Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de verdachte op 24 januari 2020 werd veroordeeld voor mishandeling. De politierechter legde een gevangenisstraf op van 2 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werd de tenuitvoerlegging gelast van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis vroeg, met uitzondering van de beslissing over de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf. De verdediging pleitte voor vrijspraak en afwijzing van de vorderingen tot tenuitvoerlegging.
Het hof heeft het beroep beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van een reclasseringsmedewerker. De verdachte heeft tijdens een taakstraf, toen hij werd aangesproken op zijn telefoongebruik, geweld gebruikt door voorwerpen naar de werkmeester te gooien en hem in het gezicht te slaan. Het hof heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. Het hof heeft besloten de gevangenisstraf te bevestigen, maar heeft de beslissing over de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf herzien.
De beslissing van het hof is gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft de gevangenisstraf van 1 maand opgelegd en de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf gelast. De uitspraak is gedaan op 5 januari 2022.