Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant],
[appellante],wonende te [woonplaats],
1.[geïntimeerde 1],wonende te [woonplaats],
[geïntimeerde 2],wonende te [woonplaats],
1.[geïntimeerde 1],wonende te [woonplaats],
[geïntimeerde 2],wonende te [woonplaats],
11.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 29 maart 2022;
- de memorie na tussenarrest tevens houdende wijziging van eis van [geïntimeerden] met een productie;
- het tussenarrest van 29 maart 2022;
- de memorie na tussenarrest tevens houdende wijziging van eis van [geïntimeerden] met een productie;
12.De verdere beoordeling
Artikel 20. bestemming bedrijfswoning.Het onderhavige verkochte heeft een bedrijfswoning bestemming.’
.Bovendien wordt in artikel 20 van de koopovereenkomst bepaald dat gemeentelijke documenten onderdeel van de overeenkomst zijn (zie rov. 6.1.4 in verbinding met rov. 6.1.7 van het tussenarrest van 27 juli 2021). Deze documenten zijn [geïntimeerden] ter hand gesteld. Uit die documenten volgt dat sprake was van een woning die in het bestemmingsplan als bedrijfswoning bestemd was, maar op basis van overgangsrecht als burgerwoning mocht worden gebruikt. Gelet op het voorgaande mocht [geïntimeerden] er dan ook niet vertrouwen dat hij een woning heeft gekocht die als burgerwoning bestemd was. [Makelaardij] heeft terecht aangevoerd dat de huidige planologische situatie exact gelijk is aan de situatie zoals die is beschreven in de koopovereenkomst en de daarbij gevoegde stukken van de gemeente.