ECLI:NL:GHSHE:2022:2347

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 juli 2022
Publicatiedatum
12 juli 2022
Zaaknummer
200.283.617_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over exclusieve distributieovereenkomst en provisieverplichtingen tussen Recreahome B.V. en Delta Caravans International Ltd.

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tussen Recreahome B.V. en Delta Caravans International Ltd. over een exclusieve distributieovereenkomst. Recreahome, een dochteronderneming van Oostappen Groep B.V., is leverancier van stacaravans en heeft een overeenkomst met Delta, die caravans produceert. De overeenkomst, die in 2010 werd gesloten, bevatte bepalingen over exclusiviteit en provisie. In 2018 heeft Delta Recreahome in gebreke gesteld wegens tekortkomingen in de nakoming van haar inspanningsverplichting om verkoopmogelijkheden te creëren. Delta heeft de overeenkomst beëindigd en vorderde terugbetaling van onverschuldigde betalingen. Recreahome heeft in hoger beroep de vernietiging van het vonnis van de rechtbank gevraagd, waarin Delta werd veroordeeld tot betaling van provisie en schadevergoeding. Het hof heeft geoordeeld dat Recreahome tekort is geschoten in haar verplichtingen en dat Delta recht heeft op provisie over verkopen die door haar of haar groepsmaatschappij zijn gedaan. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank deels vernietigd en de vorderingen van beide partijen beoordeeld, waarbij het hof de proceskosten heeft gecompenseerd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.283.617/01
arrest van 12 juli 2022
in de zaak van
Recreahome B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
appellante in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als Recreahome,
advocaat: mr. I. Soetens te Eindhoven,
tegen
Delta Caravans International Ltd.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] , Verenigd Koninkrijk,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellante in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als Delta,
advocaat: mr. A.A. Marcus te Capelle aan den IJssel,
op het bij exploot van dagvaarding van 27 augustus 2020 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 27 mei 2020, door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, gewezen tussen Recreahome als eiseres in conventie, verweerster in reconventie en Delta als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/346866 / HA ZA 19-356)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • het exploot van anticipatie van Delta;
  • het herstelexploot van Recreahome;
  • de memorie van grieven van 12 januari 2021, tevens houdende wijziging van eis, met productie 1;
  • de memorie van antwoord in principaal hoger beroep van 23 maart 2021, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, met producties 1 en 2;
  • de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van 8 juni 2021;
  • de mondelinge behandeling van 8 juni 2022, waarbij partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd.
De producties 2 en 3 die aan de spreekaantekeningen van mr. Soetens zijn gehecht, worden buiten beschouwing gelaten, gelet op het bepaalde in artikel 87 lid 6 Rv.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De beoordeling

In principaal en incidenteel hoger beroep
De feiten
3.1.1. Met grief 1 van het principaal hoger beroep voert Recreahome aan dat de rechtbank bij de feitenvaststelling in het bestreden vonnis (rov. 2.1 t/m 2.6) ten onrechte bepaalde door Recreahome gestelde feiten niet heeft opgenomen. Deze grief faalt. Het staat de rechter immers vrij te bepalen welke tussen partijen vaststaande feiten voorafgaand aan de beoordeling tot uitgangspunt worden genomen. Andere feiten, en de vaststelling daarvan, kunnen vervolgens - voor zover relevant - bij de beoordeling aan de orde komen.
3.2.1. Het hof gaat uit van de volgende feiten.
a. Recreahome is leverancier van stacaravans, chalets en occasions voor recreatieparken. Recreahome koopt deze in en verkoopt deze vervolgens weer.
Recreahome is een 100%-dochter van Oostappen Groep B.V., een vennootschap die zich bezighoudt met het uitbaten van vakantieparken en al hetgeen daarmee samenhangt. Oostappen Groep B.V. was een grote opdrachtgever van Recreahome.
Delta is een fabrikant van stacaravans en chalets die zich vooral richt op de verkoop van caravans aan particuliere eigenaren. Zij verkoopt haar caravans niet rechtstreeks aan particulieren, maar uitsluitend via de tussenhandel. Voor het Verenigd Koninkrijk wordt de verkoop van caravans verzorgd door het dealernetwerk van Delta. Voor het vasteland van Europa heeft Delta geen eigen dealer-/verkooporganisatie maar is zij aangewezen op (een) distributeur(s).
Op 3 september 2010 zijn Recreahome en Delta een overeenkomst betreffende exclusief importeurschap aangegaan (hierna: de Overeenkomst). De Overeenkomst is zowel in de Engelse als de Nederlandse taal opgesteld, waarbij onder andere is opgenomen (artikel 14) dat in geval van onenigheid over de interpretatie en/of de uitleg van de tekst van de Overeenkomst, de Nederlandse tekst leidend zal zijn.
In de considerans van de Overeenkomst is het volgende opgenomen:
“1. Delta en Recreahome zijn op 14 oktober 2009 een overeenkomst aangegaan waarbij het exclusieve importeurschap van Delta door Recreahome en de prijsstelling van caravans inclusief de huurvloot zijn vastgelegd.
2. Partijen willen komen tot een meer langdurige samenwerking en komen daarbij tot de navolgende afspraken op hoofdlijnen. Door ondertekening van deze overeenkomst komen de voorgaande overeenkomst en eventuele andere afspraken te vervallen.”
Verder zijn in de Overeenkomst, voor zover hier van belang, de volgende artikelen opgenomen:
“1. De samenwerking op het gebied van het exclusieve importeurschap voor Recreahome van de producten van Delta wordt aangegaan voor een periode van 15 jaren, te rekenen vanaf 1 september 2010. (…)
2. Gedurende deze periode zal Recreahome als enige distributeur het importeurschap van Delta producten invullen. Uitzondering hierop vormt het bepaalde in artikel 3 van deze overeenkomst.
(…)
7. Delta levert aan Recreahome om niet het Delta logo en foto’s, plattegronden en andere digitale informatie van Delta. Recreahome is gerechtigd tot gebruik van het Delta logo en de naam als ook de eerder genoemde informatie voor commerciële doeleinden. Delta zal de commerciële activiteiten van Recreahome ondersteunen (…).
8. Er is overeengekomen dat voor wat betreft de aankoop door Recreahome geen minimum aantallen worden vastgelegd.
(…)
11. Gegeven de investeringen door beide partijen komen partijen overeen dit contract niet kan worden ontbonden, tenzij sprake is van een duidelijke contractbreuk. Een dergelijke contractbreuk dient tevoren te worden gemeld middels een aangetekend schrijven en tenminste één keer door partijen mondeling te worden besproken.
12. Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. De leveringsvoorwaarden van beide partijen zijn niet van toepassing op deze overeenkomst.
13. Alle geschillen van welke aard ook verband houdende met/voortvloeiende uit deze overeenkomst worden berecht door de bevoegde rechter in Nederland (Den Bosch).
Op 25 februari 2013 zijn partijen een wijziging van de gemaakte afspraken overeengekomen die zijn vastgelegd in het “Addendum overeenkomst betreffende exclusieve importeurschap” (hierna: de Nadere Overeenkomst). In de Nadere Overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
OVERWEGENDE DAT
(…)
(B) Partijen in deze Nadere Overeenkomst deze overeenkomst van 3 september 2010 wensen aan te passen en aan te vullen;
(C) Delta, in afwijking van de eerder gemaakte afspraken over de exclusiviteit voor Recreahome in Europa zoals vermeld in de overeenkomst van 3 september 2010, onder de voorwaarden vermeld in deze Nadere Overeenkomst, het recht zal verkrijgen om de door haar geproduceerde caravans rechtstreeks aan in Europa gevestigde derden (in beginsel één distributeur per land) te verkopen;
(D) Delta Recreahome een provisie zal betalen van 10 procent van de bruto verkoopprijs per verkochte caravan, als compensatie voor de afwijking op de eerder overeengekomen exclusieve positie van Recreahome in Europa betreffende de door Delta geproduceerde caravans;
KOMEN ALS VOLGT OVEREEN

1.UITZONDERING EXCLUSIEVE POSITIE VAN RECREAHOME

1.1
Delta verkrijgt van Recreahome het recht tot het promoten, distribueren, verkopen, leveren en het verlenen van ‘after sales’ service van de door Delta geproduceerde caravans zoals bedoeld in de overeenkomst tussen Partijen van 3 september 2010 in Europa, aan de door Delta en Recreahome gezamenlijk aan te wijzen distributeur. Gezamenlijk zullen Partijen op zoek gaan naar een geschikte distributeur voor ieder land in Europa. Voordat een distributeur wordt aangewezen, en voordat een distributieovereenkomst wordt gesloten, zullen Partijen de commerciële en financiële kracht van de potentiële distributeur bespreken, evenals zijn reputatie in de relevante markt van het specifieke land. De uiteindelijke beslissing betreffende de selectie van een nieuwe distributeur zal de verantwoordelijkheid zijn van Delta.
(…)
1.3
Recreahome blijft haar exclusieve positie zoals vermeld in de overeenkomst van 3 september 2010 in die Europese landen behouden waar nog geen distributeur is benoemd. Recreahome zal zich inzetten om in bovenstaande Europese landen verkoopopportunities te creëren. Tevens behoudt Recreahome haar exclusieve positie betreffende de door Delta geproduceerde en aan Oostappen Groep B.V. (en de aan haar gelieerde vennootschappen) te verkopen en te leveren caravans.

2.RAPPORTAGEPLICHT DELTA

2.1
Binnen twee weken na het einde van iedere kalendermaand zal Delta Recreahome
schriftelijk informeren over het aantal van de door haar gedurende de daaraan
voorafgaande kalendermaand aan de in Europa benoemde distributeurs verkochte en
geleverde caravans, alsmede over de daarmee door Delta gerealiseerde omzet, waarbij
Delta tevens een kopie van al haar relevante orders, orderbevestigingen en facturen aan
Recreahome zal verzenden.
(…)
2.3
Na ontvangst van de rapportage zoals vermeld in artikel 2.1 zal Recreahome een BTW-
factuur aan Delta verzenden voor de betaling van de provisie waarin de verschuldigde
bedragen exclusief BTW of een andere vergelijkbare heffing zijn vermeld, aangezien de
plaats van “levering” door Recreahome in de zin van de BTW-regelgeving in de UK
plaatsvindt.

3.PROVISIE

3.1
Delta zal Recreahome maandelijks, binnen een maand na het einde van iedere
kalendermaand, een provisie betalen van 10 procent van de door Delta in de
voorgaande kalendermaand gerealiseerde omzet van de in artikel 2 bedoelde verkochte
en geleverde caravans, zoals deze is vermeld in haar aan Recreahome in dezelfde maand
verzonden rapportage over de voorgaande kalendermaand, zoals bedoeld in
bovenstaand artikel 2.
(…)
5. LOOPTIJD
5.1
Deze nadere overeenkomst treedt in werking op de datum van ondertekening door beide
Partijen en heeft dezelfde looptijd als de overeenkomst tussen Partijen van 3 september
2010.
(…)
6. OVERIG
(…)
6.3
Voor het overige blijven de bepalingen van de overeenkomst van 3 september 2010
onverkort van kracht. Artikel 12, 13 en 14 van de overeenkomst van 3 september 2010 is
ook van toepassing op deze Nadere Overeenkomst.
6.4
Ter vermijding van misverstanden wensen Partijen artikel 11 van de overeenkomst van 3
september 2010 als volgt aan te passen en te verduidelijken: “Gegeven de investeringen
door beide Partijen komen zij overeen dat dit contract niet tussentijds kan worden
opgezegd. Ontbinding van dit contract is mogelijk indien sprake is van een duidelijke
contractbreuk. Een dergelijke contractbreuk dient tevoren te worden gemeld middels een
aangetekend schrijven en tenminste één keer door Partijen mondeling te worden
besproken”.
(…).”
Bij brief van 21 maart 2018 heeft de advocaat van Delta onder meer het volgende aan Recreahome bericht:
“(…)
To avoid any misunderstandings, it is hereby pointed out that the failure of Recreahome to properly perform its obligations under the agreements to develop the business and dealer network of Delta in Europe is considered by Delta to be a clear breach of contract that justifies termination of the agreement as set out in article 11 of the first and article 6.4 of the second agreement.
Since those clauses state that such a breach must be notified by means of registered letter and must be discussed verbally between the parties, this letter is sent to Recreahome directly as well as to [advocaat Recreahome], both by registered mail. Furthermore, it is hereby demanded from Recreahome to provide me with at least five possible dates and times for such a meeting in April 2018.
(…)
Furthermore, at least until Recreahome complies with the demands set out above, any and all obligations of Delta towards Recreahome (if any) are hereby suspended.
(…)”
Bij brief van 16 oktober 2018 heeft de advocaat van Delta onder meer het volgende aan Recreahome bericht:
“(…)
Under these circumstances Recreahome has given Delta no other choice than to follow up on its notification of clear breach of contract set out in my letter of 21 March 2018. Therefore Delta hereby terminates, with immediate effect, the agreement of 3 September 2010 as amended by the Addendum of 20 February 2013, as per the provisions of article 11 and article 6.4 respectively.
(…).
Het geding in eerste aanleg
3.2.1.
In deze procedure heeft Recreahome gevorderd, in conventie, na wijziging van eis:
I. Delta te veroordelen om aan Recreahome te voldoen een bedrag van GBP 277.888,25, met wettelijke handelsrente vanaf 31 juli 2017;
II.
Primair: Delta te veroordelen om aan Recreahome te voldoen een bedrag van GBP 113.000,-, met wettelijke handelsrente vanaf 1 april 2018;
Subsidiair: Delta te veroordelen inzage te geven in de verkoopcijfers aangaande het totaal door Delta in Europa verkochte caravans in de periode vanaf 31 juli 2017 tot en met 1 april 2018, zulks vergezeld van een creditfactuur ter hoogte van de commissie ad 10% door Delta aan Recreahome te voldoen binnen tien dagen, op straffe van een dwangsom;
III. Delta te veroordelen om inzage te geven in de verkoopcijfers aangaande het totaal door Delta in Europa verkochte caravans in de periode van 2 april 2018 tot en met het moment waarop vonnis wordt gewezen, zulks vergezeld van een creditfactuur ter hoogte van de commissie ad 10% door Delta aan Recreahome te voldoen binnen tien dagen, op straffe van een dwangsom;
IV. Delta te veroordelen tot nakoming van de Nadere Overeenkomst tot en met 1 september 2025, op straffe van een dwangsom; en
V. Delta te veroordelen tot betaling aan Recreahome van buitengerechtelijke kosten begroot op een bedrag van € 3.729,41 en proceskosten, een en ander met wettelijke rente, en de nakosten.
3.2.2.
Delta heeft verweer gevoerd. In reconventie heeft Delta gevorderd:
1. te verklaren voor recht dat de Overeenkomst en de Nadere Overeenkomst op 16 oktober 2018 zijn geëindigd; en
2. Recreahome te veroordelen tot betaling aan Delta van een bedrag van GBP 451.525,-, met wettelijke vanaf 16 oktober 2018.
3.2.3.
In het eindvonnis van 27 mei 2020 heeft de rechtbank, in conventie, Delta veroordeeld om aan Recreahome te voldoen:
- een bedrag van GBP 277.888,25, te vermeerderen met wettelijke handelsrente vanaf 31 juli 2017 tot aan de dag van voldoening,
- een bedrag van GBP 113.000,-, te vermeerderen met wettelijke handelsrente vanaf 1 april 2018 tot aan de dag van voldoening,
- een bedrag van € 3.729,41 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met wettelijke rente,
met veroordeling van Delta in de proceskosten en nakosten.
3.2.4.
In het eindvonnis heeft de rechtbank, in reconventie, voor recht verklaard dat de Overeenkomst en de Nadere Overeenkomst op 16 oktober 2018 zijn geëindigd. De rechtbank heeft proceskosten in reconventie gecompenseerd.
3.2.5.
Voor het overige heeft de rechtbank de vorderingen in conventie en reconventie afgewezen.
Het geding in hoger beroep
3.3.1.
Recreahome heeft in principaal hoger beroep drie genummerde grieven aangevoerd. Recreahome heeft geconcludeerd tot (gedeeltelijke) vernietiging van het bestreden vonnis en tot het toewijzen van haar vorderingen, zoals in hoger beroep als volgt gewijzigd:
I. Delta te veroordelen om inzage te geven in de verkoopcijfers aangaande het totaal door Delta in Europa verkochte caravans in de periode van 1 april 2018 tot en met het moment waarop arrest wordt gewezen, zulks vergezeld van een creditfactuur ter hoogte van de commissie ad 10% door Delta aan Recreahome te voldoen binnen tien dagen, op straffe van een dwangsom;
II. Delta te veroordelen tot nakoming van de Nadere Overeenkomst tot en met 1 september 2025, op straffe van een dwangsom;
III. Delta, voorwaardelijk, voor het geval het onder I gevorderde niet wordt toegewezen, Delta te veroordelen om inzage te geven in de verkoopcijfers aangaande het totaal door Delta in Europa verkochte caravans in de periode van 1 april 2018 tot en met 16 oktober 2018, zulks vergezeld van een creditfactuur ter hoogte van de commissie ad 10% door Delta aan Recreahome te voldoen binnen tien dagen, op straffe van een dwangsom; en
IV. Delta, subsidiair ten aanzien van wat onder I t/m III is gevorderd, te veroordelen tot betaling aan Recreahome van een vervangende schadevergoeding van GBP 790.660,-, met wettelijke rente,
een en ander met veroordeling van Delta in de kosten van de procedure, met wettelijke rente en nakosten.
3.3.2.
Delta heeft in incidenteel beroep drie genummerde grieven aangevoerd. Delta heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis gewezen in conventie, met uitzondering van de toewijzing van het bedrag van GBP 277.888,25 in hoofdsom, en vernietiging van het bestreden vonnis gewezen in reconventie, met uitzondering van de toegewezen verklaring voor recht over het einde van de Overeenkomst en de Nadere Overeenkomst. Delta heeft verder gevorderd toewijzing van haar vordering in reconventie en veroordeling van Recreahome tot terugbetaling van wat Delta op grond van het bestreden vonnis ten onrechte aan Recreahome heeft betaald, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente, een en ander met veroordeling van Recreahome in de kosten van beide instanties, inclusief nakosten, met wettelijke rente en nakosten.
Bevoegdheid en toepasselijk recht
3.4.
Het hof overweegt dat, gelet op het bepaalde in artikel 25 lid 1 Verordening (EU) nr. 1215/2012, de Nederlandse rechter bevoegd is.
Tegen het oordeel van de rechtbank dat Nederlands recht van toepassing is, is geen grief gericht, zodat ook het hof daarvan uitgaat.
Beëindiging overeenkomsten
Tekortkoming Recreahome
3.5.1.
