ECLI:NL:GHSHE:2022:255

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 februari 2022
Publicatiedatum
1 februari 2022
Zaaknummer
200.243.001_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar de terugsnijding van bomen in burenrechtelijke context

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een burenconflict met betrekking tot de terugsnijding van bomen. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. N.P.H. Vissers, hebben bezwaar gemaakt tegen de bomen van de geïntimeerden, vertegenwoordigd door mr. W.J.F. Geertsen, die naar hun mening te veel lichtinval belemmeren. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen en heeft nu besloten dat deskundigenonderzoek noodzakelijk is om te bepalen hoe de bomen verantwoord kunnen worden teruggesnoeid zonder dat ze afsterven. De deskundige, Mevrouw A. Mette van Groenvisie Mette, is benoemd om specifieke vragen te beantwoorden over de terugsnijding van een rode esdoorn en een kersenboom. Het hof heeft de deskundige gevraagd om te onderzoeken tot welke hoogte de bomen kunnen worden teruggesnoeid, hoe dit moet gebeuren en of er mogelijkheden zijn om de lichtinval te verbeteren zonder de bomen te verwijderen. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn begroot op € 2.262,70, te betalen door de appellanten. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere behandeling na ontvangst van het deskundigenrapport.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.243.001/01
arrest van 1 februari 2022
in de zaak van

1.[appellant],wonende te [woonplaats],

2.
[appellante],wonende te [woonplaats],
appellanten,
advocaat: mr. N.P.H. Vissers te Leusden,
tegen

1.[geïntimeerde 1],wonende te [woonplaats],

2.
[geïntimeerde 2],wonende te [woonplaats],
geïntimeerden,
advocaat: mr. W.J.F. Geertsen te Maastricht,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 16 oktober 2018, 12 mei 2020, 6 oktober 2020, 4 mei 2021 en 19 oktober 2021.

15.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 19 oktober 2021;
  • de akte na tussenarrest van [appellanten];
  • de akte uitlating na tussenarrest van [geïntimeerden]
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

16.De verdere beoordeling

16.1.1.
Bij het tussenarrest heeft het hof onder meer geoordeeld (rov. 13.8.5.) dat deskundigenonderzoek noodzakelijk was over de mate waarin de beide bomen kunnen worden teruggesnoeid met behoud van hun levensvatbaarheid en een acceptabele vorm.
In verband met de aan de deskundige te stellen vragen heeft het hof partijen verzocht het hof bij akte te informeren over het aantal te benoemen deskundigen (een of drie), de persoon daarvan en de aan deze(n) te stellen vragen.
16.1.2.
Partijen waren het erover eens dat één deskundige zou volstaan. Over de persoon daarvan waren zij het niet eens. Zij hebben verder suggesties gedaan over de te stellen vragen.
16.2.
Het hof zal als deskundige benoemen:
Mevrouw A. Mette
Groenvisie Mette
[adres]
[postcode] [plaats]
[telefoonnummer]
[e-mailadres]
Deze deskundige voldoet blijkens haar curriculum vitae aan alle eisen die in dit verband aan een bomen-deskundige kunnen worden gesteld (als door [geïntimeerden] verwoord in hun akte).
16.3.1.
Beide partijen zijn het erover eens dat aan de deskundige zal worden gevraagd tot welke hoogte de beide bomen verantwoord kunnen worden teruggesnoeid met behoud van de levensvatbaarheid en een acceptabele vorm. Dit zal het hof doen.
16.3.2.
Door [appellanten] is gesteld dat deze vraag voor beide bomen apart beantwoord dient te worden. Het hof deelt die visie. [appellant] heeft daarnaast gesuggereerd dat de deskundige de vorm van de boom (na het verantwoord snoeien) zal aangeven, opdat voor partijen duidelijk is waaraan voldaan moet worden. Het hof neemt die suggestie over.
16.3.3.
Door [geïntimeerden] is gesuggereerd dat het hof als vraag aan de deskundige zal stellen:

Indien het niet mogelijk is om de bomen terug te snoeien zonder dat zij doodgaan, bestaat er dan een mogelijkheid – op welke wijze dan ook – om te bewerkstelligen dat de bomen niet langer verminderde lichtinval veroorzaken, zonder dat de bomen verwijderd moeten worden? Zo ja, hoe kan dit worden bewerkstelligd?”
Het hof had in zijn tussenarrest reeds opgemerkt dat het zijn voorkeur heeft als de bomen een kans krijgen te overleven. Daarbij past deze vraag en het hof zal de vraag overnemen.
16.4.1.
Het hof zal, in aanmerking genomen het hiervoor verwoorde en hetgeen in het tussenarrest is overwogen, bepalen dat de deskundige gemotiveerd en zo nauwkeurig mogelijk antwoord dient te geven op de hierna genoemde vragen.
A) 1) Tot welke hoogte kan de
rode esdoornin de tuin van [geïntimeerden] verantwoord worden teruggesnoeid opdat in de tuin van [appellanten] meer zonlicht en lichtinval zal komen, waarbij dat snoeien zo geschiedt dat de boom levensvatbaar blijft en een acceptabele vorm behoudt?
2) Kunt u aangeven op welke wijze dat snoeien dient te geschieden, of dit in één keer kan of dat dit gefaseerd moet zijn, en welke vorm de rode esdoorn uiteindelijk bij voorkeur zal moeten krijgen?
3) Indien het niet mogelijk is om rode esdoorn terug te snoeien zonder dat de boom afsterft, bestaat er dan een mogelijkheid – op welke wijze dan ook – om te bewerkstelligen dat de boom niet langer verminderde lichtinval veroorzaakt, zonder dat de boom verwijderd moet worden? Zo ja, hoe kan dit worden bewerkstelligd?
B) 1) Tot welke hoogte kan de
kersenboomin de tuin van [geïntimeerden] verantwoord worden teruggesnoeid opdat in de tuin van [appellanten] meer zonlicht en lichtinval zal komen, waarbij dat snoeien zo geschiedt dat de boom levensvatbaar blijft en een acceptabele vorm behoudt?
2) Kunt u aangeven op welke wijze dat snoeien dient te geschieden, of dit in één keer kan of dat dit gefaseerd moet zijn, en welke vorm de kersenboom bij voorkeur uiteindelijk zal moeten krijgen?
3) Indien het niet mogelijk is om kersenboom terug te snoeien zonder dat de boom afsterft, bestaat er dan een mogelijkheid – op welke wijze dan ook – om te bewerkstelligen dat de boom niet langer verminderde lichtinval veroorzaakt, zonder dat de boom verwijderd moet worden? Zo ja, hoe kan dit worden bewerkstelligd?
C) Heeft u voor het overige nog opmerkingen waarvan u het zinvol acht dat het hof daarvan kennis neemt?
16.4.
Het voorschot van de deskundige, dat door deze is begroot op € 2.262,70
komt ten laste van [appellanten]
16.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

17.De uitspraak

Het hof:
17.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 16.3 van dit arrest geformuleerde vragen;
17.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen
Mevrouw A. Mette
Groenvisie Mette
[adres]
[postcode] [plaats]
[telefoonnummer]
[e-mailadres]
17.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
17.4.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van het concept-rapport– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het rapport van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het rapport tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed rapport, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het rapport aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijke, ondertekende rapport ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
17.5.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 2.262,70, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat partij [appellanten] laatstgenoemd bedrag zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
17.6.
benoemt mr. H.A.G. Fikkers tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
17.7.
verwijst de zaak naar de rol van 5 april 2022 in afwachting van het deskundigenrapport;
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenrapport naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenrapport aan de zijde van [appellanten];
17.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, L.S. Frakes en J.K.B. van Daalen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 1 februari 2022.
griffier rolraadsheer