2.3.Koper verklaart géén vervaardigingshandelingen te hebben verricht
noch te zullen verrichten, zodat onderhavig perceel grond niet als
bouwgrond kan worden gekwalificeerd en terzake van de levering slechts
overdrachtsbelasting er géén omzetbelasting verschuldigd is.
(…)
Artikel 19 - Nader is overeengekomen:
Bekendheid inhoud koopakte
(…)
- De kosten voor het aanleggen van (drukriolering) zullen door verkoper en
koper voor gelijkelijke delen worden gedragen, eveneens als eventuele
kosten van gas- water- en elektra hoofdleidingen De aansluitkosten voor de
te realiseren woning op het verkochte perceel komen voor rekening van
koper.
(…).”
Bij [factuur] van 25 januari 2017 heeft [geïntimeerde] aan [appellante]
€ 3.607,01 incl. BTW aan courtage in rekening gebracht.
Bij email van 15 februari 2017 heeft (de aan het notariskantoor verbonden) [persoon C] aan [appellante] , [geïntimeerde] en de kopers geschreven:
“(…)
Inzake de overdracht van het perceel grond aan [adres] te [plaats]
heeft u met elkaar afgesproken dat ergeenbouwkavel verkocht wordt.
(…) sinds 1 januari 2017 is in de wet een ruimere uitleg gegeven aan het
begrip bouwterrein. (…)
In de akte van levering wordt uitdrukkelijk bepaald dat er geen sprake is van
een bouwterrein. (…) de Belastingdienst kan hier anders over denken.
Voor het geval de Belastingdienst besluit een naheffing omzetbelasting op te
leggen verneem ik graag van u door wie deze kosten gedragen worden.”
Vanwege gerezen twijfel over de mogelijke verschuldigdheid van omzetbelasting heeft [appellante] [kavel] op de overeengekomen uiterste leverdatum 20 februari 2017 nog niet aan de kopers overgedragen. [appellante] heeft voorgesteld dat de kopers door de fiscus mogelijk op te leggen omzetbelasting voor hun rekening zullen nemen, maar de kopers hebben dat geweigerd en aanspraak gemaakt op levering onder de overeengekomen condities. Bij notariële akte van 29 maart 2017 heeft [appellante] [kavel] uiteindelijk in eigendom overgedragen aan de kopers. Deze notariële akte vermeldt:
“(…)
OMZETBELASTING
Over de koopprijs is geen omzetbelasting verschuldigd.
(…).”
Ondanks enkele van (de advocaat van) [geïntimeerde] ontvangen betalingsherinneringen en een sommatiebrief van 12 april 2019, heeft [appellante] de factuur van 25 januari 2017 onbetaald gelaten.
Bij brief van 9 mei 2017 heeft (de advocaat van) [appellante] aan [geïntimeerde] geschreven:
“(…)
In verband met het opstellen van de akte van levering werd de notaris
in het bezit gesteld van de door partijen ondertekende koopovereenkomst.
Door de notaris is vervolgens aan partijen de vraag gesteld of niet een
voorziening zou moeten worden opgenomen voor het geval de fiscus van
oordeel zou zijn dat de transactie belast is met BTW en cliënte een BTW-
heffing oplegt ten bedrage van 21% van de koopsom, zijnde een bedrag van
€ 67.851,--. In de schriftelijke koopovereenkomst is de bepaling opgenomen
dat koper verklaart géén vervaardigingshandelingen te hebben verricht noch
te zullen verrichten, zodat het perceel grond niet als bouwgrond kan worden
gekwalificeerd en ter zake van de levering slechts overdrachtsbelasting en
geen omzetbelasting verschuldigd is. (…) De kans dat de fiscus de transactie als een met BTW belaste verkoop zal aanmerken is dus zeer groot. (…) Een ingebrekestelling als bedoeld in artikel 11 van de koopovereenkomst heeft tot op heden nog niet plaatsgevonden doch mocht deze volgen dan ben ik vooralsnog van oordeel dat cliënte zal moeten meewerken aan het transport om te voorkomen dat boetes worden verbeurd.
(…) Dat de wetswijziging er aan zat te komen was immers sinds Prinsjesdag
2016 al bekend. U als makelaar die ook voor ondernemers optreedt moet
bekend zijn met de vraag wanneer er sprake is van een met BTW belaste
verkoop. (…)”