In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in 1994, was in eerste aanleg vrijgesproken van mishandeling, maar werd wel veroordeeld voor meerdere andere feiten, waaronder diefstal, vernieling en belediging van een ambtenaar. De politierechter had een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, maar het hof heeft de verdachte in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard voor zover het hoger beroep gericht was tegen de vrijspraak van de mishandeling. Het hof heeft de zaak vervolgens opnieuw beoordeeld en de opgelegde straffen herzien. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 6 maanden geëist, maar het hof heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 8 maanden opgelegd, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met het justitieel verleden van de verdachte en de ernst van de feiten. Tevens is de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte gelast. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffiers en is openbaar uitgesproken.