In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor de geslachtsnaamswijziging van haar minderjarige kind. De vader, die in hoger beroep is gegaan, betwist de wens van de kinderen om hun achternaam te wijzigen en verzoekt om een deskundigenonderzoek. De moeder stelt dat de wens van de minderjarige al jaren bestaat en dat deze wens authentiek is. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 12 juli 2022 gehouden, waarbij zowel de vader als de moeder en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De Raad adviseert om de moeder toestemming te verlenen, omdat de wijziging van de geslachtsnaam voor de minderjarige een belangrijke stap in haar ontwikkeling zou zijn. Het hof oordeelt dat de vader niet-ontvankelijk is in zijn beroep voor zover het de meerderjarige betreft en wijst het verzoek van de vader om een deskundigenonderzoek af. Uiteindelijk wordt de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant bekrachtigd, waarbij de moeder toestemming krijgt om het verzoek tot naamswijziging in te dienen.