Uitspraak
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] ;
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] .
Raad voor de Kinderbescherming,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het hoofdverblijf van de kinderen bij haar te bepalen alsmede in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te bepalen dat de kinderen éénmaal per twee weken een lang weekend van vrijdag tot maandag bij de vader verblijven, waarbij de vader [minderjarige 2] op vrijdag om 12.00 uur van de [educatie] (voor- en vroegschoolse educatie) haalt en [minderjarige 1] om 14.45 uur van [speciaal basisonderwijs] (speciaal basisonderwijs) ophaalt en op maandagochtend [minderjarige 2] tussen 0815 uur en 08.30 uur naar de [educatie] brengt en [minderjarige 1] om 08.45 uur naar [speciaal basisonderwijs] ;
- de vakanties te verdelen in die zin dat de kinderen de vakanties van een week bij de vader verblijven (voorjaarsvakantie en herfstvakantie), de meivakantie bij de moeder en de meerweekse vakantie (kerst- en zomervakantie) bij helfte tussen partijen wordt verdeeld in die zin dat de kinderen maximaal twee weken aaneengesloten bij een ouder verblijven en dat de vakanties op een maandag aanvangen en op een zondag eindigen, alsmede dat de kinderen op Moederdag bij hun moeder verblijven en op Vaderdag bij hun vader verblijven;
- aan haar vervangende toestemming te verlenen om [minderjarige 1] weer op [speciaal basisonderwijs] in te schrijven en wanneer de kinderen bij de vader verblijven, dan wel een goede zorgregeling vast te stellen, in goede justitie nader te bepalen;
- aan haar vervangende toestemming te verlenen om [minderjarige 1] speltherapie te laten volgen;
- aan haar vervangende toestemming te verlenen om [minderjarige 2] net als [minderjarige 1] op de basisschool [speciaal basisonderwijs] in [plaats] in te schrijven;
- te bepalen dat de vader zich aan zijn informatieverplichting op grond van artikel 1:377b van het Burgerlijk Wetboek (BW) dient te houden;
- een raadsonderzoek te gelasten.
- het hoofdverblijf van de kinderen bij haar te bepalen alsmede in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te bepalen dat de kinderen doordeweeks bij de moeder verblijven en één lang weekend in de maand en de overige weekenden bij de vader verblijven, waarbij de vader [minderjarige 2] op vrijdag om 12.00 uur van de [educatie] haalt en [minderjarige 1] om 14.45 uur van [speciaal basisonderwijs] ophaalt en op maandagochtend [minderjarige 2] tussen 0815 uur en 08.30 uur naar de [educatie] brengt en [minderjarige 1] om 08.45 uur naar [speciaal basisonderwijs] ;
- de vakantieregeling vast te stellen dat in de vakanties van een week de reguliere zorgregeling doorloopt, behalve de kerst- en zomervakantie, waarvan de moeder verzoekt om die vakanties bij helfte tussen de ouders te verdelen in die zin dat de kinderen maximaal twee weken aangesloten bij een ouder verblijven en dat de vakanties op een maandag aanvangen en op een zondag eindigen, alsmede dat de kinderen op Moederdag bij hun moeder verblijven en op Vaderdag bij hun vader verblijven, dan wel een goede zorgregeling in goede justitie te bepalen.
- de moeder, bijgestaan door mr. P.F.M. Gulickx als waarnemer van mr. Klootwijk;
- de vader, bijgestaan door mr. Van Kerkhof;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
- het V6-formulier met bijlage van mr. Van Kerkhof van 7 juni 2022;
- het V8-formulier van mr. Van Kerkhof van 17 juni 2022;
- het V8-formulier met bijlagen van mr. Van Kerkhof van 20 juni 2022.