[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1961,
wonende te [adres 1] .
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van:
- voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet (feit 1 in zaak met parketnummer 03-702591-16);
- opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd (feit 2 in zaak met parketnummer 03-702591-16);
- opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod (feit 3 in de zaak met parketnummer 03-702591-16);
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II (feit 1 in de zaak met parketnummer 03-866310-16);
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie (feit 2 in de zaak met parketnummer 03-866310-16),
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren met aftrek van de tijd die in voorarrest is doorgebracht.
Voorts heeft de rechtbank het op de beslaglijst onder 10 genoemde inbeslaggenomen voorwerp onttrokken aan het verkeer en de op die beslaglijst onder 1 tot en met 9, 11 en 12 genoemde voorwerpen verbeurdverklaard.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 03-702591-16 en het onder 1 en 2 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 03-866310-16
gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte (rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM) ter zake daarvan zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd die in voorarrest is doorgebracht. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof omtrent de in beslag genomen goederen een beslissing zal nemen conform de beslissing van de rechtbank.
De verdediging heeft bepleit dat het hof de verdachte integraal zal vrijspreken van het onder 1, 2, 3 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 03-702591-16 en van het onder 2 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 03-866310-16. Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 03-866310-16 heeft verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van het hof. Daarnaast heeft de verdediging een strafmaatverweer gevoerd. Ten aanzien van de onder de verdachte in beslaggenomen voorwerpen heeft de verdediging geen verweer gevoerd.
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de redengeving waarop dit berust, met dien verstande dat het hof de tenlastelegging en de bewezenverklaring verbeterd zal lezen als hierna vermeld en met aanvulling en verbetering van de gronden, en met uitzondering van de opgelegde straf, en de motivering daarvan.
Verbeterde lezing van de tenlastelegging en de bewezenverklaring van het feit onder 1 in de zaak met parketnummer 03-702591-16
Het hof is van oordeel dat de steller van de tenlastelegging, mede gelet op de onder voornoemd feit opgenomen wetsartikelen, kennelijk abusievelijk het in artikel 10a, eerste lid aanhef en onder 3°, van de Opiumwet opgenomen bestandsdeel ‘
waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit’niet heeft opgenomen in de tenlastelegging van het onder 1 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 03-702591-16.
Het hof leest het onder 1 tenlastegelegde en bewezenverklaarde in de zaak met parketnummer 03-702591-16 verbeterd, in dier voege dat na de zinsnede "
(…) met ongeveer 4 liter heldere vloeistof bevattende methanol,", wordt ingelezen:
"
waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) en/of stof(fen) bestemd was/waren tot het plegen van dat feit,”
Het hof neemt hierbij in aanmerking dat vanwege de in de nadere omschrijving van de tenlastelegging d.d. 30 november 2016 vermelde wettelijke voorschriften waarbij het desbetreffende feit is strafbaar gesteld het ook zonder uitdrukkelijke vermelding van het ontbrekende bestanddeel duidelijk is dat dit bestanddeel niettemin deel uit maakt van het van de verdachte gemaakte verwijt.
Mede bezien tegen de inhoud van het procesdossier is het voor de verdachte steeds voldoende duidelijk geweest waarvan hij wordt beschuldigd en waartegen hij zich moest verdedigen. Dit oordeel vindt mede zijn bevestiging in de omstandigheid dat de verdediging zowel ter terechtzitting in eerste aanleg als in hoger beroep er blijk van heeft gegeven goed te hebben begrepen wat verdachte wordt verweten en waartegen hij zich
moest verweren. Bovendien neemt het hof hierbij in aanmerking dat de verdediging in eerste aanleg geen verweer heeft gevoerd op dit onderdeel en dat het ook na de bewezenverklaring en kwalificatie van de rechtbank, in hoger beroep geen onderwerp van debat is geweest.
Aangezien de aard en de ernst van de tenlastelegging en het bewezenverklaarde in zijn geheel beschouwd niet worden aangetast door voornoemde misslagen, behoeft deze verbeterde lezing van de tenlastelegging en bewezenverklaring niet tot vernietiging van het vonnis te leiden. Door de verbeterde lezing is de verdachte niet in zijn verdediging geschaad.
