3.1De vaststelling van de feiten in het vonnis waarvan beroep onder 2. is niet bestreden, zodat het hof ook in hoger beroep hiervan uitgaat. Deze vaststelling luidt als volgt, met een door het hof aangebrachte letteraanduiding:
Parc Beheer beheert Parc De Kievit, een recreatiepark in [vestigingsplaats] aan [adres 1] (hierna: het park).
[appellante] is samen met haar echtgenoot, [de echtgenoot] (hierna: [de echtgenoot] en tezamen [appellanten] ) op of omstreeks 11 januari 2008 eigenaar geworden van het in het park aan de [adres 2] gelegen perceel grond met daarop recreatiebungalow [nummer] (hierna: de bungalow).
Op 31 januari 2008 is tussen [appellanten] en Elzent Leisure B.V. of (een) nader door haar aan te wijzen derde(n) als beheerder een overeenkomst getiteld ‘Overeenkomst met betrekking tot parklasten Parc de Kievit te [vestigingsplaats] ’ tot stand gekomen (hierna: de parklastenovereenkomst). In artikel 1 is het takenpakket van de beheerder als volgt omschreven:
“a. het instrueren en begeleiden van de door de beheerder bij het uitvoeren van de
werkzaamheden ingeschakelde personen;
(recreatieve) instandhouding van de aanwezige centrale voorzieningen op De Kievit;
(recreatieve) instandhouding en onderhoud van de algemene terreinen en de zich daarin/daarop bevindende infrastructurele voorzieningen, voorzover die liggen op het terrein van De Kievit, te weten:
1. het grasmaaien van de grasvelden indien dit noodzakelijk is;
2. het snoeien van boomopstanden en struiken indien dit nodig is;
3. het schoonhouden van sloten en wateren welke onderdeel zijn van het park;
4. het verrichten van onderhoud aan de semi-verharde negen, welke toegankelijk zijn
voor auto's een en ander ter beoordeling van beheerder;
5. het zonodig vervangen en repareren van de terreinverlichting en anderzijds
openbare voorzieningen:
6. het onderhoud van de infrastructuur, zoals leidingen, kabels en riolering, een en
ander ter beoordeling van beheerder.”
Artikel 3 bevat bepalingen over de door de eigenaar aan de beheerder voor de uitvoering van het in artikel 1 omschreven takenpakket te betalen vaste parklastenvergoeding (3.1- 3.4) en over door de beheerder aan de eigenaar afzonderlijk door te berekenen kosten (3.5). Artikel 3.5 van de parklastenovereenkomst luidt als volgt:
“In de vergoeding zoals genoemd in artikel 3.1 zijn niet begrepen:
- kosten van gas, water, electra
- toeristenbelasting;
- rioolrechten, afvalstoffenheffing, zuiveringslasten:
- omroep bijdrage en kosten C.A.I.
Voornoemde kosten worden afzonderlijk door de beheerder dan wel door de betrokken overheidsinstanties aan de eigenaar doorberekend.”
Artikel 3.6 bevat de volgende bepaling:
“Vergoeding van de kosten zoals genoemd in artikel 3.5 die door de beheerder worden doorberekend geschiedt op basis van een voorschotnota (... ). Jaarlijks zal een verrekening door beheerder worden uitgevoerd op basis van de werkelijke kosten. (... )”
In artikel 4 is een kettingbeding opgenomen. Ingevolge artikel 5 maakt het Huishoudelijk
reglement Parc de Kievit (hierna: het huishoudelijk reglement) deel uit van de parklastenovereenkomst.
Parc Beheer is als beheerder in de plaats getreden van Elzent Leisure B.V.
Vanaf 2010 of 2011 heeft [appellanten] de facturen van Parc Beheer niet meer geheel voldaan.