Recreahome bestrijdt met haar derde grief (die zij “grief 4” noemt) het oordeel van de rechtbank dat zij een inspanningsverplichting had om zich in te zetten om verkoopmogelijkheden te creëren in de landen waarvoor zij als distributeur door Delta was aangesteld. Volgens Recreahome had de inspanningsverplichting uit artikel 1.3 van de Nadere Overeenkomst niet de reikwijdte zoals door de rechtbank aangenomen. Recreahome stelt te hebben gedaan wat is afgesproken. Zij heeft Delta namelijk in contact gebracht met distributeurs in Europa, waarbij zij verwijst naar haar producties 4, 19 en 20. Het betrof hier bovendien een gezamenlijke inspanning te leveren door Recreahome en Delta, aldus Recreahome.
3.5.2.
Het hof stelt voorop dat het voor de beantwoording van de vraag hoe in een contract de verhouding tussen partijen is geregeld, aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Deze vraag kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract.
3.5.3.
Uit de tekst van de artikelen 1.1 en 1.3 van de Nadere Overeenkomst volgt dat partijen gezamenlijk op zoek zouden gaan naar een distributeur in ieder land van Europa, waarna Recreahome in de desbetreffende landen niet langer de (exclusieve) distributeur van Delta zou zijn. De achtergrond van deze beperking van de aanvankelijk in de Overeenkomst aan Recreahome verleende exclusiviteit, was dat Recreahome problemen ondervond met de verkoop en/of de
after salesservice in de desbetreffende landen, zo begrijpt het hof uit de stellingen van partijen (inleidende dagvaarding, 16 e.v. en memorie van grieven, 28; conclusie van antwoord, 11 e.v.). In ruil voor het inleveren van haar exclusiviteit in landen waar een distributeur werd aangesteld, kreeg Recreahome een recht op provisie van 10% over de omzet uit de verkopen van Delta aan deze distributeurs (artikel 3.1 Nadere Overeenkomst).
3.5.4.
Artikel 1.3 Nadere Overeenkomst bepaalt uitdrukkelijk dat Recreahome haar exclusieve positie behoudt in die Europese landen waar nog geen distributeur is benoemd, en dat Recreahome zich zal inzetten om in deze Europese landen verkoopmogelijkheden te creëren. Het gaat bij deze verplichting dus niet, zoals Recreahome betoogt, om de verplichting van Recreahome en Delta om samen op zoek te gaan naar distributeurs die het distributeurschap van Recreahome kunnen overnemen, maar om een verplichting voor Recreahome om zelf te blijven proberen caravans te verkopen in die landen waar nog geen distributeur gevonden is. Het gaat dan om de verkoop door Recreahome van caravans aan dealers, vakantieparken en eindgebruikers. Deze inspanningsverplichting om verkoopmogelijkheden te creëren bestond
naastde verplichting om distributeurs te vinden voor landen waar Recreahome moeite had met de verkoop en/of
after sales. Uit de artikelen 1.1 en 1.3 volgt dat deze inspanningsverplichting, anders dan de verplichting om distributeurs te zoeken, geen gezamenlijke inspanningsverplichting betrof, maar een inspanningsverplichting die alleen op Recreahome rustte. Een dergelijke inspanningsverplichting is overigens ook gebruikelijk voor een distributeur die van de producent een exclusieve positie krijgt om producten op de markt te brengen in een bepaald gebied. Vanwege de exclusiviteit is de producent immers voor de verkoop in het desbetreffende gebied volledig afhankelijk van de inspanningen van de distributeur. Ten slotte, het feit dat de Overeenkomst (artikel 8) bepaalt dat voor Recreahome geen minimumaantallen golden, betekent slechts dat Recreahome niet verplicht was met haar inspanningen een bepaald resultaat te bereiken, maar laat de verplichting om die inspanning te leveren onverlet.
3.5.5.
Recreahome heeft de stelling van Delta dat Recreahome is tekortgeschoten in de nakoming van haar inspanningsverplichting om in de landen waarin zij haar exclusieve positie behield verkoopmogelijkheden te creëren, onvoldoende gemotiveerd betwist. Recreahome heeft slechts gesteld dat zij distributeurs heeft gezocht in onder meer Nederland, België, IJsland, Tsjechië en Polen. Uit de producties 4, 19 en 20 waarnaar Recreahome in dit verband verwijst, volgt dat het hierbij gaat om distributeurs die de taken van Recreahome in de desbetreffende landen konden overnemen, zoals bedoeld in artikel 1.1 Nadere Overeenkomst, en niet om dealers of andere partijen aan wie Recreahome zelf caravans heeft proberen te verkopen. Recreahome heeft zich op het standpunt gesteld dat zij geen inspanningsverplichting had tot het ontwikkelen van de markt en het verkopen van caravans. Indien zij niettemin van mening was dat zij desondanks wel voldoende inspanningen op dit vlak heeft geleverd, lag het op de weg van Recreahome om concreet te stellen wat zij daartoe heeft ondernomen. Dit geldt eens te meer nu Recreahome, zoals Delta onbetwist heeft gesteld, sinds 2013 geen (nieuwe) caravans van Delta aan een derde heeft verkocht, maar slechts caravans heeft afgenomen ten behoeve van de eigen groep. Een dergelijke onderbouwing van Recreahome ontbreekt echter.
3.5.6.
Kortom, de conclusie is dat Recreahome te kort is geschoten in haar inspanningsverplichting om in de landen waarin zij haar exclusieve positie behield verkoopmogelijkheden te creëren. Anders dan Recreahome stelt, kan deze tekortkoming wel degelijk worden aangemerkt als een duidelijke contractbreuk in de zin van artikel 11 Overeenkomst en artikel 6.4 Nadere Overeenkomst. Het betreft immers een kernverplichting voor Recreahome als exclusieve distributeur, en van enige inspanning van Recreahome om de aan haar exclusief toebedeelde markten te ontwikkelen en de verkoop te stimuleren is in elk geval sinds 2013 niets gebleken.
Kans op herstel / ingebrekestelling
3.6.1.
Delta heeft, bij aangetekende brief van haar advocaat van 21 maart 2018, in niet mis te verstane bewoordingen gewezen op deze tekortkoming en van Recreahome verlangd dat zij binnen veertien dagen zou bevestigen dat zij haar verplichting zou nakomen en, meer concreet, antwoord zou geven op de door Delta bij e-mail van 18 januari 2018 gestelde vragen over de wijze waarop Recreahome tot dan toe invulling had gegeven aan haar inspanningsverplichting en op welke wijze Recreahome voornemens was dit de komende jaren te gaan doen. Daarmee kwalificeert deze brief als een ingebrekestelling in de zin van artikel 6:82 lid 1 BW.
