ECLI:NL:GHSHE:2022:2331

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 juli 2022
Publicatiedatum
11 juli 2022
Zaaknummer
20-002829-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor het opzettelijk uitgeven van vals geld

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte voor het opzettelijk uitgeven van vals geld. De verdachte, geboren op [geboortedag 1] 1999 te [geboorteplaats 1], was eerder door de politierechter veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren en 30 dagen hechtenis. De zaak betreft meerdere incidenten waarbij de verdachte samen met medeverdachten valse bankbiljetten van 50 euro heeft uitgegeven in verschillende supermarkten in Zeeland. De verdachte heeft in hoger beroep gepleit voor vrijspraak, maar het hof heeft de eerdere veroordeling bevestigd. Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was, waaronder camerabeelden en verklaringen van medeverdachten, die de betrokkenheid van de verdachte bij het uitgeven van vals geld bevestigden. De verdachte werd schuldig bevonden aan het medeplegen van het opzettelijk uitgeven van valse bankbiljetten, wat in strijd is met de wet. Het hof heeft de vorderingen van de benadeelde partijen, waaronder supermarkten in Yerseke en Kamperland, toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk werd gesteld voor de schade. De uitspraak benadrukt het belang van vertrouwen in de echtheid van bankbiljetten in het economisch verkeer.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002829-21
Uitspraak : 8 juli 2022
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 25 november 2021, in de strafzaak met parketnummer 02-215063-20 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1999,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van het meerdere keren samen met anderen opzettelijk uitgeven van bankbiljetten, waarvan hij wist dat die vals waren, veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis.
Voorts heeft de politierechter de vorderingen van de benadeelde partij [bedrijf] te Yerseke en te Kamperland toegewezen tot bedragen van € 150,00 respectievelijk € 50,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2018 respectievelijk 3 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, en schadevergoedingsmaatregelen tot die bedragen opgelegd.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen.
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte van de gehele tenlastelegging zal worden vrijgesproken en dat de vorderingen van de benadeelde partijen [bedrijf] ( Yerseke ) en [bedrijf] Kamperland zullen worden afgewezen.
Subsidiair is een straftoemetingsverweer gevoerd en betoogd dat de vordering van [bedrijf] Kamperland , voor zover die het bedrag van € 50,00 te boven gaat, niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 augustus 2018 tot en met
6 september 2018 te Middelburg en/of Yerseke , gemeente Reimerswaal, en/of Kamperland , gemeente Noord-Beveland, en/of Burgh-Haamstede en/of Zierikzee en/of Bruinisse, alle gemeente Schouwen-Duiveland, en/of Domburg , gemeente Veere, en/of Terneuzen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een of meer bankbiljet(ten) van 50 euro dat/die hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) telkens zelf heeft/hebben nagemaakt en/of vervalst en/of waarvan de valsheid en/of vervalsing hem/hen, toen hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) deze ontving(en) bekend was, telkens als echt en onvervalst heeft/hebben uitgegeven.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op tijdstippen in de periode van 29 augustus 2018 tot en met 6 september 2018 te Middelburg en Yerseke , gemeente Reimerswaal, en Kamperland , gemeente Noord-Beveland, en Burgh-Haamstede en Zierikzee en Bruinisse, alle gemeente Schouwen-Duiveland, en Domburg , gemeente Veere, en Terneuzen, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk bankbiljetten van 50 euro waarvan de valsheid hen, toen hij, verdachte, en zijn mededaders deze ontvingen bekend was, telkens als echt en onvervalst hebben uitgegeven.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]
1.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 augustus 2019, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] [2] :
In dit dossier zijn 8 zaken opgenomen waarin betaald is met vals geld in de periode van
29 augustus 2018 tot en met 6 september 2018. Het betreffen allemaal zaken bij de supermarktketen [bedrijf] in verschillende plaatsen in de provincie Zeeland. Bij deze zaken werd er vals geld ingewisseld waarbij steeds 3 verdachten gezien werden.
Op 22 januari 2019 zijn er in het televisieprogramma “Opsporing verzocht” afbeeldingen van camerabeelden getoond van de drie verdachten. Naar aanleiding van dit televisieprogramma heeft advocaat M.J. Crombach, advocaat van de verdachten [medeverdachte 1] en verdachte [medeverdachte 2] op 25 januari 2018 telefonisch contact opgenomen met de politie, omdat deze verdachten zich wilden melden bij de politie in verband met het betalen met vals geld.
Naar aanleiding van dit televisieprogramma hebben jeugdagent [verbalisant 2] en
hoofdagent [verbalisant 3] op 29 januari 2019 een proces verbaal van herkenning opgemaakt van de derde verdachte. Dit bleek te zijn verdachte: [verdachte] .
Verdachten:
  • [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedag 2] 1998 te [geboorteplaats 2] ;
  • [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedag 3] 1999 te [geboorteplaats 3] ;
  • [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1999 te [geboorteplaats 1] .
2.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 26 januari 2019, voor zover inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2] [3] :
V = Gisteren kregen wij de mededeling dat twee mannen hadden aangegeven dat zij betrokken waren bij het uitgeven van vals geld. Dat uitgeven van vals geld was een item geweest bij ‘Opsporing Verzocht’ van dinsdag 22 januari 2019.
A = Ja, dat klopt.
V = Wil je eens vertellen hoe dat gegaan is?
A = Mijn broer had het programma gezien en die had mij herkend. Hij heeft gelijk met mij contact opgenomen. Ik heb direct contact opgenomen met die vriend van mij die hier nu ook vastzit. Het is een domme fout van mij geweest om vals geld uit te geven.
V = Wat is de naam van die vriend?
A = Dit is [medeverdachte 1]
(het hof begrijpt: [medeverdachte 1] ). Dit is een hele goede vriend van mij. Ik ken hem als [medeverdachte 1] . Zo noem ik hem altijd.
V = Waar heb je vals geld ingeleverd en welke winkels?
A = Dit was bij [bedrijf] , in Yerseke .
V = Was dat met name [bedrijf] ?
A = Ja, dat was alleen bij [bedrijf] . Er werd mij verteld het geld in een soort sluis zou gaan en dan zou het klaar zijn. Het zou veel makkelijker bij [bedrijf] gaan om vals geld in te leveren.
