ECLI:NL:GHSHE:2022:2651
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het verzoek in hoger beroep inzake jeugdbescherming
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, uitgesproken op 19 januari 2022. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Wouters, verzocht het hof om de eerdere beschikking te vernietigen en de verzoeken niet-ontvankelijk te verklaren of af te wijzen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.E. de Wit-de Witte, diende een verweerschrift in. De Raad voor de Kinderbescherming was ook betrokken in deze procedure.
Het hof heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder V6-formulieren en brieven van de betrokken partijen. Op 13 juli 2022 trok de vader zijn hoger beroep in, wat leidde tot het niet doorgaan van de geplande mondelinge behandeling. Het hof concludeerde dat de grieven van de vader niet werden gehandhaafd, wat resulteerde in de beslissing om de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek in hoger beroep. Deze uitspraak werd gedaan op 28 juli 2022, in aanwezigheid van de griffier.