Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 11 november 2020 te Bergeijk tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, althans aanwezig heeft gehad, 403 hennepplanten, althans een (groot) aantal hennepplanten, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 11 november 2020 te Bergeijk tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
hij op 11 november 2020 te Bergeijk opzettelijk aanwezig heeft gehad 403 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
(het hof begrijpt: het derde kwartaal)van 2020 een deel van het bedrijfspand heeft onderverhuurd aan [betrokkene] . Het moet [betrokkene] zijn geweest die de hennepkwekerij heeft opgebouwd in een door [betrokkene] dichtgemaakt gedeelte van het door hem gehuurde. De hennepkwekerij was voorts aan het zicht onttrokken, de verdachte was niet vaak in de loods aanwezig en hij heeft daar geen hennepgeur geroken. Daar komt bij dat in de hennepkwekerij geen sporen of persoonlijke goederen van de verdachte zijn aangetroffen. Uit het onderliggende dossier blijkt niet dat de andersluidende verklaring van de verdachte, inhoudende dat [betrokkene] verantwoordelijk is voor de hennepkwekerij en de verdachte hier geen wetenschap van had, kan worden weerlegd. Integendeel, de volstrekt ongeloofwaardige verklaring van [betrokkene] bevestigt het alternatieve scenario zoals door de verdachte is aangedragen. Subsidiair bepleit de verdediging dat, mocht het hof toch van oordeel zijn dat sprake was van wetenschap, de enkele wetenschap van de aanwezigheid van een hennepkwekerij in het bedrijfspand niet voldoende is voor het bewijs van opzet.
- op 11 november 2020 is in een door de verdachte gehuurd bedrijfspand een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. De hennepkwekerij bevond zich op een verhoging in het pand. In de kweekruimte stonden 403 hennepplanten.
- bij het binnentreden van het bedrijfspand was een sterke hennepgeur te ruiken, die zeer kenmerkend en duidelijk aanwezig was. Ook was – een in werking zijnde – afzuiginstallatie hoorbaar. In het bedrijfspand stonden op de begane grond duidelijk zichtbaar jerrycans met groei-/bloeimiddelen.
- de verdachte heeft verklaard dat hij twee tot drie keer per week in het bedrijfspand aanwezig was.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis;
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: