In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte is veroordeeld voor mishandeling. De politierechter had de verdachte een taakstraf van 40 uren opgelegd, subsidiair 20 dagen hechtenis, en een schadevergoeding van € 250,00 aan de benadeelde partij toegewezen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis wordt bevestigd, met uitzondering van de straf. De verdachte heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair verzocht om een lagere straf, onder verwijzing naar de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. Het hof heeft het vonnis van de politierechter in stand gelaten, maar de straf gematigd naar een taakstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis, vanwege de overschrijding van de redelijke termijn en de omstandigheden van de zaak. Het hof heeft de schadevergoedingsmaatregel bevestigd en de beslissing van de politierechter met betrekking tot de schadevergoeding voor het overige bevestigd. De uitspraak is gedaan op 27 juni 2022.