GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 11 augustus 2022
Zaaknummer: 200.311.412/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/03/292924 FA RK 21-2119
in de zaak in hoger beroep van:
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in principaal hoger beroep,
verweerder in incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. M.H.A. Wijen,
[de moeder],
wonende op een bij het hof bekend adres,
verweerster in principaal hoger beroep,
verzoekster in incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder
,
advocaat: mr. N. Geradts.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: de GI (Gecertificeerde Instelling).
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio Limburg, locatie [locatie] ,
hierna te noemen: de raad.
Als informant wordt aangemerkt:
[de voormalige pleegmoeder],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de voormalige pleegmoeder,
advocaat: mr. M.H.A. Wijen.
In het kort:
Deze zaak gaat over het gezag, de hoofdverblijfplaats, de vernietiging van de erkenning door de vader en de wijziging van de achternaam van de minderjarige:
-
[minderjarige 1](hierna [minderjarige 1] ), geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2021.