3.6.2.
In de reactie hierop heeft Recreahome, bij brief van haar advocaat van 23 april 2018, zich op het standpunt gesteld dat zij aan de op haar rustende inspanningsverbintenis ruimschoots heeft voldaan, waarbij zij uitsluitend verwijst naar het benaderen van distributeurs en niet naar eigen verkoopinspanningen. Zoals overwogen in rov. 3.5.4 is dit echter niet voldoende om aan de inspanningsverplichting van artikel 1.3 Nadere Overeenkomst te voldoen. De door Delta in de brief van 21 maart 2018 gevraagde bevestiging en antwoorden op haar vragen hoe Recreahome voornemens was aan haar inspanningsverplichting tot het creëren van verkoopmogelijkheden concreet invulling te geven, heeft Recreahome niet gegeven.
3.6.3.
Partijen hebben vervolgens op 6 juni 2018 een bespreking gehouden, conform het bepaalde in de overeenkomsten, en in de maanden daarna onderhandeld over een mogelijke aanpassing van de overeenkomsten. Het overleg tussen partijen is afgesloten met de e-mail van de advocaat van Recreahome van 12 oktober 2018. Het standpunt van Recreahome over de reikwijdte van haar inspanningsverplichting zoals onder meer vermeld in de brief van haar advocaat van 23 april 2018 is niet gewijzigd.
3.6.4.
Gelet op de voortdurende tekortkoming van Recreahome en het door haar ingenomen standpunt, was duidelijk dat Recreahome niet bereid was de hierboven beschreven inspanningsverplichting na te komen. Nu ook overigens aan de vereisten van artikel 11 Overeenkomst en artikel 6.4 Nadere Overeenkomst was voldaan, was Recreahome bevoegd om de overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen, zoals zij bij brief van haar advocaat van 16 oktober 2018 heeft gedaan. Na het verstrijken van de in de brief van 21 maart 2018 gestelde termijn, was Recreahome bovendien in verzuim in de zin van artikel 6:82 lid 1 BW. Daarmee was Delta bevoegd de overeenkomsten te ontbinden. De artikelen 11 Overeenkomst en 6.4 Nadere Overeenkomst spreken over ontbinding, maar daarmee is – zo begrijpt het hof uit de stellingen van partijen en de door hen ingestelde vorderingen – geen ontbinding bedoeld in de zin van artikel 6:265 lid 1 BW, maar beëindiging van de overeenkomsten. Partijen beschouwen elkaar immers niet als bevrijd van verplichtingen die bij de beëindiging op 16 oktober 2018 reeds waren ontstaan.
Schuldeisersverzuim
3.7.1.
Met haar tweede grief voert Recreahome aan dat Delta al in verzuim verkeerde toen zij Recreahome aansprak op nakoming van de overeenkomsten. Volgens Recreahome heeft Delta sinds 2013 niet voldaan aan haar verplichting om verkoopcijfers te verstrekken en om te betalen wat zij aan provisie verschuldigd is aan Recreahome. Bij brief van 8 december 2017 heeft Recreahome Delta in gebreke gesteld en een termijn van acht dagen gegeven om de gevraagde informatie te verstrekken en de verschuldigde bedragen te betalen. Delta is daarom op 16 december 2017 in verzuim geraakt, aldus Recreahome. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Recreahome nader toegelicht dat zij een beroep doet op schuldeisersverzuim in de zin van de artikelen 6:59 en 6:61 BW. Er was sprake van een toerekenbare tekortkoming van Delta, en aan Recreahome kwam de bevoegdheid toe zich op opschorting te beroepen. Dit maakte een einde aan een eventueel verzuim van Recreahome, en Recreahome kon door het schuldeisersverzuim van Delta ook niet meer in verzuim raken, aldus Recreahome.
3.7.2.
Het hof overweegt dat voor een geslaagd beroep op schuldeisersverzuim als bedoeld in artikel 6:59 BW vereist is dat de schuldenaar de nakoming van zijn eigen verbintenis daadwerkelijk opschort (Hoge Raad 17 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM6088). Niet voldoende is dat de schuldenaar de bevoegdheid tot opschorting had, als hij daarvan geen gebruik heeft gemaakt. Recreahome heeft zich jegens Delta steeds op het standpunt gesteld dat zij haar inspanningsverplichting onder de overeenkomsten jegens Delta nakwam. Daarmee bedoelde Recreahome de gezamenlijke verplichting om distributeurs te zoeken. Een andere verplichting had zij niet, zo heeft Recreahome steeds verkondigd. Met deze stellingname verdraagt zich niet het – voor het eerst bij de mondelinge behandeling in hoger beroep – ingenomen standpunt van Recreahome dat wat zij over opschorting heeft gezegd zo uitgelegd moet worden dat Recreahome vanaf 2017 is gestopt met inspanningen te verrichten voor Delta. Deze stelling is – zonder toelichting, die ontbreekt – niet te rijmen met de tot dan toe ingenomen stelling van Recreahome dat zij de inspanningsverplichting die zij had jegens Delta steeds was nagekomen. Recreahome heeft bovendien geen concrete feiten gesteld waaruit blijkt dat zij de nakoming van haar verplichtingen jegens Delta in/vanaf 2017 daadwerkelijk heeft opgeschort. Het hof passeert deze stelling daarom als onvoldoende onderbouwd. Het beroep van Recreahome op schuldeisersverzuim faalt.
3.7.3.
Delta heeft, met de brief van 21 maart 2018, vanwege de toerekenbare tekortkoming van Recreahome, wél gebruik gemaakt van haar bevoegdheid om de nakoming van haar verplichtingen jegens Recreahome op te schorten. Daarmee was sprake van schuldeisersverzuim van Recreahome, in de zin van artikel 6:59 BW, en kwam een einde aan eventueel verzuim van Delta, op grond van artikel 6:61 lid 1 BW.
Conclusie
3.8.
De rechtbank heeft de door Delta gevorderde verklaring voor recht dat de Overeenkomst en de Nadere Overeenkomst op 16 oktober 2018 zijn geëindigd, terecht toegewezen. De daartegen gerichte grieven falen.
Schade
3.9.1.