V = Er is een derde jongen die ook op de beelden is te zien.
A = Ja, wij noemen hem [verdachte] . Ik denk dat zijn naam [verdachte] is. Deze jongen wordt ook als loopjongen gebruikt.
V = Weet je nog wanneer dat hij naar je toe is gekomen?
A = Dit was in de zomer van 2018 net na mijn verjaardag
(opmerking hof: [datum] ).
V = [verdachte] kwam toen met een voorstel?
A= Ja, hij kwam naar mij toe en vertelde dat hij iemand wist waardoor ik veel geld kon verdienen en mijn schulden kon aflossen. [verdachte] heeft mij in contact gebracht met een onbekende man. Die man, NN1, heeft mij toen verteld dat hij in het bezit was van vals geld. Hij vertelde dat wij brieven konden inleveren bij [bedrijf] en daarmee geld zouden kunnen verdienen.
V = Wat is er toen afgesproken?
A = NN1 vroeg mijn telefoonnummer en later werd ik door hem geappt om een ontmoeting te regelen. Ook werden [medeverdachte 1] en [verdachte] benaderd. Wij zaten toen samen in de auto van NN1 waar NN1 een biljet van vijftig euro liet zien waarvan hij vertelde dat dit vals was.
Als wij zouden meewerken dan zouden wij veel geld krijgen. Wij zouden dit met zijn drieën gaan doen. NN1 had de leiding, hij vertelde hoe wij dit moesten doen. Hij haalde ons altijd in dezelfde volgorde op en in dezelfde samenstelling. NN1 haalde [medeverdachte 1] , [verdachte] en mij dan op.
Het ging om biljetten van vijftig euro. Er waren geen biljetten van een ander geld bedrag.
3.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte (met bijlagen) d.d. 2 mei 2019, voor zover inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2] [4] :
V: Door wie ben je benaderd?
A: [verdachte] . Ik gamede vaak met hem.
V: Hoe heet [verdachte] verder?
A: Die weet ik niet. [verdachte] is zijn bijnaam.
V: Waar woont hij?
A: In [plaatsnaam] of [plaatsnaam] . Maar ik zag hem vaak in [plaatsnaam] dus ik weet het niet zeker.
V: Wij hebben meerdere zaken waarin u verdacht wordt van het inwisselen van vals geld. Wij laten u foto's zien van iedere zaak, wat kunt u hierover verklaren?
Zaak 2018208612
Op 3 september 2018 is er aangifte gedaan namens de [bedrijf] aan de [adres 2] van het betalen met vals geld, gepleegd op 3 september 2018.
V: Wat kun je verklaren over Domburg foto 1?
A: Dit is [medeverdachte 1] . Ja, [medeverdachte 1] .
V: Wat kun je verklaren over Domburg foto 2?
A: Dit [medeverdachte 1] bij de kassa.
V: Wat kan je verklaren over Domburg foto 3?
A: [medeverdachte 1] staat nog steeds bij de kassa. Hij is bijna aan de beurt om af te rekenen.
V: Wat kan je verklaren over Domburg foto 4?
A: Ja, dat is [verdachte] .
V: Wat kan je verklaren over Domburg foto 5?
A: Dit is dezelfde [bedrijf] .
V: Wat kan je verklaren over Domburg foto 6?
A: Dat ben ik met mijn bril op.
Zaak 2018204493
Op 29 augustus 2018 is er aangifte gedaan namens de [bedrijf] aan [adres 3] van het betalen met vals geld, gepleegd op 28 augustus 2018.
V: Wat kun je verklaren over Yerseke foto 3?
A: Hij is wazig maar het lijkt [verdachte] aan zijn jas te zien. Aan de binnenkant van de jas bij de capuchon zit bont.
Zaak 2018209231
Op 6 december 2018 is er aangifte gedaan namens de [bedrijf] aan [adres 4] van het betalen met vals geld, gepleegd op 3 september 2018.
V: Wat kun je verklaren over Kamperland foto 1?
A: Je ziet [verdachte] bij de kassa staan.
V: Wat kun je verklaren over Kamperland foto 2?
A: [verdachte] loopt weg.
Zaak 2018217240
Op 14 september 2018 is er aangifte gedaan namens de [bedrijf] aan [adres 5] van het betalen met vals geld, gepleegd op
29 augustus 2018.
V: Wat kun je verklaren over Middelburg foto 1?
A: Dat ben ik.
V: Wat kun je verklaren over Middelburg foto 2?
A: Dat is foto van [verdachte] .
V: Wat kun je verklaren over Middelburg foto 3?
A: Dat is foto van [medeverdachte 1] die bij de [bedrijf] naar binnen gaat.
Zaak 2018216692
Op 13 september 2018 is er aangifte gedaan namens de [bedrijf] aan [adres 6] van het betalen met vals geld, gepleegd op 6 september 2018.
V: Wat kun je verklaren over Terneuzen foto 1?
A: Die jongen lijkt op [verdachte] .
V: Wat kun je verklaren over Terneuzen foto 2?
A: Dat is een foto van mij.
V: Wat kun je verklaren over Terneuzen foto 3?
A: Dat is [medeverdachte 1] .
Zaak 2018210239
Op 6 december 2018 is er aangifte gedaan namens de [bedrijf] aan [adres 7] van het betalen met vals geld, gepleegd op 3 september 2018.
V: Wat kun je verklaren over Bruinisse fotoblad 1?
A: Op de onderste herken ik [verdachte] 100%, op de bovenste foto [medeverdachte 1] .
V: Wat kun je verklaren over Bruinisse fotoblad 2?
A: Hier zie je dat ik en [medeverdachte 1] een groot aantal boodschappen hebben gedaan.
4.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 26 januari 2019, voor zover inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1] [5] :
V = Gisteren kregen wij de mededeling dat advocaat mr. Crombach had medegedeeld dat jij je wilde aangeven bij de politie. Dit had te maken met het uitgeven van vals geld en dit betrof een item in het TV programma ‘Opsporing Verzocht’ van 22 januari 2019. Klopt dit?
A = Ja dat klopt.
V = Heb je te maken gehad met het uitgeven van vals geld?
A = Ja.
V = Hoeveel keer heeft dat plaatsgevonden?
A = Dit is een aantal keer gebeurd.
