3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
[geïntimeerden] zijn gezamenlijk eigenaar van de woning gelegen aan de [adres 1] te [plaats ] . Eind 2018 hebben zij het makelaarskantoor B&L OZ B.V. ingeschakeld om namens hen te bemiddelen bij de verkoop van de woning.
Op 19 december 2018 heeft [persoon A] van [[A]] Makelaardij OZ te [plaats ] contact opgenomen om te laten weten dat een niet bij naam genoemde cliënt belangstelling had voor de woning.
Bij e-mail van 4 januari 2019 heeft een medewerker van B&L aan [persoon A] het volgende bericht:
“(.. . )
Verder: het heeft even op zich laten wachten... maar hierbij de reactie vanuit de verkoper. Slopen durft de verkoper niet aan. Te veel risico (hoe dekje risico’s af: vinden ze te spannend). Daarnaast toch te veel emotie bij hen aanwezig. D.w.z. dat het een kosten koper transactie blijft.
Voorstel vanuit hen is: € 625.000,- k.k.
Verder: Tot maandag 3 juni 2019 een ontbindende voorwaarde van toepassing om te (laten) bekijken of jullie partij goedkeuring krijgt voor hetgeen jullie partij wenst te gaan ontwikkelen.
Gaat de deal door... dan dit jaar richting de notaris en zal erNA3 juni 2019 een bankgarantie / waarborgsom van toepassing zijn.
Gaat de deal niet door (omdat bijvoorbeeld de gemeente uiteindelijk toch niet akkoord gaat) dan zal er iets van "wachtgeld" in rekening worden gebracht voor het blokkeren van andere eventuele gegadigden (...) "
Na telefonisch contact tussen de aankoop- en verkoopmakelaar stuurt [persoon A] (verder: [persoon A] ) aan [persoon B] (van B&L, verder: [persoon B] ) op 4 februari 2019 om 14:55 een e-mail met onder meer de navolgende inhoud:
"N.a.v. onze mondelinge bieding van afgelopen vrijdag en uw positieve reactie vanmiddag om tot overeenstemming te komen, resumeer ik u, namens de opdrachtgever (koper) de bieding:
- perceel [plaats ] / [sectieletter] / [sectienummer 1] met opstallen, perceelgrootte 2.500 m2
- koopprijs € 620.000,- (zegge :zeshonderd-en-twintigduizend euro)
- alle bebouwing wordt op naam van verkoper door partijen van koper vóór levering gesloopt
- de sloopkosten worden vermeerderd met de voormelde koopprijs met verplichting na levering tot terugbetaling van de sloopkosten aan koper
- asbestsanering maximaal €7.500,-, kosten zijn voor koper, eventuele meerkosten op mindering van voormelde koopprijs
- ontbindende voorwaarde t.b.v. goedkeuring hoofddirectie koper
- ontbindende voorwaarde t.b.v. verkrijgen schone grond verklaring, onderzoekskosten zijn voor koper
- ontbindende voorwaarde t.b.v. onherroepelijke goedkeuring incl. vergunningen van
geplande ontwikkeling ter plaatse op perceel
- koopovereenkomst conform standaard-model koper waarin vastgelegd worden de nadere afspraken, uitgangspunten, levering en betaalmomenten.
Ik wil u verzoeken om z.s.m. deze afspraken per email te bevestigen, dank u.
Wij zullen dan z.s.m. contact met u opnemen voor de verdere afwikkeling van deze aankoop."
In een reply op dit bericht van 4 februari 2019, 15:23 uur, schrijft [persoon B]
“hierbij de bevestiging”.
Op 22 februari 2019 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden waarbij [persoon C] , destijds werkzaam bij Aldi, werd bijgestaan door de aankoopmakelaar en [geïntimeerden] werden bijgestaan door hun dochter en twee makelaars, waaronder de eigen verkoopmakelaar. [geïntimeerden] hebben een geheimhoudingsovereenkomst en een document ondertekend waarin een aantal afspraken rondom de aankoop van de woning van [geïntimeerden] zijn vastgelegd. Na ondertekening werd bekend gemaakt dat de koper Aldi is en werden de stickers waarmee de naam van Aldi was afgeplakt, verwijderd. Het document houdt onder meer het volgende in:
“(...)
Het verheugt ons dat u ons bod op uw percelen, kadastraal bekend gemeente Deurne, sectie [sectieletter] , nummers [sectienummer 1] en [sectienummer 2] , heeft geaccepteerd. Hieronder vatten wij de overeengekomen punten betreffende de aankoop van de onderhavige registergoederen samen.
