Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 25 juli 2020 in de gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres slachtoffer 1] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), diverse sieraden en/of € 150,-, in elk geval enig goed en/of enig bedrag aan geld, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer 1] , heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om deze/het zich wederrechtelijk toe te eigenen en welk(e) goed(eren)/bedrag aan geld verdachte en/of zijn mededader(s) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht doordat hij, verdachte en/of (één van) zijn mededader(s) tegen voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat:
hij op of omstreeks 25 juli 2020 in de gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres benadeelde partij] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), € 2.000,-, in elk geval enig bedrag aan geld, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij] , heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en welk bedrag aan geld verdachte en/of zijn mededader(s) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht doordat hij, verdachte, en/of (één van) haar mededader(s) tegen voornoemde [benadeelde partij] heeft/hebben gezegd:
3.
hij op of omstreeks 25 juli 2020 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres slachtoffer 2 en 3] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en) enig(e) goed(eren), in elk geval alles wat van haar/hun gading was, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
hij op 25 juli 2020 in de gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met anderen, in een woning, [adres slachtoffer 1] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), diverse sieraden en € 150,-, die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen en welke goederen/welk bedrag aan geld verdachte en zijn mededaders onder hun bereik hebben gebracht door het aannemen van een valse hoedanigheid, doordat hij, verdachte of (één van) zijn mededaders tegen voornoemde [slachtoffer 1] heeft gezegd dat:
hij op 25 juli 2020 in de gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met anderen, in een woning, [adres benadeelde partij] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),
(het hof begrijpt dat dit moet zijn: 26 juli 2020)heeft [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag ] 1925, aangifte gedaan van diefstal in haar woning aan [adres slachtoffer 1] te Maastricht. Hierbij heeft zij verklaard dat zij op 25 juli 2020 tussen 15.00 uur en 16.00 uur bezoek heeft gehad van een vrouw die zich voordeed als iemand van [bedrijf] (
het hof begrijpt: verpleegzorg- en thuiszorgorganisatie). [2] De vrouw zei dat ze voor [bedrijf] werkte en dat zij in verband met corona de woning wilde controleren. De vrouw wilde controleren hoe de woning werd gepoetst. Op de vraag van aangeefster [slachtoffer 1] of de vrouw zich kon legitimeren, antwoordde de vrouw dat zij haar legitimatiebewijs niet bij zich had. De vrouw sprak heel veel en stopte niet. Zij heeft even in de badkamer gekeken en zij wilde hierna in de keuken gaan zitten met [slachtoffer 1] . De aangeefster heeft verklaard dat de vrouw in de keuken heeft rondgekeken, maar hierbij geen kastje heeft aangeraakt. Voorts heeft aangeefster [slachtoffer 1] verklaard dat op het moment dat haar vaste telefoon ging, de vrouw zei dat de aangeefster de telefoon niet moest opnemen. Dit heeft de aangeefster wel gedaan, omdat zij zag dat de onderbuurvrouw van [huisnummer] belde. De onderbuurvrouw vertelde de aangeefster dat zij een man aan de deur had gehad die de kraan kwam controleren en desnoods repareren, maar dat zij de deur niet had geopend. De vrouw in de woning van de aangeefster vroeg vervolgens waar de onderbuurvrouw zich mee bemoeide en verliet vervolgens de woning van aangeefster zonder iets te zeggen. De vrouw was volgens de aangeefster niet op plekken geweest waar zij waardevolle spullen bewaarde. [3] In eerste instantie miste aangeefster [slachtoffer 1] niets uit haar woning, ook nu zij ervan uit was gegaan dat de vrouw alleen in de woning was geweest en dat er niemand anders in de woning was geweest en dat de vrouw enkel in de gang, de woonkamer, de keuken en de badkamer was geweest en niet in de slaapkamer. Op zondag 26 juli 2020 kwam de dochter van aangeefster op bezoek en kwam de aangeefster tot de ontdekking dat er wel degelijk juwelen en geld waren weggenomen. Zij miste een gouden ketting met een gouden tientje, een gouden schakelarmband, een ring bestaande uit twee trouwringen en een witte parel, een gouden ring met een bloedkoraal, een gouden Lourdes medaille met kettinkje en drie briefjes van € 50,-. Deze drie briefjes lagen in de slaapkamer, in een lade. Achteraf begrijpt de aangeefster dat niet alleen de vrouw in haar woning moet zijn geweest . [4]
het hof: [medeverdachte 3] en [medeverdachte 3] is dezelfde persoon [7] ) werden allen aangehouden. [8]
het hof begrijpt: de door de getuige [getuige 2] gemaakte foto’s van twee mannen). Hierop zag verbalisant [verbalisant 4] dat de twee mannen die stonden afgebeeld op de foto’s 100% overeenkwamen met de twee verdachte mannen die waren aangehouden die dag door de politie in deze zaak (
het hof begrijpt: [verdachte] en [medeverdachte 3]). [12]
(het hof begrijpt: vanuit een positie dat er tegen [medeverdachte 1] wordt aangekeken). [15]
Beoordeling
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) als vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en bepaalt dat de verdachte met haar mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is.
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 30 (dertig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.