Bij vonnis van 6 april 2016 heeft de kantonrechter [appellanten] , in conventie, veroordeeld tot betaling van € 9.166,77 wegens onbetaald gelaten facturen van Parc Beheer over de jaren 2009 tot en met 2015. [appellanten] heeft dit bedrag aan Parc Beheer betaald en is in hoger beroep gegaan.
Bij factuur van 13 december 2017 met [factuurnummer 1] heeft Parc Beheer voor het kalenderjaar 2018 een bedrag van € 1.489,94 inclusief btw aan [de echtgenoot] in rekening gebracht. [appellanten] heeft, na in een e-mail bezwaar tegen deze factuur te hebben gemaakt, een deel groot € 773,83 voldaan. Het restant van € 716,11 is onbetaald gebleven.
Bij e-mail van 16 januari 2018 heeft Parc Beheer [appellante] - samengevat - bericht:
- dat de parklasten volledig moeten worden voldaan;
- dat de regeling ‘afkoop dagbezoek’ ongeveer 25 jaar geleden met de belangenvereniging is overeengekomen, als vervanging van de entreebetaling door bezoekers;
- dat als [appellante] geen CAI afneemt, deze post inclusief de post Videma zal worden gecrediteerd;
- dat de calculatie van de kosten van afvalverwerking aan de belangenvereniging is verstrekt en dat deze kosten afzonderlijk worden doorbelast;
- dat het probleem van [appellante] met de postbus een bezorgingsprobleem is en dat Parc
Beheer daarbuiten staat.
Parc Beheer heeft bij factuur van 17 april 2018 met [factuurnummer 2] (Eindafrekening verbruikskosten) een bedrag van € 2.282,27 inclusief btw (inclusief het voorschot voor elektra en water over 2018) in rekening gebracht. [appellanten] heeft dit bedrag niet voldaan.
In hoger beroep heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bij tussenarrest van 5 december 2017 (hierna: het tussenarrest) een oordeel gegeven over de uitleg van artikel 3.5 en 3.6 van de parklastenovereenkomst (r.o. 3.7.5.) en heeft het Parc Beheer opgedragen informatie te verstrekken, waaronder een overzicht van de werkelijke kosten (als bedoeld in artikel 3.5. en 3.6 van de parklastenovereenkomst) die Parc Beheer aan [appellanten] heeft doorbelast, met een toelichting hoe die werkelijke kosten zijn opgebouwd. Bij eindarrest van 26 juni 2018 (hierna: het eindarrest) heeft het gerechtshof het vonnis van de kantonrechter van 6 april 2016, voor zover in conventie gewezen, vernietigd en zijn de vorderingen van Parc Beheer jegens [appellanten] over de periode 2009-2015 afgewezen. Het gerechtshof heeft daartoe in die procedure - kort samengevat - overwogen dat Parc Beheer haar vorderingen onvoldoende had onderbouwd. Parc Beheer heeft het door [appellanten] aan Parc Beheer betaalde bedrag van € 9.166,77 betreffende de periode 2009 tot en met 2015 vervolgens aan [appellanten] terugbetaald.
De incassogemachtigde van Parc Beheer heeft [appellante] of [de echtgenoot] bij brief van 21 augustus 2018 en herhaald bij brieven van 29 augustus 2018, 17 september 2018 en 4 oktober 2018 gesommeerd tot betaling van de facturen van 13 december 2017 en 17 april 2018, zijnde € 2.998,38 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De gemachtigde van [appellanten] heeft Parc Beheer bij brief/e-mail van 29 augustus 2018 gesommeerd tot (onder meer) het verstrekken van nadere informatie over de bij [appellanten] in rekening gebrachte kosten.
Een aantal eigenaren van bungalows in liet park heeft zich verenigd in Belangenvereniging Parc De Kievit (hierna: de belangenvereniging). [appellanten] is geen lid (meer) van de belangenvereniging.
De bungalow van [appellanten] staat, althans stond ten tijde van de laatste proceshandeling in deze zaak, te koop.
De procedure in eerste aanleg