- Partijen zijn voor de koop van voornoemde registergoederen een koopsom van € 620.000,- (...) overeengekomen.
Daarnaast zijn partijen overeengekomen dat koper de navolgende ontbindende voorwaarden kan inroepen:
Het ontbreken van goedkeuring van de directie van Aldi Holding B.V. en Aldi Nord op de koopovereenkomst.
Het niet verkrijgen van een schonegrondverklaring. Kosten van het onderzoek zijn voor koper.
Het niet verkrijgen van alle benodigde onherroepelijke vergunningen ter vestiging van parkeervoorzieningen ten dienste van een ALDI-markt ter plekke.
Het verkrijgen van alle benodigde onherroepelijke vergunningen ter realisatie en opening van een ALDl-markt ter plekke.
Tenslotte zijn partijen overeengekomen dat de nadere afspraken en uitgangspunten vast zullen worden gelegd in een standaard ALDI-koopovereenkomst, waarmee verkoper bekend is. In deze overeenkomst zullen de nadere afspraken over de levering en verdere betalingsmomenten vast worden gelegd.
Mocht er gebruik worden gemaakt van de ontbindende voorwaarden, dan zal dit voorstel tot koop van rechtswege komen te vervallen, zonder enige financiële consequenties of andere verplichtingen (..) "
Op 16 juli 2019 stuurt [persoon C] aan [persoon B] als bijlage bij een e-mailbericht een concept voor een koopovereenkomst. In het bericht wijst [persoon C] erop dat het document een conceptovereenkomst is waar nog geen rechten aan kunnen worden ontleend, maar dat slechts bedoeld is voor discussiedoeleinden. In het bijgevoegde document staan de navolgende ontbindende voorwaarden:
“17.1 Deze overeenkomst zal, mits met inachtneming van het navolgende, ontbonden
(kunnen) worden:
a. als door Koper niet uiterlijk 31 december 2020 een onherroepelijke omgevingsvergunning is verkregen ten behoeve van de bebouwing en gebruik van het verkochte met een Aldi-markt met bijbehorende [aantal] parkeerplaatsen. Voor het realiseren van het totaalplan van Koper geldt een harde koppeling tussen de percelen [adres 1] en [adres 2] te [plaats ] , aangezien beide percelen voor het totaalplan nodig zijn. Verkoper is met dit totaalplan bekend. Bij niet leveren van één der beide percelen heeft Koper het recht deze overeenkomst te ontbinden.
b. als Koper uiterlijk op de dag dat de sub a bedoelde omgevingsvergunning onherroepelijk is geworden een aanbod heeft aanvaard om een andere onroerende zaak te kopen ten behoeve van de realisatie van een Aldi-markt in de gemeente Deurne. (…)”
Over de levering is het volgende bepaald:
"3.1 De Akte van levering zal worden verleden ten overstaan van de Notaris, binnen vier (4) weken nadat de terzake van het verkochte en de daarop te realiseren Aldi-markt aangevraagde omgevingsvergunning onherroepelijk is geworden of zoveel later als partijen nader zullen overeenkomen."
Namens [geïntimeerden] heeft de verkoopmakelaar bij e-mail van 28 augustus 2019 bezwaar gemaakt tegen de ontbindende voorwaarde onder 17.1 en het beding met betrekking tot de levering, voor zover de datum van levering op grond hiervan na 31 december 2019 zou komen te liggen. In dit bericht dringt de verkoopmakelaar aan op een levering in 2019 en merkt hij op dat een latere datum in strijd is met de gemaakte afspraken en een grond oplevert om van verdere onderhandelingen af te zien.
In reactie op dit bericht stuurt [persoon C] namens Aldi op 2 september 2019 een e-mail aan [persoon B] , waarin hij het standpunt inneemt dat op 22 februari 2019 een koopovereenkomst is gesloten waarover verder geen onderhandelingen meer afgebroken kunnen worden. In de e-mail betwist [persoon C] dat levering in 2019 als voorwaarde onderwerp van gesprek is geweest.
Vervolgens vinden er nog gesprekken plaats, maar uiteindelijk bericht mr. Goorts bij e-mail van 3 december 2019 aan mr. Van Beek:
“(…)
Het voorstel is niet acceptabel, omdat cliënten steeds en consequent de voorwaarde hebben gesteld, dat de verkoop van de woning voor 31 december 2019 afgewikkeld moet zijn. Met het voorstel van Aldi wordt nog steeds niet aan deze voorwaarde voldaan. Cliënten zijn dan ook niet bereid alsnog een koopovereenkomst te sluiten met Aldi Vastgoed.
