‘
primair:
I. voor recht te verklaren dat [Teken en Adviesburo] de overeenkomst van opdracht [Teken en Adviesburo] - [appellant]
op onregelmatige wijze heeft opgezegd, die opzegging non -
existent is en zodoende [Teken en Adviesburo] de overeenkomst van opdracht [Teken en Adviesburo] - [appellant]
niet heeft opgezegd;
II. voor recht te verklaren dat [appellant] de overeenkomst van opdracht [Teken en Adviesburo]
- [appellant] heeft opgezegd;
III. voor recht te verklaren dat [appellant] uit hoofde van de overeenkomst
van opdracht [Teken en Adviesburo] - [appellant] geen enkele betaling aan [Teken en Adviesburo]
verschuldigd is;
IV. voor recht te verklaren dat er tussen [Teken en Adviesburo] en [appellante] geen
overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen;
V. voor recht te verklaren dat de overeenkomst van opdracht [appellant] -
[Teken en Adviesburo] door [Teken en Adviesburo] is opgezegd;
VI. [Teken en Adviesburo] te veroordelen om aan [appellant] tegen behoorlijk bewijs van
kwijting te betalen een bedrag van € 9.609,37;
VII. [Teken en Adviesburo] te veroordelen om aan [appellant] tegen behoorlijk bewijs van
kwijting te betalen, de wettelijke handelsrente vanaf 8 februari 2018 tot
aan de dag der algehele voldoening over een bedrag groot € 9.609,37;
VIII. [Teken en Adviesburo] te veroordelen om aan [appellant] tegen behoorlijk bewijs van
kwijting te betalen, de buitengerechtelijke incassokosten groot € 855,47,
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding,
tot aan de dag der algehele voldoening;
Subsidiair:
I. voor recht te verklaren dat [appellant] terecht een beroep op verrekening
van de vorderingen van [Teken en Adviesburo] heeft gedaan en die vorderingen per
27 januari 2018 teniet zijn gegaan;
Weer primair:
IX. voor recht te verklaren dat [Teken en Adviesburo] toerekenbaar tekort is geschoten in de
nakoming van de op [Teken en Adviesburo] rustende verplichtingen uit hoofde van de
overeenkomst van opdracht [Teken en Adviesburo] - [appellant] en dat [Teken en Adviesburo] gehouden is
de daarmee samenhangende schade aan [appellant] te vergoeden;
X. [Teken en Adviesburo] te veroordelen om die schade aan [appellant] te vergoeden, waarbij
de schade moet worden vastgesteld bij staat en moet worden vereffend
volgens de wet als bedoeld in de Zesde Titel van het Tweede Boek van het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
XI. [Teken en Adviesburo] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant]
bij wijze van voorschot van de schade een bedrag groot
€ 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van
dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
XII. [Teken en Adviesburo] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant]
de beslagkosten te betalen, zijnde een bedrag groot € 552,54,
te vermeerderen met 1 punt van het toepasselijke liquidatietarief;
XIII. [Teken en Adviesburo] te veroordelen in de kosten van dit geding aan de zijde van [appellante]
en [appellant];
XIV, voor recht te verklaren dat veroordelingen uit het in deze te wijzen
vonnis, een hoofdelijke veroordeling van [Teken en Adviesburo], [geïntimeerden], [geïntimeerde 3]
behelst en zij hoofdelijk tot betaling gehouden zijn alsmede de
verklaringen voor recht jegens ieder van hen werking hebben’.