Verbeterd gelezen tenlastelegging onder 1 in de zaak met parketnummer 03-702591-16
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2016 tot en met 18 april 2016 te Schinveld, in de gemeente Onderbanken, in elk geval binnen het arrondissement Limburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA en/of tenamfetamine en/of N-ethyl MDA, zijnde amfetamine en/of MDMA en/of tenamfetamine en/of N-ethyl MDA (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
(onder meer) voorhanden heeft/hebben gehad:
- een refluxopstelling bestaande uit (onder meer) een 10 liter Lhals rond-bodemkolf voorzien van een spiraalkoeler en gevuld met 2 liter zure rood bruine olieachtige vloeistof
bevattende BMK en een zeer lage concentratie APAAN, en/of
- een 200 liter klemdekselvat gevuld met 70 liter zure waterige vloeistof met drijfogen
bevattende BMK en verdund zwavelzuur, en/of
- een 20 liter jerrycan met etiket zwavelzuur 37% en gevuld met een zure waterige vloeistof
met gele drijfogen bevattende BMK in (verdund) zwavelzuur, en/of
- een 25 kilogram kartonnen ton met opschrift ‘medical talc powder’ inhoudende 4 1-liter
flessen (leeg) met opschrift zwavelzuur 37% en 2 zwarte vuilniszakken met resten geel
poeder bevattende waarschijnlijk APAAN, en/of
- een verzamelvat en/of emmer en/of maatbeker met resten zure rood bruine olieachtige
vloeistof bevattende BMK in water, en/of
- een 5 liter jerrycan, met 2,5 liter zure rood bruine olieachtige vloeistof bevattende BMK,
en/of
- nieuw en gebruikt laboratoriumglaswerk, en/of
- 2, althans een hoeveelheid, pH meters, en/of
- 2, althans een hoeveelheid, gebruikte en vervuilde verwarmingsdekens, en/of
- een elektrische vloeistofpomp merk LUTZ, en/of
- een 5 literjerrycan kleur wit met opschrift methanol gevuld met ongeveer 4 liter heldere
vloeistof bevattende methanol,
waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) en/of stof(fen) bestemd was/waren tot het plegen van dat feit,
zich of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van
dat/die feit(en) heeft verschaft en/of trachten te verschaffen immers heeft hij, verdachte, in of omstreeks die periode opzettelijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, materialen, te weten een (vloeistof)pomp, aangeschaft en/of aangekocht ten behoeve van het omzettingslab zoals aangetroffen aan de [adres 2] te Schinveld, en/of diens schuur daartoe ter beschikking gesteld;
Verbeterd gelezen bewezenverklaring onder 1 in de zaak met parketnummer 03-702591-16
hij in de periode van 1 april 2016 tot en met 18 april 2016 te Schinveld, in de gemeente Onderbanken, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken en/of verwerken van hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA en/of tenamfetamine en/of N-ethyl MDA, zijnde amfetamine en MDMA en tenamfetamine en N-ethyl MDA telkens een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
(onder meer) voorhanden heeft gehad:
- een refluxopstelling bestaande uit (onder meer) een 10 liter Lhals rond-bodemkolf voorzien van een spiraalkoeler en gevuld met 2 liter zure rood bruine olieachtige vloeistof
bevattende BMK en een zeer lage concentratie APAAN, en
- een 200 liter klemdekselvat gevuld met 70 liter zure waterige vloeistof met drijfogen
bevattende BMK en verdund zwavelzuur, en
- een 20 liter jerrycan met etiket zwavelzuur 37% en gevuld met een zure waterige vloeistof
met gele drijfogen bevattende BMK in (verdund) zwavelzuur, en
- een 25 kilogram kartonnen ton met opschrift ‘medical talc powder’ inhoudende 4 1-liter
flessen (leeg) met opschrift zwavelzuur 37% en 2 zwarte vuilniszakken met resten geel
poeder bevattende waarschijnlijk APAAN, en
- een verzamelvat en emmer en maatbeker met resten zure rood bruine olieachtige
vloeistof bevattende BMK in water, en
- een 5 liter jerrycan, met 2,5 liter zure rood bruine olieachtige vloeistof bevattende BMK
en
- nieuw en gebruikt laboratoriumglaswerk, en
- 2 gebruikte en vervuilde verwarmingsdekens, en
- een elektrische vloeistofpomp merk LUTZ, en
- een 5 literjerrycan kleur wit met opschrift methanol gevuld met ongeveer 4 liter heldere
vloeistof bevattende methanol,
waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat die voorwerpen en stoffen bestemd waren tot het plegen van dat feit;