V = Hoe ben je ertoe gekomen vals geld uit te gaan geven?
A = Ik ben op een gegeven moment geappt door mijn vriend [medeverdachte 2]
(het hof begrijpt: [medeverdachte 2] ). [medeverdachte 2] vertelde mij daar toen dat hij benaderd was door een vriend en die had [medeverdachte 2] gevraagd of wij mee wilden doen met het inleveren van briefjes en daar geld voor terugkrijgen. [medeverdachte 2] vertelde mij dat hij dan zijn schulden zou kunnen afbetalen.
V = Je spreekt over het inleveren van briefjes en daar geld voor terug krijgen. Kun je dat uitleggen.
A = De jongen van wie de briefjes waren, ging met ons mee en die reed ons naar locaties en
die liet ons dan uitstappen om de vijf minuten.
V = Over hoeveel personen spreek je die daarbij aanwezig waren.
A= Dit waren ik, [medeverdachte 2] , een vriend van [medeverdachte 2] en de bestuurder. De bestuurder had de brieven. Met brieven bedoel ik 50 euro biljetten. Deze biljetten kwamen van de bestuurder.
V = Waren die 50 euro biljetten geldige biljetten?
A = Nee, dat waren geen geldige biljetten,
V = Is jullie dat uitgelegd dat het geen geldige 50 euro biljetten waren?
A = Ja. De bestuurder heeft ons verteld dat hij die brieven zelf had gemaakt.
V = Wie nam het initiatief tot het betalen met de 50 euro biljetten?
A = Dit kwam van de bestuurder. Hij heeft alles bedacht. Bijvoorbeeld dat we om beurt, om de vijf minuten de supermarkt moesten binnen gaan zodat we niet als groepje zouden opvallen. De bestuurder parkeerde zijn auto dan een paar straten verder zodat zijn auto niet zichtbaar was op camerabeelden.
V = Zijn er afspraken gemaakt met betrekking tot de brieven?
A = Ja. De bestuurder vertelde ons dat we boodschappen moesten doen onder de vier euro, betalen met een 50 euro vals biljet en het wisselgeld meenemen.
V = Hoe ging dat in zijn werk als jullie op pad gingen om met valse 50 euro biljetten
te betalen in de [bedrijf] ?
A= [betrokkene 1] appte ons altijd en gaf dan in codetaal aan dat we op pad gingen. [betrokkene 1] haalde ons een voor een op. Vervolgens reed hij dan naar Zeeland. Hij had een telefoon waar hij de locaties van [bedrijf] winkels op had staan.
2018204493
O = Op 29 augustus 2018 is aangifte gedaan door een medewerker van de supermarkt [bedrijf] aan [adres 3] , dat daar een drietal personen voor een klein bedrag aan boodschappen hadden gedaan en hadden afgerekend met een biljet van 50 euro, welke biljetten vals bleken te zijn, hetgeen later werd ontdekt. Van de personen die daar hebben betaald met een vals 50 euro biljet zijn camerabeelden opgenomen en veilig gesteld. Wij tonen jou deze beelden, opgenomen op 29 augustus omstreeks 14.05 uur. Het betreffen drie aparte video opnames.
V = Wat kun je naar aanleiding van het zien van de beelden verklaren?
A = Ik zie op de beelden het volgende. Op de eerste video-opname is [medeverdachte 2] te zien. De persoon op de tweede video-opname ben ik en de persoon op de derde video opname is de vriend van [medeverdachte 2] . Ik kan niet zeggen om welk [bedrijf] filiaal het hier gaat. Het is wel zo dat er daar toen door ons met valse biljetten van 50 euro is betaald. Ik weet niet hoeveel dit er zijn geweest. Wel is het zo dat ikzelf daar toen zeker één keer boodschappen met een vals 50 euro biljet heb betaald.
2018217240
O = Op 29 augustus 2018 is aangifte gedaan door een medewerker van de supermarkt [bedrijf] aan [adres 5] dat zes keer met valse bankbiljetten van 50 euro is betaald. Dit zou zijn gedaan door 3 personen, jonge mannen die niet met elkaar praten en die achter elkaar de winkel binnenkomen. Eén keer heeft dit plaatsgevonden omstreeks 16.54 uur en de tweede keer omstreeks 19.26 uur. Van deze personen zijn foto's gemaakt. Wij tonen jou die foto's. Wat kun je hierover verklaren?
A = De drie foto's die u mij toont, zijn opnamen van [medeverdachte 2] , van mijzelf en van de vriend van [medeverdachte 2] .
2018209231
O = Op 3 september 2018 is aangifte gedaan door een medewerker van de supermarkt [bedrijf] aan [adres 4] . Tussen 17.30 uur en 18.30 uur heeft daar toen een persoon getracht te betalen met een vals bankbiljet van 50 euro. Aan een andere kassa is tevens betaald met een vals bankbiljet van 50 euro. Dit bankbiljet is geaccepteerd en er is wisselgeld terug gegeven. Op de opgenomen videobeelden is te zien dat het om 3 personen gaat die bij elkaar horen. Van het afrekenen en van de drie personen zijn video opnamen gemaakt en veilig gesteld. Wij tonen jou deze beelden. Wat kun je
hierover verklaren?
A = De personen op deze beelden zijn ik, de vriend van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 2] zelf. Ik heb daar toen boodschappen afgerekend met een vals bankbiljet van 50 euro en ik heb wisselgeld terug ontvangen. Het valse bankbiljet van 50 euro dat de vriend van [medeverdachte 2] daar toen heeft willen inleveren is geweigerd.
2018208612
O = Op 3 september 2018 is aangifte gedaan door een medewerker van de supermarkt [bedrijf] aan de [adres 2] . Deze dag is er in de winkel zes keer afgerekend met een vals biljet van 50 euro. We tonen jou de foto's die we hebben onder vermeld aangiftenummer. Wat kunt u over deze foto’s verklaren?
A = Op deze foto's herken ik mijzelf, [medeverdachte 2] en de vriend van [medeverdachte 2] .
O = In een aanvullend proces-verbaal 2018208612-7 staat vermeld dat de daadwerkelijke uitgifte, het gebruik van de valse biljetten van 50 euro, later middels camerabeelden aan het licht is gekomen. Dat de verdachten van de uitgifte van deze valse biljetten van 50 euro de winkel binnen kwamen op maandag 3 september 2018 te 17.20 uur, 17.24 uur en 17.25 uur.
