In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen VGZ Zorgkantoor B.V. betreffende de terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb). Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 2 augustus 2022 uitspraak gedaan. De appellant had in 2014 een pgb toegekend gekregen, maar VGZ Zorgkantoor heeft in 2016 een terugvorderingsbesluit genomen omdat de verantwoording van de besteding van het pgb niet voldoende was. Appellant heeft geen bezwaar gemaakt tegen dit besluit, wat leidde tot de formele rechtskracht van het besluit. Het hof oordeelt dat VGZ Zorgkantoor terecht de terugvordering heeft gehandhaafd, omdat appellant niet tijdig heeft gereageerd op het terugvorderingsbesluit en geen nieuwe feiten heeft aangedragen die een herziening rechtvaardigen. Het hof bekrachtigt het eerdere vonnis van de kantonrechter, waarbij de vordering van VGZ Zorgkantoor is toegewezen. De proceskosten worden aan appellant opgelegd.