Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant sub 1] ,2. [appellante sub 2] ,beiden wonende te [woonplaats] ,
1.[geintimeerde sub 1] ,
5.Het verloop van de procedure
- het arrest van 14 september 2021;
- de op 26 oktober 2021 door [geintimeerde sub 1] en [geintimeerde sub 2] genomen memorie na tussenarrest;
- de op 23 november 2021 door [appellant sub 1] en [appellante sub 2] genomen antwoordmemorie na tussenarrest, tevens akte houdende wijziging van eis;
- de op 21 december 2021 door [geintimeerde sub 1] en [geintimeerde sub 2] genomen akte uitlaten wijziging van eis.
6.De verdere beoordeling in principaal en incidenteel hoger beroep
- de veroordeling van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] tot ontruiming van de strook grond bij het voorste deel van de perceelsgrens op straffe van verbeurte van een dwangsom (onderdeel 3.2 van het dictum, rov. 3.19.14 van dit arrest);
- het aan [appellant sub 1] en [appellante sub 2] opgelegde verbod om de strook grond te (doen) betreden, te (doen) gebruiken, te (doen) vervuilen of op enige wijze inbreuk te maken op het eigendomsrecht van [geintimeerde sub 1] en [geintimeerde sub 2] , op straffe van verbeurte van een dwangsom (onderdeel 3.3 van het dictum, rov. 3.19.14 van dit arrest);
- de veroordeling van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] in de proceskosten van het geding in conventie;
- de veroordeling van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] in de proceskosten van het geding in reconventie (zie rov. 3.21.3 van dit arrest);
- vordering 4 in conventie en vordering I in reconventie ter zake de oprichting van een scheidsmuur bij het achterste deel van de perceelsgrens (rov. 3.17.12 van het arrest van 14 september 2021);
- vordering J in reconventie ter zake beplanting nabij de te realiseren erfafscheiding bij het achterste deel van de perceelsgrens (rov. 3.17.12 van het arrest van 14 september 2021);
- vordering 6 in conventie en vordering K in reconventie ter zake, kort gezegd, het respecteren van elkaars privacy rov. 3.18.3 van het arrest van 14 september 2021);
- vordering 5 in conventie ter zake plaatsing van een hek bij het voorste deel van de perceelsgrens (rov. 3.20.3 van het arrest van 14 september 2021);
- de proceskosten van het principaal en incidenteel hoger beroep (rov. 3.22 van het arrest van 14 september 2021).
- vordering K in reconventie
- grief VI van [geintimeerde sub 1] en [geintimeerde sub 2] in incidenteel hoger beroep (vordering 6 in conventie)
- a. de camera’s die op het perceel van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] gericht zijn, te verwijderen, althans zo te installeren dat deze niet meer op het perceel van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] gericht zijn;
- b. om de lampen op hun terras te verwijderen, althans zo te installeren dat deze niet meer in de woonkamer van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] schijnen;
- c. ook overigens geen onrechtmatige inbreuk meer te maken op de privacy van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] ;
7.De uitspraak
- de erfafscheiding dient te worden geplaatst op hetgeen volgens onderdeel 3.4 van het dictum van het vonnis van 24 april 2019 als eigendomsgrens heeft te gelden; de rechtbank heeft in dat onderdeel van het vonnis voor recht verklaard dat [geintimeerde sub 1] en [geintimeerde sub 2] eigenaar zijn van de strook grond “vanaf de erfafscheiding aan de zijde van perceel [perceel geintimeerden] vanaf punt 7 tot en met 54, zoals weergegeven in het relaas van bevindingen van het Kadaster”;
- voor zover het de eigendomsgrens bij de carport en ten zuiden van de carport betreft, moet de door de rechtbank gegeven verklaring voor recht aldus moet worden uitgelegd dat [geintimeerde sub 1] en [geintimeerde sub 2] eigenaar zijn van de grond onder de carport, lopende aan de buitenzijde van deze carport van punt 50 langs het punt 51, en vervolgens van punt 52 naar punt 54 aan het einde van de perceelsgrens;
- de erfafscheiding dient te worden opgebouwd uit betonnen onderplaten die 70 centimeter boven de aarde op de eigendomsgrens zullen uitsteken, waarop tussen de betonnen schuttingpalen houten schuttingdelen van 130 centimeter hoog zullen worden aangebracht (totale hoogte dus 2 meter), echter met dien verstande dat de twee schuttingdelen die gedeeltelijk voor het woonkamerraam van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] zullen komen tussen de in rov. 6.2.13 genoemde schuttingpalen 46 en 47-1 en tussen de schuttingpalen 47-1 en 47-2, althans tussen de op die locaties te plaatsen betonnen schuttingpalen, zullen bestaan uit Polycarbonaat kanaalplaten, melkwit opaal, 110 centimeter hoog en 180 cm. breed (totale hoogte van de erfafscheiding hier dus 180 cm);
- partijen zullen met elkaar in overleg moeten treden over het bedrijf of de bedrijven die de materialen voor de erfafscheiding zal / zullen leveren en monteren;
- beide partijen zullen elk de helft van de kosten van de aanleg van de erfafscheiding moeten dragen;