Wij tonen jou de foto's van de personen die op bovenvermelde tijdstippen binnen komen
in vermelde [bedrijf] te Domburg .
V = Wie is de persoon op de foto die om 17.20 uur binnenkomt?
A = Deze persoon op de foto ben ikzelf.
V = Wie is de persoon op de foto die om 17.24 uur binnenkomt?
A = Deze persoon op de foto is [medeverdachte 2] .
V = Wie is de persoon op de foto die om 17.25 uur binnenkomt?
A= Deze persoon op de foto is de vriend van [medeverdachte 2] .
5.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 mei 2019, voor zover inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1] [6] :
Zaak 2018216692
Op 13 september 2018 is er aangifte gedaan namens de [bedrijf] aan [adres 6] van het betalen met vals geld, gepleegd op 6 september 2018. We laten je foto 1 zien van Terneuzen.
V: Wat kun je hierover verklaren?
A: Dat is een jongen die is toen mee gegaan.
V: Welke jongen?
A: [verdachte] .
V: Wat kan je vertellen over foto 2 van Terneuzen?
A: [medeverdachte 2] is dat.
V: Wat kan je vertellen over foto 3 van Terneuzen?
A: Dat ben ik ja.
V: Het is toen een groot aantal briefjes geweest.
A: Ik zat in een auto en ik kreeg een opdracht van iemand die alles regelde. Hij zei
hoe vaak iemand naar binnen moest. Soms moest je meer dan 1 keer naar binnen in
dezelfde winkel.
V: En die jongen die alles regelde. Deed die ook mee in de winkels?
A: Nee, die regelde de briefjes. Hij maakte ze en regelde ze.
Zaak 2018210239
Op 6 december 2018 is er aangifte gedaan namens de [bedrijf] aan [adres 7] van het betalen met vals geld, gepleegd op 3 september 2018.
V: Wat kun je hierover verklaren over de foto's op blad 1?
A: Op de eerste foto ben ik en [verdachte] .
V: Hoe weet je dat jullie dat zijn?
A: Omdat ik mijn eigen gezicht herken. En [verdachte] heeft altijd die jas aan. Ik ga er vanuit dat de derde persoon [medeverdachte 2] is.
V: Wat kan je verklaren over de foto's van Bruinisse fotoblad 2.
A: Die met dat petje ben ik.
V: Wat kan je verklaren over de foto's van Bruinisse fotoblad 3?
A: Volgens mij [verdachte] die iets pakt.
6.
Het proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) d.d. 29 januari 2019, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] [7] :
Op 22 januari 2019 zijn er op het televisieprogramma ‘Opsporing Verzocht’ diverse camerabeelden getoond van drie jongens, welke met vals geld betaald hadden bij diverse [bedrijf] filialen in Zeeland.
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , herken hierbij één van de drie jongens als [verdachte] . Met [verdachte] bedoel ik de jongen met de donkere jas met lichte binnenvoering in de kraag, wit T-shirt.
Ik ben jeugdagent in [plaatsnaam] , waar [verdachte] woonachtig is. Ik heb veelvuldig contact gehad met [verdachte] en weet honderd procent zeker dat de jongen op bijgevoegde foto welke getoond is in dit programma, [verdachte] betreft. Tevens weet ik dat [verdachte] enige tijd geleden ook aangehouden is in [plaatsnaam] voor het uitgeven van vals geld. Via collega [verbalisant 3] die daar werkzaam is, wist hij mij te bereiken als jeugdagent en vroeg in deze advies.
Verdachte : [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1999 te [geboorteplaats 1]
7.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 januari 2019, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] [8] :
Op 26 januari 2019 zag ik via YouTube een herhaling van het televisieprogramma van ‘Opsporing Verzocht’. In deze video werden diverse camerabeelden getoond van drie jongens, welke met vals geld betaald hadden bij diverse [bedrijf] filialen in Zeeland.
Ik, verbalisant [verbalisant 3] , herkende hierbij één van de drie jongens als zijnde [verdachte] . Ik heb voorheen gewerkt in het teamgebied van [streek] waaronder [plaatsnaam] . In dit werkgebied had ik regelmatig contact met [verdachte] . [verdachte] betrof een van de jongeren welke regelmatig op straat aanwezig was. Vanaf mei 2018 ben ik gaan werken op basisteam [plaatsnaam] . Tijdens een van mijn diensten in augustus werd er door collega's een jongen aangehouden in verband met het uitgeven van vals geld. Nadat deze jongen ingesloten was, ben ik naar hem toegelopen. Ik zag toen dat deze jongen [verdachte] betrof. Ik herkende hem direct van mijn oude werkgebied. [verdachte] herkende mij direct en vroeg of ik hem in contact kon brengen met de jeugdagent [verbalisant 2] . Hierna heeft [verdachte] contact gehad met collega [verbalisant 2] .
Ik herken [verdachte] volledig op de camerabeelden. [verdachte] betreft de jongen met de donkere jas met lichte binnenvoering in de kraag en het witte T-shirt.
Betrokkene: [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1999 te [geboorteplaats 1]
Middelburg
8.
Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf] te Middelburg d.d. 14 september 2018 (met bijlagen), voor zover inhoudende als verklaring van [aangever 1] [9] :
Op 29 augustus 2018 is omstreeks 16:54 uur en omstreeks 19:26 uur in de vestiging van Supermarkt [bedrijf] , gevestigd aan [adres 5] , vals geld ontvangen.
Het betroffen zes (6) briefjes van 50,00 euro, welke briefjes door drie (3) verschillende personen, bij vier (4) verschillende kassa's werden uitgegeven. De ontvangsten worden altijd in een daarvoor bestemde box, behorende bij de betreffende kassa gedaan. Daardoor kan er later worden nagegaan/uitgezocht met behulp van camerabeelden op welke tijdstippen er met welk geld bij welke kassa door welke persoon werd betaald.
