Uitspraak
5.Het arrest van 12 mei 2020
6.Het verdere verloop van de procedure
7.De verdere beoordeling
we hebben er niets aan veranderd”, zei [geïntimeerde] , alleen op het eind waar een boom stond, daar is de draad voor het gemak vóór de boom langs gespannen (zodat het lijkt alsof het perceel van [geïntimeerde] iets kleiner is geworden).
Wij hebben de oude scheiding aangehouden”. [de erven] hield de boel in de gaten en kwam af en toe koffie brengen.
Ik heb ook een verklaring geschreven. Dat kan ik wel gedaan hebben.”
[persoon G] is mijn vrouw. Mijn vrouw heeft getypt wat ik vertelde. (..) De inhoud komt van mij.”De getuige beaamde dit te hebben gedaan op verzoek van [geïntimeerde] .
Dat de eigenaar [de erven] toendertijd het huis heeft gekocht op augustus 2015 en ik daar op verzoek grondwerkzaamheden met de kraan heb verricht. De bedoeling was om palen te drukken op de erfafscheiding van het perceelnummer [perceel 1] . Aangezien er op de erfafscheiding aangrenzend landbouwgrond nog allerlei bremmen en wortels zaten heb ik die eerst moeten verwijderen (..)”. Op de vraag waarom er in de verklaring het jaartal 2015 stond antwoordde de getuige: “
De palen zijn gezet in 2005. (..) Pas in 2015 hoorde ik dat de scheiding niet juist was (..)”.
In eerste instantie was het een grote rotzooi. Dat is allemaal opgeruimd. De omheining is weggehaald en we hebben de voorste en laatste paal laten staan. En er is een lijn gespannen en zijn de palen gedrukt.”
We hebben een lijn gespannen en daar moesten de palen komen. Ik was wel bij het spannen van de lijnen.”
Dat de eigenaar [de erven] toendertijd het huis heeft gekocht op augustus 2015 en ik daar op verzoek ben gaan kijken om advies te geven voor de aanpak van de weilanden. (..) De erfafscheiding die er op dat moment stond was een gaashek die de grens tussen de percelen (..) aangaf. Die erfafscheiding was geplaatst door de voormalige eigenaar ( [de erven] …). Die had aangegeven (..) zodat er nieuwe palen gezet konden worden op de lijn die er toen aanwezig was. Dat is de lijn die er tot op heden nog steeds is.”
Ik heb dat toen gedaan. Ik heb een computer”. De getuige verklaarde dat het jaartal 2015 fout was, dat moest 2005 zijn. Hij had geen contact gehad over deze verklaring.
Wij hebben er eerst over gepraat met [geïntimeerde] . Van te voren, niet naderhand. Als ik niet meer weet wat er aan de hand is, weet ik niet waarover ik een verklaring moet geven.” De getuige wist niet hoe het kwam dat hij en [persoon B] dezelfde eerste zin hebben gebruikt. Hij verklaarde: “
Ja ze[ [geïntimeerde] , hof]
heeft wat op papier gezet. Het was zoveel jaren terug en dan moet je geheugen wat opgefrist worden”.
Niet dat ik weet. Ja het is nu een andere omheining, maar op dezelfde plek. Dat is niet veranderd. Misschien een centimeter verschoven maar dat weet ik niet.”
Ik heb gezien dat de voorste en de achterste paal er nog stonden toen ik de andere palen heb gelost. Daarna ben ik weggegaan.”, aldus de getuige
Ja vroeger was er een draad gespannen. Ja die palen waren al gezet toen ik kwam. De nieuwe palen zijn aan de voor- en achterkant neergezet en daarna zijn de oude palen aan de voor- en achterkant weggehaald. Het prikkeldraad is weggehaald en er zijn nieuwe palen gezet. De voorste en achterste waren ook nieuw. Aan de hand van die palen wisten ze de afstand en de lijn.” De getuige verklaarde alleen aanwezig te zijn geweest bij het drukken van de eerste en de laatste paal.
Zoals hij nu is” en hoe de erfafscheiding was na vernieuwing n 2005: “
hetzelfde!”.
Als jullie het gaas eruit halen, zetten wij nieuwe palen’’, zo zei ik dat tegen [de erven] . Jullie is [de erven] en wij zijn [persoon B] , [persoon D] en ik. [de erven] heeft het gaas eruit gehaald en in samenspraak met hem zijn we het terug gaan plaatsen.”
zodat we zeker wisten dat het goed was”. De plek van de palen werd bepaald doordat de voorste en de achterste paal zijn blijven staan en daar tussen draad is gespannen en de nieuwe palen zijn geplaatst. De afstand van het nieuwe hek was een meter of 50.
Volgens mij is door [de erven] de nieuwe erfafscheiding geplaatst. Ik kan mij niet anders voorstellen dat waar dat gazenhek was, dat daar het nieuwe hek is geplaatst (..) Ik heb gezien dat daar mannen aan het werk waren. Ik was daar toen vooral aan het spelen. Wat ik mij herinner is het precies zo aangelegd is als dat het was. (..) hij[ [persoon A] , hof]
hielp met het hek plaatsen en hij hielp met het oude hek weghalen.”
[de verkoper]gehoord. Hij verklaarde dat er vroeger als erfscheiding een oud stuk draad stond, met een paar palen met een hek. “
De ene keer stond het wat meer naar hier en andere keer meer naar daar. (..) Soms gaat de ploeg van de boer iets meer naar links of iets naar rechts. Het is lastig bij landbouwgrond aan te geven waar de erfscheiding precies ligt. Iedere boer weet dat. Als het over een parkeerplaats van een auto gaat, dan zou iets meer of minder land veel uitmaken want dan zou je er niet meer door kunnen. Maar bij een stuk land van deze grootte maakt het niet uit.”
Toen viel mij op dat iets niet klopte. Het was niet meer zoals het was. Meestal is het als iemand dood is dat er landje pik wordt gepleegd. Maar ik kon niet precies zeggen wat er niet klopte op de halve meter. (..) Het was allemaal anders. Ik kan het niet zien op de meter maar ik zag dat de nieuwe palen op een andere plek stonden. (..) Ik heb (..) niks gedaan. Ik dacht ik zie het wel wanneer het wordt verkocht.”
En toen zag hij ook dat het niet klopte. (..) Hij zei dat de lijn niet goed liep. (..) Ik heb wel gezien dat ze daar gestaan hebben en dat het niet klopte.”. Vervolgens verklaarde de getuige dat hij heeft gezien dat de door [persoon H] geplaatste grenspalen kort hierna waren verdwenen “
Ik heb toen gezegd: sla er een ijzeren paal in.”
In 2007 kocht ik het perceel bouwland van de erven [de erven] aan de [adres 1] het viel mij toen wel op dat de situatie verschilde met die van voorheen, toen het hek recht liep. Aangezien ik het kocht om door te verkopen, ben ik ervan uitgegaan dat de volgende koper het land toch zou laten uitmeten, hetgeen ook inderdaad is geschied in 2013.”
Hij zei: [de verkoper] , moet je naar [plaats] toe? Daar heb ik palen voor moeten zetten en daar moest ik een verklaring voor afleggen. Ik zei: hoe moet jij dat nou weten? Hij zei: ja dat weet ik niet.”
“(..) het gesprek liep nogal hoog op. Op laats zei hij dat niet op mij had maar op [persoon I][s].
Zo zijn wij uitgepraat. Mijn meineed is niet op mij van toepassing maar op [de verkoper] .”
Zodoende is er een misverstand ontstaan tussen deze [persoon B] en [persoon I] .”