In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingeleid door [appellanten], vertegenwoordigd door mr. M. Struik, tegen [geïntimeerde], vertegenwoordigd door mr. A. Smeekes. De zaak betreft een incident ex artikelen 22 en 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarin [appellanten] vorderingen heeft ingesteld tegen [geïntimeerde] met betrekking tot aansprakelijkheid voor schade en het overleggen van bepaalde bescheiden. De rechtbank Oost-Brabant had in eerste aanleg de vorderingen van [appellanten] afgewezen, waarbij werd geoordeeld dat er sprake was van een rechtsgeldige contractsovername door Guaramiranga Ltd., waardoor [geïntimeerde] niet meer aansprakelijk kon worden gesteld door [appellanten].
In het hoger beroep heeft [appellanten] een incident ingesteld waarin hij verzoekt om het overleggen van een huurovereenkomst met de Ltd. en bankbescheiden die de huurbetalingen aan de Ltd. aantonen. Het hof heeft geoordeeld dat het van belang is dat [geïntimeerde] de gevraagde stukken verstrekt om een volledig inzicht in de feiten te verkrijgen. Het hof heeft [geïntimeerde] bevolen om de gevraagde bescheiden over te leggen en heeft de beslissing over de proceskosten in het incident aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De zaak is verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van [geïntimeerde].