alleen onder open doen. kijk of regel extra geld overmaken.” en
 “Je komt over 5 dagen. Ik wil graag veel selfie en mooie fotos. Daarvoor krijg je ook extra. Wat wil je meer. Je bent mijn schatje. Ik wil liefste elke sec naar je kijken.” en
 geldbedragen naar de bankrekening van die [minderjarig slachtoffer] over te maken en
 door middel van WhatsAppgesprekken tegen die [minderjarig slachtoffer] te zeggen dat hij, verdachte, met haar af wilde spreken voor geld en
 met die [minderjarig slachtoffer] af te spreken en die [minderjarig slachtoffer] te ontmoeten en die [minderjarig slachtoffer] mee te nemen naar zijn, verdachtes, woning en
 tegen die [minderjarig slachtoffer] zeggen dat zij mocht kopen wat zij nodig had en dat zij het wisselgeld mocht houden en
 tegen die [minderjarig slachtoffer] te zeggen dat zij extra geld zou krijgen als zij rustig zou blijven en haar trui uit zou doen en
 na hun ontmoeting op 1 februari 2019 aan die [minderjarig slachtoffer] geld in totaal 120 euro te geven,
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen, te weten het
 tongzoenen van die [minderjarig slachtoffer] en
 betasten en wrijven over en/of knijpen in de borsten en vagina en de schaamlippen van die [minderjarig slachtoffer] en
 brengen van zijn, verdachtes, vinger in de vagina en tussen de schaamlippen van die [minderjarig slachtoffer] en
 met zijn, verdachtes, lichaam op het lichaam van die [minderjarig slachtoffer] gaan liggen en vervolgens met zijn, verdachtes, penis en onderlichaam maken van rijdende bewegingen op/tegen de vagina en de billen van die [minderjarig slachtoffer] en
 vastpakken van de hand van die [minderjarig slachtoffer] en vervolgens brengen van die hand op zijn, verdachtes, stijve penis en
 zich aftrekken in de aanwezigheid van die [minderjarig slachtoffer] en
 door die [minderjarig slachtoffer] (voor een door haar ingeschakelde camera) tonen en/of strelen van haar ontblote borsten en billen en vagina en schaamstreek
te plegen en/of zodanige handelingen van hem, verdachte, te dulden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
door giften en beloften van geld of goed en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem te dulden, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast heeft het hof gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte, een toentertijd 54 jarige man, heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan het opzettelijk, door giften en beloften en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, bewegen van een 16 jarige meisje tot het plegen van ontuchtige handelingen en het dulden van zodanige handelingen van hem. Dit is een zeer ernstig feit, waarbij de verdachte zich enkel heeft laten leiden door zijn eigen seksuele verlangens en behoeften, zonder hierbij oog te hebben voor de belangen van dan wel de gevolgen voor de minderjarige [minderjarig slachtoffer] . De verdachte heeft met zijn handelen een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [minderjarig slachtoffer] . Het is algemeen bekend dat slachtoffers van zedendelicten vaak lange tijd op diverse leefgebieden negatieve gevolgen blijven ondervinden van wat hen is overkomen. Bij met name minderjarige slachtoffers kan het leiden tot een verstoring van hun seksuele ontwikkeling die nog lang doorwerkt. Dat ook [minderjarig slachtoffer] nog kampt met de negatieve gevolgen door het handelen van de verdachte blijkt wel uit de toelichting op de gevorderde immateriële schade alsook de slachtoffer verklaring die zij ter terechtzitting in hoger beroep heeft afgelegd. Daarbij komt nog dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep op geen enkele wijze blijk heeft gegeven van enig inzicht in het laakbare van zijn handelen en de gevolgen die zijn handelen heeft gehad voor [minderjarig slachtoffer] .
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep nog aangevoerd dat het hof in straf verlagende zin rekening dient te houden met het feit dat [minderjarig slachtoffer] zelf een account heeft aangemaakt op een datingsite voor volwassenen waar gezocht wordt naar een spannend avontuur tegen betaling. Het hof is van oordeel dat hiermee ten onrechte enige schuld bij het slachtoffer wordt neergelegd. De verdediging miskent hiermee dat minderjarigen zich in een gevoelige ontwikkelingsfase van hun leven bevinden en moeten, gelet op hun jeugdige leeftijd, in het algemeen geacht worden niet of in onvoldoende mate in staat te zijn zelf hun seksuele integriteit te bewaken en de draagwijdte van hun gedrag in dit opzicht te overzien. Zij genieten daarom op seksueel gebied bescherming tegen oudere, verder ontwikkelde personen. De verdachte is hieraan compleet voorbijgegaan. Hierbij merkt het hof nog op dat de verdachte, gelet op de inhoud van de WhatsAppgesprekken, terdege op de hoogte was van de leeftijd van [minderjarig slachtoffer] .
