ECLI:NL:GHSHE:2022:2876

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
27 mei 2022
Publicatiedatum
19 augustus 2022
Zaaknummer
20-002702-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake schuldheling

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 17 november 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1980, werd beschuldigd van schuldheling, gepleegd op 8 juli 2021 te Tilburg. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van de artikelen 9, 22c, 22d, 63 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 16 uren en 8 dagen hechtenis. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat deze partij de schadevergoeding alleen bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De kosten zijn voor beide partijen, en de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een eerdere straf is afgewezen.

Deze uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor strafzaken en is mondeling uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof. De zaak is gepubliceerd in verband met een ingesteld cassatieberoep.

Uitspraak

Parketnummer: 20-002702-21

Uitspraak : 27 mei 2022
TEGENSPRAAK (art. 279 Sv)
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingslocatie Breda, van 17 november 2021, in de strafzaak onder parketnummer 02-216183-21, alsmede de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere opgelegde voorwaardelijke straf, parketnummer 02-171095-20, tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,
wonende te [adres] .
Kwalificatie

Het bewezenverklaarde levert op: schuldheling.

Gepleegd op 8 juli 2021 te Tilburg.
Toegepaste wetsartikelen
De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 63 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
16 (zestien) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Zeeland-West-Brabant van 12 augustus 2021, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 30 oktober 2020, parketnummer 02-171095-20.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. C.P.J. Scheele.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 27 mei 2022.