Nadat een en ander werd uitgezocht bleek dat op 29 augustus 2018 omstreeks 16.54 uur valse briefjes van 50,00 euro ontvangen zijn bij kassa 3 onder transactienummers 435 en 438 en bij kassa 7 onder transactienummer 290. Verder werden er op 29 augustus 2018 omstreeks 19.26 uur valse briefjes van 50,00 euro ontvangen bij kassa 4 onder transactienummers 530 en 531 en bij kassa 5 onder transactienummer 330 (zie bijgaande 5 afschriften). Uit camerabeelden blijkt dat het beide keren gaat om drie (3) dezelfde personen, die ook beide keren op dezelfde manier te werk gaan. Het betreffen drie (3) jonge mannen die niet met elkaar praten en achter elkaar, in dezelfde volgorde de winkel binnen komen. Foto's van de betreffende personen voeg ik bij deze aangifte.
Korte opmerking verbalisant: de serienummers van valse briefjes van 50,00 euro en foto's van verdachten worden bij deze aangifte gevoegd.
Bijlage:
soort biljet / aantal / serienummer
50 / 2 / E01181075484 + E01181075475
50 / 2 / E0181075475
50 / 1 / E01181075484
50 / 1 / E01181075475
Yerseke , gemeente Reimerswaal
9.
Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf] te Yerseke d.d. 29 augustus 2018, voor zover inhoudende als verklaring van [aangever 2] [10] :
Vandaag, 29 augustus 2018, omstreeks 14:00 uur was ik werkzaam bij de servicebalie van het [bedrijf] filiaal op de locatie [adres 3] , binnen de gemeente Reimerswaal. Ik hoorde van [betrokkene 2] , de medewerkster van kassa 1, dat ze zojuist waarschijnlijk een vals biljet van vijftig (50) euro aangenomen had. Ik heb twee verschillende biljetten gepakt uit de kassa en aan beide gevoeld. Ik voelde dat er eentje anders aanvoelde dan het andere biljet. Ik zag dat onder andere het watermerk ontbrak als je het biljet tegen het licht hield. Ik hoorde van [betrokkene 2] dat er twee jongens bij haar waren geweest, die voor een laag bedrag aan boodschappen met een biljet van 50 euro hadden afgerekend. Ik hoorde haar zeggen dat ze het andere biljet reeds had afgestort. Hierop heb ik het valse biljet uit de kassa meegenomen en de koker, waarin het andere biljet was afgestort gecontroleerd. Ik zag dat in deze koker maar een biljet van vijftig (50) euro zat. Dit biljet voelde ook vals aan en ik heb deze uit de koker gehaald.
Vervolgens hoorde ik [betrokkene 2] zeggen dat ook bij kassa 3 een persoon had gestaan, die weinig afrekende en met een briefje van vijftig (50) euro betaalde. Ik ben vervolgens naar [betrokkene 3] , de kassamedewerkster van kassa 3, toegelopen en hoorde van haar dat er inderdaad een jongen bij haar had betaald met een biljet van vijftig (50) euro. Ik hoorde dat ze dit biljet reeds had afgestort. Ik heb ook deze koker gecontroleerd. Ik zag dat er in deze koker meerdere biljetten zaten, waaronder een biljet dat vals aanvoelde. Ik zag dat ook bij dit biljet het watermerk niet zichtbaar was, als je dit tegen het licht hield.
Op de camerabeelden zag ik de betreffende personen na elkaar binnen komen. Ze kwamen niet tegelijk, maar verdeeld over enkele minuten. Ik zag dat in ieder geval twee van de jongens samen in het frisdrankpad staan. Ik had het idee dat ze daar met elkaar spraken. Alle drie deze jongens hebben een laag bedrag aan boodschappen, afgerekend met een biljet van vijftig (50) euro.
De aangever verstrekte de volgende aanvullende informatie:
Goednummer: PL2000-2018204493-1923860
Object: Vals geld (Biljetten)
Aantal: 1 stuks
Totale hoeveelheid: 50 EUR
Serienummer: E01181075484
Goednummer: PL2000-2018204493-1923858
Object: Vals geld (Biljetten)
Aantal: 1 stuks
Totale hoeveelheid: 50 EUR
Serienummer: E01181075484
Goednummer: PL2000-2018204493-1923862
Object: Vals geld (Biljetten)
Aantal: 1 stuks
Totale hoeveelheid: 50 EUR
Serienummer: E01181075475
10.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 augustus 2018, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] [11] :
Ik, verbalisant [verbalisant 4] , was ter plaatse bij de [bedrijf] , gelegen aan [adres 3] in Yerseke , in verband met een aangifte door [bedrijf] in verband met de uitgifte van vals geld. In verband met deze aangifte werden mij de camerabeelden van de ingang van de [bedrijf] getoond.
Ik hoorde dat de aangever en tevens teamleider verkoopafhandeling [aangever 2] de personen had herkend en deze op de camerabeelden bij de ingang had gezien. Ik zag dat de betreffende camera gericht stond op de hoofdingang van de [bedrijf] .
Ik zag om 14:03:43 een persoon de winkel binnen komen lopen (persoon 1). Ik hoorde aangeefster [aangever 2] zeggen dat dit een van de personen betrof. Ik hoorde haar tevens zeggen dat dit de persoon was, die zou hebben afgerekend aan kassa 3. Ik zag dat deze persoon een man betrof. Ik zag dat de man zwart kroeshaar had.
Ik zag om 14:04:02 een andere persoon de winkel binnen komen lopen (persoon 2). Ik hoorde aangeefster [aangever 2] zeggen dat dit een van de andere personen betrof. Ik hoorde haar zeggen dat dit een van de personen was, die zou hebben afgerekend aan kassa 1. Ik zag dat deze persoon een man betrof. Ik zag dat de man opvallend lang was. Ik zag dat de man een blanke huidskleur had. Ik zag de man een pet, omgekeerd op zijn hoofd had.
Ik zag om 14:05:16 een andere persoon de winkel binnen komen lopen (persoon 3). Ik hoorde aangeefster [aangever 2] zeggen dat dit tevens een van de personen was. Ik hoorde haar zeggen dat dit een van de personen was, die zou hebben afgerekend aan kassa 1. Ik zag dat deze persoon een man betrof. Ik zag dat deze man een zwarte jas droeg.
Van de bewegende beelden zijn foto's gemaakt van deze personen, die achter dit
proces- verbaal van bevindingen zullen worden gevoegd.
