4.1.In de onderhavige procedure heeft [appellant] gevorderd:
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting:
1. aan eiser te betalen een bedrag van € 6.828,84 aan hoofdsom zijnde vervangende schadevergoeding;
2. aan eiser te betalen een bedrag van € 1.805,31 zijnde expertisekosten;
3. aan eiser te betalen de wettelijke rente over € 6.828,84, vanaf 7 december 2017 dan wel vanaf datum dagvaarding;
4. aan eiser te betalen de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 716,44;
5. aan eiser te betalen de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris van
gemachtigde van eiser.
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting:
1. aan eiser te betalen een bedrag van € 4 080,73 aan hoofdsom zijnde nakoming van de
overeenkomst;
2. aan eiser te betalen een bedrag van € 1.805,31 zijnde expertisekosten;
3 aan eiser te betalen de wettelijke rente over € 4.080,73, vanaf 26 november 2018 dan wel vanaf datum dagvaarding;
4. aan eiser te betalen de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrag van € 533,07;
5. aan eiser te betalen de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris van
gemachtigde van eiser
1. om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisers een, in goede justitie, nader te betalen vervangende schadevergoeding
1. de gebreken zoals gesteld in het expertiserapport te herstellen. Op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag na betekening van het vonnis dat gedaagde niet voldoet aan het vonnis;
2 om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisers te betalen een bedrag van
€ 1.805,31 zijnde expertisekosten;
3. om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisers te betalen de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 716,44;
4. om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisers te betalen de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris van gemachtigde van eisers.’