Met de eerste grief van het incidenteel hoger beroep bestrijdt Delta het oordeel van de rechtbank dat Delta haar stelling dat zij schade heeft geleden als gevolg van de tekortkoming van Recreahome onvoldoende heeft onderbouwd. Volgens Delta zou Recreahome meer caravans hebben verkocht als zij haar inspanningsverplichting was nagekomen. Delta heeft voor de begroting van de gestelde schade een vergelijking gemaakt tussen de aantallen caravans die Recreahome heeft verkocht met de aantallen caravans die door WCW, een voorganger van Recreahome, werden verkocht.
3.9.2.
Het hof overweegt dat Recreahome pas na afloop van de termijn gesteld in de brief van 21 maart 2018 (veertien dagen) in verzuim is geraakt ten aanzien van de inspanningsverplichting om verkoopmogelijkheden te creëren in landen waar partijen (nog) geen andere distributeur hadden aangesteld. Gelet op de vordering van Recreahome kan eventuele schadeplichtigheid van Recreahome dus slechts betrekking hebben op de periode vanaf 4 april 2018 tot beëindiging van de overeenkomsten op 16 oktober 2018.
3.9.3.
Uit de stellingen van Delta volgt niet zonder meer dat voor de vaststelling of schade is geleden de verkopen van Recreahome – en de door partijen aangestelde distributeurs in Nederland (Chalet Totaal) en België (EDC) – in de jaren vanaf 2013 kunnen worden vergeleken met de verkopen door WCW in de jaren 2004 tot en met 2009. Recreahome heeft dit terecht bestreden. Delta heeft niet gesteld althans onvoldoende gemotiveerd onderbouwd dat de marktomstandigheden in de periode 2004-2009 voldoende vergelijkbaar zijn met de marktomstandigheden in de periode 2013-2018. Hetzelfde geldt voor de contractuele condities waaronder WCW respectievelijk Recreahome opereerden.
3.9.4.
Het hof is van oordeel dat de vraag of en hoeveel caravans Recreahome in de periode van verzuim zou hebben verkocht bij correcte nakoming van haar inspanningsverplichting beter kan worden beantwoord door een vergelijking te maken met het aantal caravans dat Recreahome heeft verkocht in de periode dat zij niet tekortschoot in de te leveren inspanningen, waarbij het in elk geval gaat om de periode 2010-2011. Dit is immers een recentere periode (dan de WCW-periode), waarin de contractuele condities tussen Delta en Recreahome op het punt van de wederverkoop hoofdzakelijk gelijk waren aan de daaropvolgende periode, afgezien van de hierna te bespreken beperking van de exclusiviteit. In het jaar 2010 verkocht Recreahome 99 caravans (Delta, productie 1 hoger beroep, blz. 5). Delta heeft niet gesteld, althans onvoldoende onderbouwd, dat Recreahome in de periode 2010-2011 al te kort schoot in de nakoming van haar inspanningsverplichting. Deze verplichting had Recreahome, volgens de stellingen van Delta ook destijds al (conclusie van antwoord, 18; memorie van antwoord, 2). Ook het toegekende gebied was gelijk: Europa. In het najaar van 2010 is Delta een langdurige distributierelatie aangegaan met Recreahome. Het aantal caravans dat Recreahome in het daaropvolgende jaar verkocht (2011), namelijk 91, was in lijn met het in 2010 verkochte aantal. Tussen partijen is niet in geschil dat dit (nagenoeg) uitsluitend verkopen betrof in Nederland en België. Vanaf 2013 werd de markt in Nederland en België bediend door de daar aangestelde distributeurs Chalet Totaal en EDC. Zij behaalden verkopen van in totaal circa 100 caravans per jaar (2015 en 2016) of minder (2013, 2014 en 2016).
3.9.5.
Gelet op deze feiten en omstandigheden is het hof van oordeel dat Delta onvoldoende heeft onderbouwd op grond waarvan kan worden aangenomen dat Recreahome, bij nakoming van haar inspanningsverplichting vanaf april 2018, erin geslaagd zou zijn daadwerkelijk verkopen van caravans te realiseren naast de verkopen die door Chalet Totaal en EDC werden gerealiseerd. Kort gezegd, het eerst door Recreahome en daarna door Chalet Totaal/EDC behaalde resultaat is in de belangrijkste markten Nederland en België min of meer gelijk gebleven, terwijl er geen aanwijzingen zijn dat wanneer Recreahome in de periode van verzuim haar inspanningsverplichting was nagekomen dit in de periode van 4 april tot 16 oktober 2018 al zou hebben geleid tot daadwerkelijke verkopen in andere landen. Dat van dergelijke verkopen in het verleden in enige significante mate sprake is geweest, volgt niet uit de stellingen van Delta. Het hof neemt bij dit oordeel ten slotte ook in aanmerking dat wanneer Recreahome vanaf april 2018 haar inspanningsverplichting zou zijn nagekomen, dit mogelijk op enig moment in de jaren daarna tot verkopen in andere landen zou hebben geleid. Maar voor de conclusie dat dit in de periode tot beëindiging van de overeenkomsten op 16 oktober 2018 al het geval zou zijn geweest, bieden de door Delta aangedragen gegevens te weinig aanknopingspunten. Daarmee faalt de eerste grief van het incidenteel hoger beroep.
Provisie
3.10.1.
Met grief 2 van het incidenteel hoger beroep bestrijdt Delta het oordeel van de rechtbank dat op Delta een verplichting rust tot het betalen van provisie, niet alleen over omzet behaald met verkopen aan door Delta in samenspraak met Recreahome benoemde distributeurs, maar ook over op andere wijze door Delta verkochte caravans al dan niet via een aan haar gelieerd bedrijf. Delta bestrijdt de op grond hiervan toegewezen vordering tot betaling van een bedrag aan provisie van GBP 113.000,- over de periode vanaf 31 juli 2017 tot 1 april 2018.
3.10.2.
Ter onderbouwing van haar grief stelt Delta, op grond van de tekst van de artikelen 2.1 en 3.1 Nadere Overeenkomst, dat Delta alleen provisie is verschuldigd over door haarzelf aan de in Europa benoemde distributeurs verkochte en geleverde caravans. Delta bedoelt hiermee dat de caravans vanaf 31 juli 2017 niet meer door haarzelf (Delta Caravans International Ltd.) maar door haar groepsmaatschappij Delta Caravans Ltd. werden verkocht en geleverd aan de in Europa benoemde distributeurs. Bij de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft de advocaat van Delta over de wijziging van de verkoopstructuur per 1 augustus 2017 toegelicht dat Delta zocht naar andere mogelijkheden en dat zij op advies van haar Engelse advocaat heeft besloten om de verkopen van door haar geproduceerde caravans vanaf 1 augustus 2017 zo te structureren dat zij deze niet meer zelf zou verkopen maar dat deze vanaf dan zouden worden verkocht door Delta Caravans Ltd. Volgens het advies van de Engelse advocaat van Delta bood de letterlijke tekst van de overeenkomsten ruimte voor deze opzet en zou Delta geen provisie meer verschuldigd zou zijn aan Recreahome.