11.
Het proces-verbaal forensisch technisch onderzoek verdachte bankbiljetten d.d. 6 september 2018, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 6] [12] :
Op 6 september 2018 ontving ik, werkzaam als forensisch onderzoeker en deskundige documentonderzoek, 3 bankbiljetten waarvan vermoed werd dat ze vals of vervalst waren, namelijk:
Goednummer: PL2000-2018204493-1923858
Aantal bankbiljetten: 1
Valuta coupure: Euro 50
Serienummer: E01181075484
Modeljaar: 2002
Goednummer: PL2000-2018204493-1923860
Aantal bankbiljetten: 1
Valuta coupure: Euro 50
Serienummer: E01181075484
Modeljaar: 2002
Goednummer: PL2000-2018204493-1923862
Aantal bankbiljetten: 1
Valuta coupure: Euro 50
Serienummer: E01181075475
Modeljaar: 2002
Bij het door mij ingestelde onderzoek aan de falsificaten zag ik dat, onder andere, de navolgende echtheidskenmerken ontbraken:
  • De gebruikte reproductietechniek wijkt af van het origineel (inkjettechniek versus de originele offset echniek).
  • Het originele watermerk ontbreekt in het papier en de nabootsing daarvan door middel van opdruk.
  • De originele veiligheidsdraad ontbreekt in het papier en de nabootsing daarvan door middel van opdruk.
Conclusie: Het onderzoek wees uit dat de bankbiljetten vals waren.
Kamperland , gemeente Noord-Beveland
12.
Een schriftelijk bescheid, te weten het(niet door een verbalisant getekende)proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf] te Kamperland d.d. 6 december 2018 (met bijlagen), voor zover inhoudende als verklaring van [aangever 3] [13] :
Op 3 september 2018 is er in de supermarkt [bedrijf] , gevestigd op [adres 4] , binnen de gemeente Noord-Beveland, betaald met vals geld.
Op 3 september 2018 zat [betrokkene 4] achter de kassa. Het moet tussen 17.30 uur en 18.30 uur zijn geweest toen er twee personen in de winkel waren welke zich verdacht gedroegen. Een van deze personen liep wat rond voor de kassa waar [betrokkene 4] achter zat. Deze persoon vroeg aan [betrokkene 4] of hij bij de kassa alleen kon pinnen. Hierop antwoordde [betrokkene 4] dat er ook met contant geld bij hem betaald kon worden. Nadat [betrokkene 4] enkele andere klanten had geholpen zag hij dat deze persoon een blikje op de band legde. Toen de man wilde afrekenen overhandigde hij [betrokkene 4] een briefje van 50 euro. Omdat [betrokkene 4] de situatie niet vertrouwde, was hij extra alert en voelde dat het briefje anders aanvoelde dan een echt briefje van 50 euro. Hierop zei [betrokkene 4] tegen de persoon dat het geld niet echt was, direct hierop pakte deze persoon het briefje van 50 euro uit handen van [betrokkene 4] en liep de winkel uit. Het blikje liet hij achter bij de kassa.
Bij de andere kassa zat [betrokkene 5] , bij haar kwam ook een persoon goederen afrekenen. Deze persoon betaalde eveneens met een briefje van 50 euro. Nadat zij de persoon wisselgeld had teruggegeven en nadat deze vertrokken was, hoorde zij van [betrokkene 4] dat er bij hem gepoogd was om met vals geld te betalen. Toen zij vervolgens haar briefje van 50 euro bekeek, bleek dat deze ook vals was. Uit camerabeelden blijkt dat deze personen bij elkaar horen. Op de camerabeelden is te zien dat deze personen een groepje van 3 vormen.
De camerabeelden zijn veiliggesteld en destijds aan de politie overhandigd.
13.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 december 2018, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 7] [14] :
Op 6 september 2018 werden door [bedrijf] filiaal te Kamperland gevestigd aan [adres 4]
camerabeelden aan de politie ter beschikking gesteld. Op de beelden is een parkeerterrein te zien waarop 3 mannen afzonderlijk en kort na elkaar voorbij een winkel lopen. De beelden zijn aangeduid met de datum 3-9-2018 17.59.01.
Als eerste passeert er een man de camera met donker kort krullend haar, bril dragend, zwarte trui met lange mouwen, grijze lange broek en zwarte schoenen met aan de buitenzijde een rode streep lopend vanaf de achterzijde naar de voorzijde. De man loopt in noordelijke richting gezien vanaf de locatie, zijnde een stalen paal, waaraan de camera is bevestigd. Deze man wordt verder aangeduid als man 1.
Na ongeveer 10 seconden loopt er een man in dezelfde richting als man 1. Hij is gekleed in een blauwe spijkerbroek, grijze sweater met lange mouwen, wit T-shirt en grijze pet die achterste voren wordt gedragen en zwarte schoenen. Deze man wordt verder aangeduid als man 2.
Na ruim 20 seconden loopt er een derde man in dezelfde richting als man 1 en man 2. Deze man heeft kort bruin haar, draagt een zwarte vest met een licht kleurige binnenvoering ter hoogte van de kraag, een wit T-shirt met aan de onderzijde een soort gekleurde bies, blauwe spijkerbroek en zwarte schoenen. Deze man wordt verder aangeduid als man 3.
Vervolgens zijn op camerabeelden, die gesitueerd zijn aan de binnenkomst van het [bedrijf] filiaal en gedateerd zijn op 3-9-2018 18.00.08, te zien dat alle drie de mannen afzonderlijk van elkaar de winkel komen binnenlopen.
Op camerabeelden die gedateerd zijn op 3-9-2018 18.02.22 is te zien dat man 1 bij een kassa met een mannelijke medewerker betaald. Op een afbeelding met het tijdstip 17.24.47 is man 1 te zien. Hierop is te zien dat de man een klein donker sikje heeft en dikke donkergekleurde wenkbrauwen heeft. De bon wordt door de kassamedewerker aan man 1 gegeven.
Kort hierna komt man 3 aan dezelfde kassa en legt hij de twee oranje kleurige pakken en een blikje (vermoedelijk frisdrank) op de band. Hij pakt een zwarte portemonnee vanuit zijn rechter achter broekzak en neemt een bankbiljet van 50 euro uit zijn portemonnee.
