Op 29 april 2022 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingslocatie Maastricht, van 7 september 2020. De zaak betreft twee strafzaken met parketnummers 03-069694-20 en 03-115666-20, waarin de verdachte is beschuldigd van overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994. De eerste overtreding betreft het rijden onder invloed, waarbij de verdachte op 23 augustus 2019 in Heerlen een alcoholpromillage van 905 microgram heeft overschreden. De tweede overtreding betreft een andere schending van de Wegenverkeerswet op dezelfde datum en locatie.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien dagen, met een voorwaardelijk deel van veertien dagen, en een taakstraf van tachtig uren. Daarnaast is de verdachte voor de duur van zes maanden de bevoegdheid ontnomen om motorrijtuigen te besturen. Het hof heeft bepaald dat de tijd waarin het rijbewijs van de verdachte is ingevorderd, in mindering zal worden gebracht op de bijkomende straf.
Deze uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de verdachte en is mondeling gewezen door de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof. De uitspraak is gepubliceerd in verband met een ingesteld cassatieberoep.