3.10.3.
Het hof verwijst naar rov. 3.5.2 voor de maatstaf die bij de uitleg van de Nadere Overeenkomst op dit punt moet worden gehanteerd. Verder geldt dat de inhoud van een overeenkomst mede wordt bepaald door de eisen van redelijkheid en billijkheid, en dat partijen bij een overeenkomst verplicht zijn zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig die eisen van redelijkheid en billijkheid.
Het hof volgt Delta niet in de door haar bepleite uitleg. Op grond van artikel 2 Overeenkomst was Recreahome aangesteld als exclusieve distributeur van Delta caravans in Europa. In afwijking van deze exclusiviteit is, gelet op het bepaalde in de considerans (onder B en D) en in de artikelen 1.1, 2.1 en 3.1 Nadere Overeenkomst, aan Delta het recht gegeven om de door haar geproduceerde caravans rechtstreeks aan in de Europa aangestelde distributeurs te verkopen, over welke verkopen Recreahome ter compensatie van het verlies aan exclusiviteit een provisie van 10% van de verkoopprijs toekwam. Recreahome heeft deze bepalingen redelijkerwijs zo mogen begrijpen dat de caravans die door Delta (i.e. Delta Caravans International Ltd.) werden geproduceerd door Delta rechtstreeks aan de desbetreffende distributeurs zouden worden verkocht, en dat de provisie evengoed verschuldigd zou zijn als Delta het, om welke reden dan ook, opportuun zou achten om de verkoop en levering door een andere vennootschap in de Delta groep te laten plaatsvinden. Zoals Delta onderkent, zou zij niet mogen toestaan dat een aan haar gelieerd bedrijf caravans zou verkopen binnen het gebied waarvoor Recreahome als exclusief distributeur was aangesteld. Delta heeft er daarom redelijkerwijs ook niet op mogen vertrouwen dat Recreahome die exclusieve positie, en de bescherming die Recreahome daarmee genoot, in een gebied zou opgeven in ruil voor een provisie op verkopen in dat gebied, als het Delta zou vrijstaan om die provisieverplichting eenvoudig te omzeilen door de verkopen te laten plaatsvinden door een groepsmaatschappij. Bij het aangaan van de overeenkomsten heeft Delta redelijkerwijs niet mogen verwachten dat Recreahome de bepalingen in de overeenkomsten zo had begrepen, en heeft Delta er redelijkerwijs niet op mogen vertrouwen dat zij bij een dergelijke handelwijze geen provisie verschuldigd zou zijn.
3.10.4.
Uit het voorgaande volgt dat Delta over de periode vanaf 1 augustus 2017 tot beëindiging van de overeenkomsten provisie verschuldigd is over de verkopen van Delta caravans die zij of een groepsmaatschappij hebben verkocht aan distributeurs aangesteld in landen in Europa die voorheen exclusief aan Recreahome waren toebedeeld. Over de periode 1 augustus 2017 tot 1 april 2018 bedroeg dit bedrag aan provisie GBP 113.000,-, dat is tussen partijen verder niet in geschil. De rechtbank heeft dit bedrag dus terecht toegewezen. Grief 2 van het incidenteel hoger beroep kan daarom niet tot vernietiging van het bestreden vonnis leiden.
3.10.5.
Recreahome heeft in het principaal hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte haar vordering strekkende tot betaling van provisie over de periode vanaf 1 april 2018 tot het moment van beëindiging van de overeenkomsten, ten onrechte heeft afgewezen. Recreahome heeft gesteld dat het bestreden vonnis op dit punt niet in stand kan blijven (memorie van grieven in principaal hoger beroep, 7, 70-73, 121, 130, 132) en daarvan de vernietiging gevorderd. Hoewel niet als zodanig genummerd, is dit een kenbare grief, mede gelet op het feit dat dit voor Delta voldoende duidelijk was en zij op dit punt inhoudelijk verweer heeft gevoerd (memorie van antwoord in principaal hoger beroep, 66-68, 128). Recreahome heeft verder haar eis gewijzigd in hoger beroep wat betreft de vordering tot betaling van provisie over de periode vanaf 1 april 2018; zij heeft in dit verband onder meer vervangende schadevergoeding gevorderd.
3.10.6.
Uit wat is overwogen in rov. 3.10.3 volgt dat Delta, over de periode vanaf 1 april 2018 tot beëindiging op 16 oktober 2018, provisie verschuldigd is over de verkopen van Delta caravans die zij of een groepsmaatschappij heeft verkocht aan distributeurs aangesteld in landen in Europa die voorheen exclusief aan Recreahome waren toebedeeld.
3.10.7.
Met de beëindiging van de overeenkomsten op 16 oktober 2018 eindigde voor Delta de bevoegdheid om zich op opschorting te beroepen. Recreahome had na beëindiging immers niet langer een inspanningsverplichting om verkoopmogelijkheden creëren. Een vordering op Recreahome tot vergoeding van schade had Delta niet, zoals hiervoor is geoordeeld. Daarmee kwam op 16 oktober 2018 een einde aan het schuldeisersverzuim van Recreahome.
3.10.8.
Uit het voorgaande volgt dat vorderingen I en II van Recreahome in hoger beroep niet toewijsbaar zijn. Vordering III is toewijsbaar, voor zover Recreahome aanspraak maakt op informatie over het aantal provisieplichtige verkopen in de periode 1 april 2018 tot het moment van beëindiging van de overeenkomsten op 16 oktober 2018, en de daarmee behaalde omzet. Daartoe is Delta immers op grond van artikel 2.1 Nadere Overeenkomst verplicht, en deze verplichting is opeisbaar. Gelet op de toelichting op vordering III (memorie van grieven, 86), begrijpt het hof dat Recreahome ook vordert dat Delta wordt veroordeeld tot betaling van de provisie over de provisieplichtige verkopen in deze periode. Aangezien Delta daartoe op grond van artikel 2.1 Nadere Overeenkomst een opeisbare verplichting heeft, is de vordering ook in zoverre toewijsbaar. Delta zal worden veroordeeld tot het verstrekken van deze informatie en het betalen van de provisie, op de wijze als in het dictum bepaald.
