Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
en
[de vader], hierna te noemen: de vader,
hierna gezamenlijk te noemen: de ouders,
wonende op een bij het hof bekend geheim adres.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de brief met bijlagen van de GI d.d. 3 januari 2022;
- Het V6-formulier met de brief en bijlagen van de advocaat van [minderjarige] d.d. 6 januari 2022.
3.De beoordeling
[minderjarige] erkent dat zij rondom haar verjaardag tweemaal is weggelopen. Dit was echter een incident en er is geen sprake van stelselmatig weglopen. Daarnaast is er sprake geweest van het ontdekken en uitproberen van drugs, maar ook dit was niet stelselmatig.
De kinderrechter heeft overwogen dat de overplaatsing van [minderjarige] van de leefgroep van [instantie 1] in [plaats 2] naar [plaats 3] niet tot een positieve verandering in haar gedrag heeft geleid. [minderjarige] verbleef echter pas vanaf 18 september 2021 in [plaats 3] en het verzoekschrift van de GI dateert van 20 september 2021. Zij verbleef dus pas kort op deze groep, en gedroeg zich hier goed, voldeed haar taken en hield zich aan de afspraken.
Er is geen sprake van onttrekking aan hulp of daaraan onttrokken worden. Adequate hulpverlening wordt op dit moment niet geboden. Met het verzoek van [minderjarige] om met een psycholoog te praten is tot op heden niets gedaan. [minderjarige] slijt haar dagen met het volgen van een dagbestedingsprogramma dat ver onder haar niveau ligt. Ze doet het goed op de groep en houdt zich aan alle regels, dat blijkt ook uit het verslag van de mentor.
ziet niet in waarom de gesloten plaatsing noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat zij vanaf haar meerderjarigheid zelfstandig in de maatschappij kan functioneren.
heeft zich aangemeld voor een MBO-3 opleiding aan het [college] College en wil hier op korte termijn mee starten. In het geval het hoger beroep slaagt en de machtiging voor een plaatsing in de gesloten jeugdhulp komt te vervallen, dan is met het netwerk van [minderjarige] (moeder, opa en oma) afgesproken dat zij wordt aangemeld voor een kamertrainingstraject. Tijdens de overbruggingsperiode, tussen haar vertrek bij [instelling] en het starten van de kamertraining, kan [minderjarige] bij haar opa en oma verblijven.
De gesloten plaatsing is niet bedoeld als stok achter de deur, maar om de invloeden van buitenaf voor [minderjarige] te beperken. De gesloten plaatsing moet niet alleen als een beperking worden gezien, maar ook als kans voor [minderjarige] om te leren omgaan met afspraken en vrijheden. Op dit moment is er sprake van een opbouw naar zelfstandigheid en het is van belang dat gemonitord wordt of dit zich positief blijft ontwikkelen. Door op te bouwen naar steeds meer vrijheden en verantwoordelijkheden en het toewerken naar een perspectief voor wat betreft wonen, opleiding en vrijetijdbesteding, wordt het risico op terugval in oud gedrag verkleind. Bij opa en oma is het in het verleden niet goed gegaan. De resterende termijn van de plaatsing is noodzakelijk en realistisch om aan deze doelen te werken. Op dit moment is de gesloten plaatsing nodig om te werken aan het opheffen van de ontwikkelingsbedreiging en om te voorkomen dat [minderjarige] zich zal onttrekken aan de hulpverlening.
onttrekt zich niet aan de hulp. Zij wil al maanden met een psycholoog te praten, maar die mogelijkheid wordt haar door de GI en [instantie 1] niet geboden.
Inmiddels is [minderjarige] aangemeld voor een opleiding aan het [college] College, zij is in afwachting van nadere informatie over de intakeprocedure.
Desgevraagd heeft de moeder toegelicht dat [minderjarige] bij haar opa en oma kan verblijven ter overbrugging van de periode tussen een eventueel vertrek bij [instelling] en het starten van het kamertrainingstraject. In het weekend kan [minderjarige] (een logeernacht) bij de moeder verblijven. Opa en oma kunnen [minderjarige] structuur bieden en een stok achter de deur. De moeder heeft er vertrouwen in dat het tijdelijke verblijf van [minderjarige] bij opa en oma goed zal gaan. [minderjarige] kan goed met haar opa en oma praten, ook als er problemen zijn. Het afgelopen jaar is het contact tussen [minderjarige] en de moeder opgebouwd en deze band is op het moment goed.
- er bij [minderjarige] sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren, en;
- de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Tot aan de gesloten plaatsing waren er bij de GI onder meer zorgen over het niet volgen van onderwijs, de (ambivalente) band met verschillende familieleden, wegloopgedrag en drugsgebruik. Er is sprake van een ontwikkelingsbedreiging bij [minderjarige] waarvoor een ondertoezichtstelling is uitgesproken die thans nog loopt.
De GI heeft onvoldoende onderbouwd dat hier in het geval van [minderjarige] sprake van is.
De GI heeft het verzoek tot verlening van de machtiging gesloten jeugdhulp op 20 september 2021 bij de rechtbank ingediend. Twee dagen daarvoor, op 18 september 2021, is [minderjarige] overgeplaatst van [instantie 1] in [plaats 2] , naar de locatie van [instantie 1] in [plaats 3] . De GI heeft desgevraagd tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat de incidenten met betrekking tot het weglopen en het drugsgebruik, welke volgens de GI ten grondslag lagen aan het verzoek tot een gesloten plaatsing, op de locatie van [instantie 1] in [plaats 2] hebben plaatsgevonden.
Het is het hof verder niet duidelijk geworden wat de concrete aanleiding is geweest om het verzoek tot gesloten plaatsing twee dagen na de overplaatsing van [minderjarige] naar [plaats 3] in te dienen, zonder de ontwikkelingen op deze nieuwe locatie af te wachten.
Onvoldoende blijkt waarom de groep in [plaats 3] voor [minderjarige] niet (langer) geschikt was en/of waarom een (andere) groep in een open setting ontoereikend zou zijn.
Het hof ziet zorgen met betrekking tot [minderjarige] . De komende maanden dient [minderjarige] zich voor te bereiden op haar meerderjarigheid. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [minderjarige] haar plannen met betrekking tot kamertraining en het volgen van een opleiding uiteengezet en het hof gaat ervan uit dat [minderjarige] zich, samen met de GI en haar netwerk, in gaat spannen om deze plannen te realiseren.