Deze overhandigt hij aan de kassamedewerker. Hierna scant de medewerker het bankbiljet meerdere malen op echtheid waarna de goederen niet door man 3 worden betaald en worden teruggenomen door de medewerker.
Op beelden gedateerd op 3-9-2018 18.03.51 is te zien dat man 2 een magnetron maaltijd en een blikje drank op de kassaband heeft neergelegd. De vrouwelijke medewerkster scant de goederen waarna de man haar een biljet van 50 euro overhandigd. Dit legt zij op haar kassa waarna de kassalade open gaat en zij de man wisselgeld geeft.
Burgh-Haamstede, gemeente Schouwen-Duiveland
14.
Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf] te Burgh-Haamstede d.d. 6 september 2018, voor zover inhoudende als verklaring van [aangever 4] [15] :
Proces-verbaalnummer : PL2000-2018211113-1
Op 3 september 2018 omstreeks 18.30 uur kwam bij het [bedrijf] filiaal aan [adres 8] , binnen de gemeente Schouwen-Duiveland,
een jongeman bij kassière [betrokkene 6] en wilde zijn boodschappen afrekenen met een bankbiljet van 50 euro. [betrokkene 6] merkte direct dat het biljet mogelijk vals was. Een medewerkster [betrokkene 7] heeft die jongeman gevraagd om mee te lopen naar de servicebalie om het biljet te onderzoeken. Die jongen is daar blijven wachtten en [betrokkene 7] is naar kantoor gegaan om het biljet te controleren. Deze bleek vals. [betrokkene 7] is toen teruggegaan naar de servicebalie en heeft die jongen verteld dat het biljet vals was. Hij heeft toen zijn boodschappen betaald met een biljet van 5 euro en is vervolgens weggegaan.
Ik heb van de beelden van de balie een fotoprint van die jongen gemaakt en zal deze naar u mailen. Later bij telling bleken er die dag nog drie valse biljetten in de kassa's te zitten. Ik doe dus namens [bedrijf] aangifte van betaling met valse bankbiljetten. Ik overhandig u een van de valse biljetten die 3 september 2018 in de winkel zijn aangetroffen.
15.
Het proces-verbaal forensisch technisch onderzoek verdachte bankbiljetten d.d. 9 november 2018, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 8] [16] :
Proces-verbaalnummer : PL2000-2018211113-5
Op 9 november 2018 ontving ik 3 bankbiljetten van 50 euro waarvan vermoed werd dat ze vals of vervalst waren, namelijk:
Goednummer: PL2000-2018211113-1950307
Aantal bankbiljetten: 1
Valuta coupure: Euro 50
Serienummer: E01181075484
Modeljaar: 2002
Goednummer: PL2000-2018211113-195030
Aantal bankbiljetten: 1
Valuta coupure: Euro 50
Serienummer: P18253577917
Modeljaar: 2002
Goednummer: PL2000-2018211113-1950311
Aantal bankbiljetten: 1
Valuta coupure: Euro 50
Serienummer: E01181075475
Modeljaar: 2002
Bij het door mij ingestelde onderzoek aan de bankbiljetten, zag ik dat, onder andere, de navolgende echtheidskenmerken ontbraken:
- De gebruikte reproductietechniek wijkt af van het origineel.
- Het originele watermerk ontbreekt in het papier.
- De originele veiligheidsdraad ontbreekt in het papier.
De bankbiljetten waren aan de voor- en achterzijde nagebootst in een afwijkende techniek en de beveiligingskenmerken waren geïmiteerd.
Conclusie: Het onderzoek wees uit dat de bankbiljetten vals waren.
Zierikzee, gemeente Schouwen-Duiveland
16.
Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf] te Zierikzee d.d. 4 september 2018, voor zover inhoudende als verklaring van [aangever 5] [17] :
Proces-verbaalnummer : PL2000-2018209031-1
Hij deed aangifte en verklaarde het volgende over het in de aanhef vermelde incident,
dat plaatsvond op de locatie genoemd bij plaats delict, tussen 3 september 2018 te 19:15 uur en 3 september 2018 te 19:25 uur.
Ik doe aangifte van uitgave van vals geld in het [bedrijf] filiaal 1573 aan [adres 9] , binnen de gemeente Schouwen-Duiveland, op 3 september 2018 tussen 19:15 uur en 19:25 uur.
Gisteravond, 3 september 2018, was kassier [betrokkene 8] aan het werk aan kassa 6. [betrokkene 8] had twijfels bij 3 betalingen, er is door 3 verschillende personen betaald met een 50 euro biljet. Betalingen waar met een 50 euro biljet werd betaald voor een klein bedrag aan boodschappen. [betrokkene 8] heeft ongeveer 10 minuten na deze betalingen, omstreeks 19:20 uur, de 50 euro biljetten gecontroleerd en kwam erachter dat er betaald was met valse 50 euro biljetten. Er is betaald door 3 verschillende manspersonen, 2 blanke en 1 getinte manspersoon. De betalingen zijn achter elkaar gedaan.
Ik heb de camerabeelden teruggekeken. Ik zie op 3 september 2018 te 19:13 uur 2 personen binnen komen welke een paar minuten later afrekenen bij kassa 6. Even daarvoor of daarna komt nog 1 persoon de winkel binnen en ook deze rekent een paar minuten later af bij kassa 6. De daders zijn ongeveer 4 minuten in de winkel geweest
Goednummer: PL2000-2018209031-1926080
Object: Vals geld
Aantal: 3 stuks
Totale hoeveelheid: 50 EUR
17.
Het proces-verbaal forensisch technisch onderzoek verdachte bankbiljetten d.d. 25 september 2018, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 9] [18] :
Proces-verbaalnummer : PL2000-2018209031-4
Op 25 september 2018, ontving ik, werkzaam als forensisch onderzoeker en deskundige documentonderzoek, 3 bankbiljetten waarvan vermoed werd dat ze vals of vervalst waren, namelijk:
Goednummer: PL2000-2018209031-1926080
Aantal bankbiljetten: 2
Valuta coupure: 50 Euro
Serienummer: E01181075475
Modeljaar: 2002
Goednummer: PL2000-2018209031-1926669
Aantal bankbiljetten: 1
Valuta coupure: 50 Euro
Serienummer: P18253577917
Modeljaar: 2002
Bij het door mij ingestelde onderzoek aan de falsificaten, zag ik dat, onder andere, de navolgende echtheidskenmerken ontbraken:
  • De gebruikte reproductietechniek wijkt af van het origineel (inkjet techniek versus originele offset techniek).
