Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- primair bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken en dat de vordering van de benadeelde partij zal worden afgewezen;
- subsidiair - voor het geval het hof toch tot een bewezenverklaring zou komen - bepleit dat zal worden volstaan met oplegging van een geheel voorwaardelijke straf met een proeftijd van maximaal 1 jaar en dat de vordering van de benadeelde partij zal worden afgewezen subsidiair niet-ontvankelijk zal worden verklaard, dan wel dat de gevorderde immateriële schade zal worden gematigd tot een bedrag van maximaal € 150,00.
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat het hier gaat om mishandeling van een medewerker van een bedrijf dat zich bezighoudt met de re-integratie van veroordeelden in de maatschappij, tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden bij dat bedrijf;
- de mate waarin door het bewezenverklaarde feit pijn en letsel is toegebracht aan het slachtoffer.
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 16 december 2021, waaruit blijkt dat hij in Nederland niet eerder met politie en/of justitie in aanraking is gekomen;
- de overige persoonlijke omstandigheden van verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
Ik zag dat [verdachte] met zijn gezicht naar [naam] stond en hem vastpakte bij zijn blouse die daardoor kapot gegaan is.”