Voorts heeft het hof bij het bepalen van de op te leggen straf acht geslagen op het, de verdachte betreffend, Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 maart 2022. Blijkens dit uittreksel is de verdachte voorafgaand aan het bewezenverklaarde onherroepelijk veroordeeld ter zake van een zedenmisdrijf. Deze eerdere veroordeling heeft de verdachte er niet van weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan een soortgelijk feit en heeft hem kennelijk niet het laakbare van zijn handelen doen inzien.
Tot slot heeft het hof bij het bepalen van de op te leggen straf acht geslagen op het over de verdachte opgemaakte reclasseringsrapport d.d. 12 mei 2021. Blijkens dit rapport is er bij de verdachte sprake van een persoonlijkheidsstoornis (Stoornis in de Impulsbeheersing. Niet Anderszins Omschreven.) en ontbreekt het hem aan probleembesef en inzicht. Volgens de reclassering beschikt de verdachte daarnaast niet over voldoende coping vaardigheden om zijn leven op een sociaal maatschappelijk geaccepteerde wijze vorm te geven. Zij zien (momenteel) geen beschermende factoren.
De reclassering schat ten slotte de kans op recidive als hoog in en komt tot het advies om bij een veroordeling tot een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM, artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht) op te leggen, zodat gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden toegepast kunnen worden na de gevangenisstraf.
Al het vorenstaande afwegende is het hof van oordeel dat de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, zoals is opgelegd door de rechtbank en is gevorderd door de advocaat-generaal, passend is bij de persoon van de verdachte en de ernst van en de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan.
De tenuitvoerlegging van deze op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Voorts ziet het hof, mede gelet op vorenstaand advies van de reclassering, aanleiding om aan de verdachte tevens een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen, als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof acht dit noodzakelijk ter bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen. Het betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren is gesteld. Met de maatregel kan (eventueel) langdurig toezicht worden gehouden op de verdachte teneinde dreigende recidive te signaleren. Gelet op het feit dat de reclassering de kans op recidive als hoog inschat en gelet op voornoemde Justitiële Documentatie van de verdachte, acht het hof de kans op herhaling van soortgelijke feiten door de verdachte groot.
Het hof merkt ten overvloede op dat de maatregel pas kan worden tenuitvoergelegd na een daartoe strekkende vordering van het Openbaar Ministerie tegen het einde van de gevangenisstraf (of de proeftijd in het geval van een voorwaardelijke voorlopige
invrijheidstelling) en een daaropvolgende beslissing door de rechter.
Vordering van de benadeelde partij [minderjarig slachtoffer]
De benadeelde partij [minderjarig slachtoffer] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot de vergoeding van de geleden immateriële schade tot een bedrag van
€ 3.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen, zodat het in volle omvang aan het oordeel van het hof is onderworpen.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de beslissing van de rechtbank zal bevestigen.
De verdediging heeft bepleit dat het hof de vordering zal afwijzen dan wel de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering zal verklaren, gelet op de bepleite vrijspraak.
Het hof overweegt als volgt.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [minderjarig slachtoffer] als gevolg van verdachtes bewezenverklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden. De verdediging heeft de vordering en de hoogte van het gevorderde schadebedrag ook niet inhoudelijk betwist.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is, met een beslissing omtrent de kosten als hierna zal worden vermeld.
Het hof zal het toe te wijzen bedrag, zoals gevorderd, vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 1 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
Schadevergoedingsmaatregel
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof in rechte vastgesteld dat door het bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade aan het slachtoffer [minderjarig slachtoffer] is toegebracht tot een bedrag van € 3.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente. De verdachte is daarvoor jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op
te leggen ter hoogte van voormeld bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast, indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 36f, 38z, 57 en 248a (oud) van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Legt aan de verdachte op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de
benadeelde partij [minderjarig slachtoffer]ter zake van het bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [minderjarig slachtoffer] , ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro)als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.

Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 45 (vijfenveertig) dagen.

Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
1 februari 2019.
Aldus gewezen door:
mr. B. Stapert, voorzitter,
mr. W.E.C.A. Valkenburg en mr. E.E. van der Bijl, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. Tatters, griffier,
en op 17 juni 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. E.E. van der Bijl is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.