ECLI:NL:GHSHE:2022:2529

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 februari 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
20-002280-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant inzake bedreiging met zware mishandeling

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 13 oktober 2020 was veroordeeld voor bedreiging met zware mishandeling. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van 60 dagen opgelegd, waarvan 41 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast waren er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht, ambulante behandeling, en een contact- en locatieverbod. De benadeelde partijen hadden vorderingen ingediend, waarvan een deel werd toegewezen.

De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis vroeg, en de argumenten van de raadsman van de verdachte, die vrijspraak bepleitte voor het eerste feit en een strafmaatverweer voerde. Het hof heeft het beroep beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de opgelegde gevangenisstraf en de voorwaarden niet meer noodzakelijk zijn. Het hof heeft de gevangenisstraf vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte heeft veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 41 dagen en bijzondere voorwaarden heeft opgelegd.

De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte zich moet melden bij de reclassering, ambulante behandeling moet ondergaan en medewerking moet verlenen aan controles op alcohol- en drugsgebruik. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep voor het overige bevestigd, met uitzondering van de gevangenisstraf en de daaraan verbonden voorwaarden. De uitspraak is gedaan op 28 februari 2022.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002280-20
Uitspraak : 28 februari 2022
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 13 oktober 2020, in de strafzaak met parketnummer 02-163055-20 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van bedreiging met zware mishandeling
(feit 1)en bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd
(feit 2)veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 60 dagen, waarvan 41 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en met daaraan verbonden een algemene voorwaarde en een aantal bijzondere voorwaarden (
te weten een meldplicht, een ambulante behandeling, een contact- en locatieverbod en een alcohol- en drugscontrole). Voorts heeft de rechtbank de vorderingen van de benadeelde partijen onder
nummer 1516808, onder
nummer 1516818, onder
nummer 1516833geheel en onder
nummer 1516838gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 550,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De benadeelde partij onder
nummer 1516838is voor het overige deel niet ontvankelijk verklaard in de vordering, waarbij is bepaald dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De raadsman van de verdachte heeft primair ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde vrijspraak bepleit en subsidiair een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf en de daaraan verbonden voorwaarden. Het hof is van oordeel dat er thans voor het door de rechtbank opgelegde contact- en locatieverbod geen noodzaak meer bestaat. Voor het overige sluit het hof zich aan bij en neemt het hof over de door de rechtbank gegeven strafmotivering en de vermelde wettelijke artikelen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
60 (zestig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
41 (eenenveertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat verdachte zich binnen 3 werkdagen na het ingaan van de proeftijd zal melden bij de reclassering van [verslavingskliniek] op het adres: [adres 2] . Hij blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- dat verdachte zich ambulant laat behandelen door Geestelijke Gezondheidszorg Westelijk Noord-Brabant (GGZ WNB) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- dat verdachte medewerking zal verlenen aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en een ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Aldus gewezen door:
mr. F. van Es, voorzitter,
mr. O.A.J.M. Lavrijssen en mr. J.F. Dekking, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C. Schenker, griffier,
en op 28 februari 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. J.F. Dekking is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.