Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de rechthebbende, bijgestaan door mr. De Gier;
- de bewindvoerder;
- de mentor.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de verlenging van de onderbewindstelling van de goederen van de rechthebbende, die lijdt aan een chronische psychische aandoening. De rechthebbende heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant te vernietigen, waarin het bewind voor onbepaalde tijd werd verlengd. De rechthebbende stelt dat hij in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen en verzoekt om een verlenging van het bewind voor een bepaalde duur van twee jaar.
De mondelinge behandeling vond plaats op 12 juli 2022, waarbij de rechthebbende, de bewindvoerder en de mentor aanwezig waren. De rechthebbende heeft aangegeven dat hij inmiddels schuldenvrij is en dat hij steun krijgt van zijn mentor, die in de buurt woont. De bewindvoerder heeft echter betoogd dat, gezien de chronische aandoening van de rechthebbende, een bewind voor onbepaalde tijd noodzakelijk is. De mentor steunt deze stelling, maar erkent dat de rechthebbende door miscommunicatie met de bewindvoerder ontevreden is.
Het hof heeft de feiten en argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat de rechthebbende nog steeds niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen zelfstandig te behartigen, gezien zijn psychische toestand. De rechthebbende heeft een schizo-affectieve stoornis en heeft in het verleden meerdere keren gedwongen opnames ondergaan. Gezien deze omstandigheden en het beleid van kantonrechters om bij dergelijke aandoeningen een bewind voor onbepaalde tijd in te stellen, heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.