ECLI:NL:GHSHE:2022:2581

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 maart 2022
Publicatiedatum
26 juli 2022
Zaaknummer
20-001475-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter in strafzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 10 juni 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1997, was in eerste aanleg veroordeeld, maar heeft tegen deze veroordeling hoger beroep ingesteld. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd voor wat betreft de opgelegde straf en heeft in plaats daarvan opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft bepaald dat een gedeelte van de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft het vonnis van de politierechter voor het overige bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in het arrest zijn opgenomen. Deze uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de verdachte en is mondeling uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Parketnummer: 20-001475-21

Uitspraak : 11 maart 2022
TEGENSPRAAK (art. 279 Sv)
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingslocatie Breda, van 10 juni 2021, in de strafzaak onder parketnummer 96-234461-20 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
wonende te [adres] .

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en met aanvulling van de gronden en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
2 (twee) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. C.P.J. Scheele.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 maart 2022.