Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
8.Het verdere procesverloop
- het arrest in het incident van 13 oktober 2020, waarbij de vordering van [appellant] ex artikel 843a Rv is afgewezen met veroordeling van [appellant] in de kosten van het incident.;
- de memorie van grieven van [appellant] van 17 november 2020 met producties;
- de memorie van antwoord van Stichting MCB van 26 januari 2021.
9.De verdere beoordeling
sinds 6 december 2017 genaamd MCB Uitvoering BV] (verder: MCB BV) en [appellant] . In die overeenkomst is onder meer opgenomen, dat [appellant] door Medisch Centrum Breda wordt toegelaten tot het door Medisch Centrum Breda geëxploiteerde zelfstandig behandelcentrum, gevestigd aan de [adres] te Breda, om aldaar zijn werkzaamheden als medisch specialist uit te voeren. In de overeenkomst is Medisch Centrum Breda gedefinieerd als “Medisch Centrum Breda BV en/of Stichting Medisch Centrum Breda”.
moet zijn: [appellant]] heeft op basis van het verstekvonnis executoriaal derdenbeslag doen leggen ten laste van Stichting MCB onder de ABN Amro Bank. Dat beslag heeft doel getroffen voor een bedrag van € 6.736,30. Dat bedrag is uitgewonnen door [appellant] .
[zijn]stelling nader te onderbouwen. Zij
[Hij]heeft dit echter nagelaten. Nu niet kan worden vastgesteld dat een overeenkomst tussen Stichting MCB en [appellant] bestaat, kan evenmin sprake zijn van een tekortkoming in de nakoming daarvan.