Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[[X]] Elektro,
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 7580649 \ CV EXPL 19-1591)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
“als gevolg van het onzorgvuldig handelen van [[X]] Elektro”.
“toerekenbare tekortkoming in de nakoming”van [appellant] ten bedrage van € 46.161,00 inclusief btw. Ook heeft de advocaat van [geïntimeerde] bij deze brief namens [geïntimeerde] de overeenkomst met [appellant]
“uitdrukkelijk”ontbonden.
exclusiefbtw vordert, en [geïntimeerde] te veroordelen in de proceskosten van beide instanties en in de nakosten, telkens te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente.
“in technische zin niet exact is vastgesteld”en dat de brand is ontstaan door een elektrische sluiting en/of een oververhitting, waaraan - aldus dit rapport - meerdere oorzaken ten grondslag kunnen liggen.
“Ik antwoord hierop dat de verdeelinrichting open lag. Ik bedoel hiermee dat de twee schermkappen eraf lagen (…). Op de lader van de heftruck lagen de schroefdoppen en smeltveiligheden (…) deze ontbraken in de verdeelinrichting. (…) Er hingen ook een aantal draden los (…). Het is in de avonduren gebeurd. Het gaat om een bedrijf met koelcellen, dus dat moet in orde zijn. Zonder stroom kan de koeling niet functioneren. Als iemand hier overdag mee bezig is, dan laat je dat niet in de nacht zo achter. Daaruit concludeer ik dat er iemand aan het werk moet zijn geweest. Het is een gevaarlijke situatie, want iemand die erbij komt kan rechtstreeks aan het stroom zitten. (…)
“in verband met de problemen van het aansluiten van de koelopleggers de voedingskabel had omgelegd. (…) Hij was naar kantoor gelopen om met (…) [persoon B] te overleggen en toen hij terugkwam bij de elektrische installatie stonden de kabels in brand”.
“Nu u mij dit voorleest herinner ik mij dat meneer [appellant] mij verteld heeft dat hij bezig was met de installatie van de stop die voor de stroomtoevoer voor de krachtstroom zorgt. Hij was bezig met het vervaardigen van krachtstroomaansluiting voor de vrachtwagens. Toen ik wegging had hij tegen mij gezegd dat hij al een paar keer een stop had moeten vervangen, omdat als hij de stroom erop zetten de stoppen eruit vielen. Hij heeft toen ook nog de stoppen laten zien. Dit waren de stoppen die hij gebruikte. Of dat de juiste stop is dat weet ik niet.”[persoon C] heeft op 14 oktober 2020 ter gelegenheid van de contra-enquête als getuige een verklaring gelijkluidend aan zijn schriftelijke verklaring afgelegd.
“De krachtstroomwandcontactdoos voor de koelmotoren van de vrachtwagens werkte niet. Ik heb die ruim een week van te voren aangelegd. Ik zou dat op het einde nogmaals controleren. Ik was daar op de avond van 14 maart 2018 niet mee bezig.
“naar de verdeelinrichting is gegaan voor de brand. Dat kan ook niet, want hij was aan het overleggen met”[persoon B]
“en we waren aan het in- en uitladen”.
“heel graag”wil
“weten wat de elektra verbruik van de koelwagens zijn dus met andere woorden het verbruik van de koelmotors hoeveel KW verbruik Ik heb vermoeden hele hoge verbruik dat ik zwaardere zekeringen in moet zetten van daar Als ik dat weet doe ik vandaag nodige materiaal mee maak ik in orde in meter kast moet ik het ene en andere inzetten van daar”en dat uit de door [appellant] in het geding gebrachte facturen blijkt dat [appellant] gemanipuleerde smeltpatronen in rekening heeft gebracht bij [geïntimeerde] . De enkele omstandigheid dat [appellant] naar eigen zeggen op deze mail geen reactie heeft gehad van [geïntimeerde] sluit niet uit dat [appellant] op de dag van de brand toch werkzaamheden aan de verdeelinrichting heeft verricht.
“je dat niet in de nacht zo achter”laat. Het hof acht deze conclusie volstrekt logisch. Alleen al op grond hiervan acht het hof het hoogst onwaarschijnlijk dat de brand is veroorzaakt door werkzaamheden van de koelmonteurs.
“dat je wel elektricien moet zijn om hieraan te werken.”,zodat het niet voor de hand ligt dat een zoon van [persoon D] aan de verdeelinrichting zou hebben gewerkt. Bovendien heeft een van de zonen van [persoon D] een getuigenverklaring afgelegd, waarin hij heeft verklaard dat hij de avond van de brand niet in de verdeelinrichting is geweest en dat hij de maanden ervoor alleen opruimwerkzaamheden in de verdeelinrichting heeft verricht. Deze getuige heeft ook verklaard dat hij op de avond van de brand samen met onder anderen zijn
“broertje”aanwezig was in het pand van [[Y]] . Anders dan [appellant] lijkt te veronderstellen, gaat het hof er dan ook van uit dat de getuigenverklaring is afgelegd door de oudste zoon van [persoon D]
“Geconstateerd is dat er geen installatietekeningen en -schema’s ten behoeve van de aanleg van, of wijzigingen aan, de betreffende verdeelinrichting aanwezig waren. Hieruit wordt opgemaakt dat het aan te sluiten vermogen op de installatie niet is doorgerekend. Ook op dit punt voldoet de aanleg van de elektrische installatie niet aan de norm NEN1010.”Deze constatering ondersteunt de aannemelijkheid van het gebruik van gemanipuleerde smeltpatronen door [appellant] .
“(forse) financiële gevolgen”voor [[Y]] door de brand.
“Huur bouwmaterieel tbv brand schade [[Y]] ”en factuur [factuur 2] betreft
“Nieuw plafond na brand schade”.
4.De uitspraak
in principaal en incidenteel hoger beroep: