Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
4.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 23 februari 2021
- de conclusie van antwoord van 6 april 2021 (genaamd ‘memorie van antwoord’)
- de conclusie van repliek van 6 juli 2021 met producties 1 t/m 5
- de conclusie van dupliek van 14 september 2021 met producties H1 t/m H4
- de namens [appellante ] bij brief van 5 mei 2022 in het geding gebrachte producties 6 t/m 11
- de mondelinge behandeling van 12 mei 2022 waarbij partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd.
5.De verdere beoordeling
Op grond van artikel 1065 lid 7, derde zin, Rv, is het in de eerste en tweede zin van artikel 1065 lid 7 Rv bepaalde van overeenkomstige toepassing op de rectificatie van het vonnis, bedoeld in artikel 1060 Rv. In geval van rectificatie van een arbitraal vonnis, geldt de verlenging van de termijn van artikel 1064a lid 2 Rv daarom uitsluitend indien en voorzover de vordering tot vernietiging betrekking heeft op de grond dat het scheidsgerecht zich niet aan de opdracht heeft gehouden omdat het arbitraal vonnis een of meer kennelijke fouten bevat. Voor alle overige gronden tot vernietiging geldt de termijn van artikel 1064a lid 2 Rv.
€ 12.192,-