Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 28 juli 2020 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling na aanbrengen van 16 november 2020;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep, met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep;
- de mondelinge behandeling, waarbij door beide advocaten spreeknotities zijn overgelegd;
- de door mr. Ter Wee bij brief van 14 juni 2022 toegezonden producties (nrs. 1 tot en 5) en de door mr. Houben bij H-formulier van 13 juni 2022 toegezonden producties (nrs. 4 tot en met 8), die bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding zijn gebracht.
6.De beoordeling
tevens verzekerd worden middels de Afbouwgarantie van Betaal Garant Nederland te [vestigingsplaats] (hierna: "BGN") overeenkomstig de op deze Overeenkomst van toepassing zijnde Betaal Garant Nederland Certificatenregeling.
- dat in het kader van het project Houtse Akker door de projectontwikkelaar en de aannemer tot gezamenlijke toepassing van de afbouwgarantie en de zekerheidsstelling voor alle deelnemers (de kopers) is gekomen;
- dat met [geïntimeerden] de - al dan niet stilzwijgende - afspraak is gemaakt, net als met alle overige deelnemers, dat zij daaraan zouden deelnemen;
- dat [geïntimeerden] zonder de afbouwgarantie en de zekerheidsstelling niet zouden hebben kunnen deelnemen aan het project en geen hypothecaire geldlening zouden hebben kunnen verkrijgen.
- dat [geïntimeerden] het bedrag van € 5.000,- dat bij wege van deelname aan de zekerheidsstelling op de separate rekening van Stichting Zekerheidsstelling BGN moest worden overgeboekt, ook onder die noemer hebben voldaan, waarmee [geïntimeerden] uitvoering hebben gegeven aan in ieder geval de zekerheidsstelling.
kanverzekerd worden, staat immers in de overeenkomst. Daarbij neemt het hof in aanmerking de zin die partijen redelijkerwijs aan die artikelen mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien mochten verwachten. Dat over betreffende bepalingen zou zijn gesproken met [geïntimeerden] , wat met hen zou zijn besproken en met wie, heeft BGN niet (voldoende) toegelicht.
feitenBGN dan precies zou willen bewijzen, is geen (afdoende) antwoord gekomen. Het bewijsaanbod van BGN is derhalve niet ter zake dienend en overigens onvoldoende specifiek.
"er enig voordeel van zullen genieten dat hun advocaat ook een aantal gedaagden in parallelzaken bijstaat".
"niet aannemelijk is dat de reconventie tot extra kosten heeft geleid".