Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘medeplegen van diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken’ (feit 1),
- ‘poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen’ (feit 2 primair),
- ‘handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapen en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd’ en ‘handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd’ (feit 3),
- handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie’ (feit 4) en
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II’ (feit 5),
hij op of omstreeks 19 mei 2016 te Hoensbroek, in elk geval in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 4050 EURO, in elk geval een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld heeft bestaan uit
2.
hij in of omstreeks de periode van 19 mei 2016 tot en met 20 mei 2016 in de gemeente Heerlen tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met een of meer ander(en), althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen 150.000 EURO, in elk geval een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met dat oogmerk
hij op 19 mei 2016 te Hoensbroek, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 4050 EURO, toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld heeft bestaan uit
hij in de periode van 19 mei 2016 tot en met 20 mei 2016 in de gemeente Heerlen tezamen en in vereniging met zijn mededaders, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 150.000 EURO, toebehorende aan die [slachtoffer] , met dat oogmerk
in de strafzaak met parketnummer 03-661112-17
in de strafzaak met parketnummer 03-661112-17
in de strafzaak met parketnummer 03-661112-17
A.
Toen [slachtoffer] naar de uitgang wilde lopen werd hem dit belet door alle mannen van de groep die in een kring om hem heen gingen staan.De door [slachtoffer] aangeduide man 1 zei: “er zit nog een vrouw in de bus”. Man 2 vroeg aan [slachtoffer] wie de vrouw in de bus was. [slachtoffer] gaf daarop aan dat dit zijn vriendin was. Toen een van de mannen opperde om haar naar binnen te halen, zei man 1: “laat maar” en zei hij tegen [slachtoffer] : “morgen kom je dat geld brengen. Haal maar niets doms in je hoofd.” Vervolgens mocht [slachtoffer] vertrekken. Een van de in de loods aanwezige mannen is door [slachtoffer] herkend als [medeverdachte 1] (
het hof begrijpt: [medeverdachte 1] [3] ; cursiveringen hof.).
De bestuurder van de Renault Twingo is herkend als de verdachte, [verdachte] .De bijrijder is herkend als [medeverdachte 2] . Door het observatieteam is voorts waargenomen dat [medeverdachte 2] uit de Twingo is gestapt en dat hij naar de werkbus van [slachtoffer] is toegelopen. [medeverdachte 2] keek eerst door de zijruit van het rechterportier van de werkbus, opende vervolgens de rechterschuifdeur en keek in de laadruimte van die bus om vervolgens het voorportier aan de rechterzijde te openen en uit het handschoenenvakje/dashboardkastje een pakketje te pakken. Onmiddellijk daarna is [medeverdachte 2] aangehouden door leden van het arrestatieteam. [6] De verdachte is vervolgens met hoge snelheid weggereden en kon nadien in België worden aangehouden. [7]
De telefoon met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] was in gebruik bij de verdachte. [8]
Hij heeft verklaard dat hij, [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en twee andere leden van [motorclub] aanwezig waren in de loods aan [adres 1] toen aangever [slachtoffer] binnenkwam.Een van de aanwezige mannen, door de verdachte omschreven als een Roemeense man rond de 40/45 jaar en tevens ‘K1 vechter’, heeft in gebrekkig Nederlands tegen [slachtoffer] gezegd: “het kan op twee manier gaan: goed- of kwaadschiks”. [medeverdachte 1] zei vervolgens tegen [slachtoffer] : “wij hebben nog veel te regelen”. [medeverdachte 1] zei: “je gaat betalen”. [slachtoffer] is vervolgens door de Roemeense man geslagen. [medeverdachte 1] heeft tegen [slachtoffer] gezegd dat zijn vriendin in de auto moest blijven zodat hij geld kon gaan halen. Het geld dat [slachtoffer] bij zich had heeft hij in de loods afgestaan. Dat de aangever in de loods kwam, is volgens [verdachte] geregeld door [medeverdachte 2] die telefonisch en per sms/app contact heeft gehad met aangever.
[slachtoffer] reageerde evenwel niet meer op telefoontjes van [medeverdachte 2] waarna de verdachte – naar eigen zeggen in opdracht van [medeverdachte 1] – [slachtoffer] heeft gebeld en hem gevraagd heeft naar het geld.[slachtoffer] heeft toen voorgesteld om het geld over te dragen bij de MacDonald’s. De verdachte is toen samen met [medeverdachte 2] naar de MacDonald’s gereden. [medeverdachte 2] is toen uit de auto gestapt en richting de werkbus gelopen. [9]
B. II
C. I
C. II
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
28 (achtentwintig) maanden;