Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 28 juli 2020 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- de constatering op de rol dat de mondelinge behandeling na aanbrengen niet heeft plaatsgevonden;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep, met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep;
- de mondelinge behandeling, waarbij door beide advocaten spreeknotities zijn overgelegd;
- de door mr. Ter Wee bij brief van 14 juni 2022 toegezonden producties (nrs. 1 tot en 5) en de door mr. Houben bij H-formulier van 13 juni 2022 toegezonden producties (nrs. 4 tot en met 8), die bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding zijn gebracht.
6.De beoordeling
tevens verzekerd worden middels de Afbouwgarantie van Betaal Garant Nederland te [vestigingsplaats] (hierna: "BGN") overeenkomstig de op deze Overeenkomst van toepassing zijnde Betaal Garant Nederland Certificatenregeling.
"BGN heeft het beroep van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] op nietigheid onvoldoende weerlegd: gezien de uitvoerige motivering waarvan [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hun verweer op dit punt voorzien hebben (…) is het verweer van BNG dat zij 'naar haar mening' aan de regelgeving voldoet, ontoereikend."
"zodat een eventuele overeenkomst dienaangaande pas per die datum of daarna tot stand kan zijn gekomen".Maar het enkele gebruik van het woord 'eventuele' is naar het oordeel van het hof onvoldoende om te kunnen concluderen dat [geïntimeerden] zich in eerste aanleg op het standpunt hebben gesteld dat in het geheel geen overeenkomst tot stand is gekomen. Voor het overige heeft het hof in de stukken evenmin aanknopingspunten kunnen vinden daarvoor.
feitelijkegrenzen van het geschil, is de appelrechter op grond van artikel 25 Rv verplicht, zo nodig ambtshalve,
rechtsgrondenaan te vullen, ongeacht of die van openbare orde zijn en zelfs ongeacht of die van dwingend recht zijn.
die in overeenstemming met de nadere regels(het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten) wordt gevorderd, vruchteloos is aangemaand tot betaling.