ECLI:NL:GHSHE:2022:2768
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant inzake bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 31 december 2021 was veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank had de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van 30 dagen opgelegd, met een proeftijd van 3 jaren en bijzondere voorwaarden, waaronder een locatie- en contactverbod met de gemeente. De verdachte, geboren in 1956, heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis bevestigt, terwijl de verdediging betoogde dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is en verzocht om matiging van de straf.
Het hof heeft het beroep beoordeeld en is van oordeel dat de rechtbank de conclusie van de psychiater, die de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar heeft geclassificeerd, terecht heeft overgenomen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in staat is om enige controle over zijn gedrag te houden, ook al heeft hij moeite met het beheersen van zijn emoties in stressvolle situaties. De verdediging's verzoek om ontslag van alle rechtsvervolging werd afgewezen, omdat het hof van mening is dat de verdachte niet geheel ontoerekeningsvatbaar is.
Het hof heeft de opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 30 dagen bevestigd, met inachtneming van de noodzaak om de verdachte te weerhouden van herhaling van soortgelijke feiten. Het hof heeft ook het locatie- en contactverbod bevestigd, om de veiligheid van de medewerkers van de gemeente te waarborgen. De beslissing van het hof is op 9 augustus 2022 openbaar uitgesproken.