Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- [appellante] , bijgestaan door mr. Plaat en
- [medewerker Kredietbank] , werkzaam bij Kredietbank Nederland.
3.De beoordeling
In het verleden is immers gebleken dat de omgangsregeling veel energie kostte waardoor het werktraject van [appellante] on hold en zelfs beëindigd moest worden. Dat [appellante] in het kader van de Participatiewet is ontheven van de arbeidsplicht, betekent namelijk nog niet dat de rechter-commissaris haar in het schuldsaneringstraject daarvan vrijstelt. Het hof is van oordeel dat [appellante] op de goede weg is, maar naar het oordeel van het hof is deze opgaande lijn nog van te recente aard om te kunnen oordelen dat de situatie van [appellante] voldoende stabiel is om een duurzaam gebleken wijze en dat zij de schuldenproblematiek onder controle heeft gekregen.