In mijn mail van 19 november heb ik u overigens ook meegedeeld, dat de woning weer te koop zou worden gezet.
Inmiddels is overeenstemming bereikt met een derde, die zich bereid heeft verklaard de woning te kopen en af te nemen voor 31 december 2019. Deze derde is dus wel bereid gebleken aan de door cliënten gestelde voorwaarde te voldoen.”
In reactie hierop heeft Aldi beslag laten leggen op de woning van [geïntimeerden] . Een vordering tot opheffing van dat beslag is door de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant bij vonnis van 4 februari 2020 afgewezen.
3.2.1.In de onderhavige procedure vordert Aldi in conventie – zakelijk weergegeven – na wijziging van eis primair de nakoming van een koopovereenkomst met betrekking tot de woning en medewerking aan het passeren van de notariële akte van levering op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,= per dag dat zij daarmee in gebreke blijven. Subsidiair vordert Aldi de veroordeling van [geïntimeerden] tot het sluiten van een koopovereenkomst met haar betreffende de woning op straffe van verbeurte van voormelde dwangsom, met veroordeling van [geïntimeerden] tot vergoeding van door haar, Aldi geleden schade. Meer subsidiair vordert Aldi een vergoeding van door haar te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, alles met veroordeling van [geïntimeerden] in de kosten van het geding met inbegrip van de kosten van het gelegde beslag en nakosten en alles voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad. Aan deze vordering heeft Aldi, kort samengevat, ten grondslag gelegd dat tussen partijen bij gelegenheid van de bespreking van 22 februari 2019 een koopovereenkomst met betrekking tot de woning tot stand is gekomen door ondertekening van de bij die gelegenheid besproken documenten. Een beroep op dwaling of wilsgebreken om deze te vernietigen kan niet slagen. Subsidiair voert zij aan dat [geïntimeerden] de onderhandelingen over een dergelijke overeenkomst niet meer mochten afbreken en, door dat toch te doen, schadeplichtig zijn geworden jegens Aldi.
3.2.2.[geïntimeerden] hebben in conventie gemotiveerd verweer gevoerd. Zakelijk weergegeven houdt dit in dat zij primair betwisten dat een koopovereenkomst tot stand is gekomen en subsidiair een beroep doen op de vernietiging daarvan wegens dwaling en/of andere wilsgebreken. Zij voeren aan dat zij op goede gronden de onderhandelingen over de bedoelde overeenkomst hebben gestaakt. Het hof komt, zo nodig, bij de beoordeling nader op het verweer terug.
3.2.3.Voorwaardelijk, voor het geval de rechtbank het in conventie gevorderde zou toewijzen, vorderen [geïntimeerden] de vernietiging van de koopovereenkomst op grond van een geestelijke stoornis, dan wel op grond van dwaling. Aldi heeft in reconventie onder verwijzing naar haar stellingname in conventie verweer gevoerd.
3.2.4.Nadat de rechtbank een mondelinge behandeling had gelast en gehouden, heeft de rechtbank in het in hoger beroep bestreden eindvonnis van 6 januari 2021 de vorderingen van Aldi in conventie afgewezen en Aldi in de proceskosten veroordeeld. De vorderingen in reconventie zijn buiten beschouwing gelaten, omdat aan de voorwaarde voor het instellen daarvan niet was voldaan.
De beslissing van de rechtbank berust – kort samengevat - op het oordeel dat de datum van levering doorgaans als een essentieel onderdeel van een koopovereenkomst van onroerende zaken valt te bestempelen (r.o. 5.5) en dat op 22 februari 2019 nog geen sprake was van overeenstemming op dat punt en een leveringstermijn nog niet was overeengekomen (r.o. 5.6). Omdat overeenstemming op dat punt een essentieel onderdeel van de koopovereenkomst vormt, betekent dat dat geen overeenkomst tot stand is gekomen (r.o. 5.7). [geïntimeerden] waren onder de gegeven omstandigheden volgens de rechtbank gerechtigd de onderhandelingen af te breken, omdat Aldi door het stellen van nieuwe ontbindende voorwaarden de onderhandelingen opnieuw compleet open had gegooid (r.o. 5.8).