Het hof ziet op dit moment geen aanleiding om aan deze veroordeling een dwangsom te verbinden, en gaat ervan uit dat Delta te goeder trouw uitvoering zal geven aan deze veroordeling door volledige en juiste informatie te verstrekken over de provisieplichtige verkopen en de provisie aan Recreahome te betalen, binnen de daarvoor te stellen termijnen. Mocht het anders verlopen, dan kan de voorzieningenrechter op verzoek van Recreahome eventueel alsnog een dwangsom aan deze veroordeling verbinden.
De subsidiaire vordering IV (vervangende schadevergoeding) is niet meer aan de orde.
Rente
3.11.1.
De rechtbank heeft geoordeeld dat Delta over het bedrag van GBP 277.888,25, wettelijke handelsrente is verschuldigd vanaf 31 juli 2017, en over het bedrag van GBP 113.000,- vanaf 1 april 2018, tot aan de dag van voldoening.
3.11.2.
Met grief 3 van het incidenteel hoger beroep heeft Delta de toewijzing van wettelijke handelsrente bestreden. Zij heeft hiertoe aangevoerd dat zij zich op 21 maart 2018 terecht op opschorting heeft beroepen. Deze grief slaagt. Uit wat is overwogen in rov. 3.7.3 en 3.10.7 volgt dat Delta niet in verzuim was in de periode 21 maart 2018 tot 16 oktober 2018. Zij is in deze periode dan ook geen wettelijke handelsrente verschuldigd. Het bestreden vonnis zal op dit punt worden vernietigd.
3.11.3.
Voor het overige heeft Delta het oordeel dat zij wettelijke handelsrente verschuldigd is niet bestreden. Na vernietiging van het bestreden vonnis zal de wettelijke handelsrente over het bedrag van GBP 277.888,25 worden toegewezen over de periode vanaf 31 juli 2017 tot 21 maart 2018 en vanaf 16 oktober 2018 tot aan de dag van voldoening. De wettelijke handelsrente over het bedrag van GBP 113.000,- zal worden toegewezen over de periode vanaf 16 oktober 2018 tot aan de dag van voldoening. Over de betaling van provisie over de periode 1 april 2018 tot beëindiging van de overeenkomsten op 16 oktober 2018 is geen wettelijke (handels)rente gevorderd.
Conclusie en proceskosten
3.12.
De slotsom is dat het bestreden vonnis, gewezen in conventie, deels moet worden vernietigd, ten aanzien van de toegekende wettelijke handelsrente en de gevorderde informatie en betaling van provisie over de periode 1 april 2018 tot 16 oktober 2018. Voor het overige falen de grieven van het principaal en incidenteel hoger beroep, althans kunnen zij niet tot vernietiging van het bestreden vonnis leiden. Het voorgaande geeft het hof geen aanleiding om ten aanzien van de proceskosten in eerste aanleg tot een andere beslissing te komen dan in het bestreden vonnis. Het bestreden vonnis, gewezen in conventie en reconventie, zal ook voor het overige worden bekrachtigd. De vordering van Delta tot veroordeling van Recreahome tot terugbetaling van wat zij aan Recreahome op grond van het bestreden vonnis onverschuldigd heeft betaald, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van betaling tot de dag van terugbetaling, zal in zoverre worden toegewezen.
3.13.
Partijen zijn in hoger beroep zowel in het principaal als het incidenteel hoger beroep over en weer op punten in het ongelijk gesteld. Het hof ziet daarom aanleiding om de proceskosten van het hoger beroep zowel in het principaal als het incidenteel hoger beroep te compenseren, in de zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De uitspraak

In principaal en incidenteel hoger beroep
Het hof:
vernietigt het bestreden vonnis, gewezen in conventie, voor zover daarbij in 5.1 over het bedrag van GBP 277.888,25 wettelijke handelsrente is toegekend vanaf 31 juli 2017 tot en met de dag van algehele voldoening, en in zoverre opnieuw rechtdoende: veroordeelt Delta om aan Recreahome te voldoen een bedrag gelijk aan de wettelijke handelsrente over het bedrag van GBP 277.888,25 vanaf 31 juli 2017 tot 21 maart 2018, en vanaf 16 oktober 2018 tot en met de dag van algehele voldoening;
vernietigt het bestreden vonnis, gewezen in conventie, voor zover daarbij in 5.2 over het bedrag van GBP 113.000,-wettelijke handelsrente is toegekend vanaf 1 april 2018 tot en met de dag van algehele voldoening, en in zoverre opnieuw rechtdoende: veroordeelt Delta om aan Recreahome te voldoen een bedrag gelijk aan de wettelijke handelsrente over het bedrag van GBP 113.000,- vanaf 16 oktober 2018 tot en met de dag van algehele voldoening;
veroordeelt Recreahome tot terugbetaling aan Delta van wat Delta op grond van het bestreden vonnis onverschuldigd aan Recreahome heeft betaald, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van betaling tot de dag van terugbetaling;
vernietigt het bestreden vonnis, gewezen in conventie, voor zover daarbij in 5.7 de vordering inzake de provisiebetaling over de periode vanaf 1 april 2018 is afgewezen, en in zoverre opnieuw rechtdoende: veroordeelt Delta om
i) uiterlijk 14 dagen na deze uitspraak, Recreahome schriftelijk te informeren over het aantal van de door Delta of een groepsmaatschappij van Delta, waaronder Delta Caravans Ltd., in de periode vanaf 1 april 2018 tot het moment van beëindiging van de overeenkomsten op 16 oktober 2018 aan de in Europa benoemde distributeurs verkochte en geleverde caravans, alsmede over de daarmee door Delta of haar groepsmaatschappijen gerealiseerde omzet, waarbij Delta tevens een kopie van al haar relevante orders, orderbevestigingen en facturen aan Recreahome zal verzenden, en
ii) uiterlijk 28 dagen na deze uitspraak, aan Recreahome te betalen een provisie van 10% van de onder i) bedoelde omzet;
bekrachtigt het bestreden vonnis, gewezen in conventie en reconventie, voor het overige;
compenseert de proceskosten van het principaal en incidenteel hoger beroep, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad; en
wijst af het meer of anders gevorderde in hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.C.H. Molin, A.C. van Campen en M.R. van Zanten en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 juli 2022.
griffier rolraadsheer