  • De originele vezelminutering ontbreekt in het papier.
  • De originele veiligheidsdraad ontbreekt in het papier.
Conclusie: Het onderzoek wees uit dat de bankbiljetten vals waren.
Bruinisse, gemeente Schouwen-Duiveland
18.
Het(niet door een verbalisant getekende)proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf] te Bruinisse d.d. 6 december 2018, voor zover inhoudende als verklaring van [aangever 6] [19] :
Ik ben supermarkt manager van de [bedrijf] gevestigd aan [adres 7] , binnen de gemeente Schouwen-Duiveland.
U vraagt aan mij hoe wij tot de ontdekking kwamen dat er vals geld was ingewisseld in ons filiaal. Dit is ontdekt door een caissière op 3 september 2018 omstreeks 19.40 uur. Bij de kassa staat namelijk een smartsafe en daar wordt het overtollige geld in afgeroomd. Deze safe controleert tevens op echtheid en ze tellen ook gelijk welke biljetten er in gaan en vervolgens verdwijnt het automatisch in een kluis. Zo kunnen wij er zelf ook niet meer bij. Toen die caissière het geld erin wilde doen pakte het apparaat niet. Dit komt wel eens vaker voor dus toen heeft ze gewacht met afromen. Later heeft ze het weer geprobeerd en toen lukte het nog steeds niet. Hierna heeft ze er wat beter naar gekeken en toen zag ze dat er iets aan de hand was met de 50 euro biljetten. In totaal drie. Alle valse biljetten waren ingeleverd bij die ene kassa. Hierna heeft deze caissière een andere caissière ingelicht dat er 3 biljetten van 50 euro mogelijk vals waren. Ze hebben toen een briefje voor mij achtergelaten en ik heb de volgende dag dit gevonden en toen ben ik de beelden uit gaan kijken. Deze beelden heb ik ter beschikking gesteld aan de politie. Ik had reeds een bericht ontvangen via een groepsapp van supermarktmanagers onder elkaar dat er soortgelijke incidenten hadden plaats gevonden in Kamperland , Yerseke , Domburg . Ik had intussen ook beelden ontvangen van de daders uit Yerseke en Kamperland . Ik herkende hier de drie personen op die dus ook bij ons in de winkel actief waren geweest. Bij ons op de camera's is duidelijk te zien dat dus deze drie jongens met biljetten van 50 euro betalen en iets kleins hadden gekocht.
19.
Het proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 6 december 2018, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 10] [20] :
Op 5 september 2018 kreeg ik middels een mail via de Landelijke Service Module van de regiopolitie Zeeland West Brabant het verzoek om de beelden op te halen die beschikbaar waren naar aanleiding van het uitgeven van drie valse biljetten van 50 euro bij de [bedrijf] vestiging te Bruinisse. Ik, verbalisant, vervoegde mij bij de dienstdoende manager en ben vervolgens samen met hem naar de computer gegaan alwaar hij de beelden had vastgelegd alwaar de drie personen op stonden die volgens hem de personen waren die het valse biljetten hadden uitgegeven. Middels de door mij meegenomen USB-stick heb ik de beelden op deze stick geplaatst en vervolgens aan het bureau de beelden verwerkt op 3 fotobladen.
Op fotoblad 1 zijn de drie jongemannen te zien op het moment dat ze de winkel binnenkomen. Op bladnummer 2 en 3 is te zien dat de jongemannen allen afzonderlijk wat hebben gekocht en allen afzonderlijk met een wat later bleek een vals briefje van 50 euro hadden betaald.
Domburg , gemeente Veere
20.
Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf] te Domburg (met bijlagen) d.d. 3 september 2018, voor zover inhoudende als verklaring van [aangever 7] [21] :
Proces-verbaalnummer PL2000-2018208612-1
Op 3 maandag september 2018 is er in de winkel [bedrijf] , [adres 2] , binnen de gemeente Veere, betaald met vals geld. Te weten 6 maal met een 50 euro biljet. Deze biljetten zijn ten minste in 3 verschillende betalingen gedaan omdat deze in 3 verschillende kassalades zaten. De biljetten worden bij de kassa niet op echtheid gecontroleerd, dit gebeurt later op de dag bij het tellen van de kassa’s. De geldtelmachine controleert alle ingevoerde biljetten op echtheid. Daarbij kwamen deze biljetten aan het licht.
Schade: 6 x 50,- euro
Serienummer: E01181075475
In de [bedrijf] te Kamperland is vandaag ook gepoogd met vals geld te betalen. Daar is de verdachte tegen de lamp gelopen. De verdachte is geconfronteerd met het valse geld dat hij gaf en heeft toen de winkel verlaten. De beelden vanuit Kamperland zijn ons toegezonden. Twee van mijn medewerkers hebben deze mannen herkend en ook wij hebben direct de camera's uitgekeken om te kijken of dit daadwerkelijk ook zo was. Deze beelden kwamen overeen en zal ik bij deze aan u doen toekomen.
De werkwijze van de verdachte bij ons in de winkel is als volgt geweest. Men heeft wat kleine goederen gekocht in de winkel. Betaald met een 50 euro vals biljet. Daarna heeft men bij de servicebalie de gekochte goederen in bewaring gegeven om vervolgens nogmaals de winkel in te gaan voor wederom een kleine aankoop. Ook deze aankoop is betaald met een 50 euro vals biljet.
Alle beelden welke bij deze aangifte behoren als bewijslast voeg ik toe.
21.
Het proces-verbaal van verhoor getuige (met bijlagen) d.d. 19 september 2018, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 1] [22] :
Verklaring is schriftelijk opgesteld door getuige en aan ons overhandigd:
Op 03-09-2018 moest ik van 12.00 uur tot 20.30 werken bij de supermarkt in Domburg . Zoals iedere maandagavond moest ik afromen. Dit betekent dat je het geld uit de kassa’s haalt en telt. Van het uiteindelijke bedrag maak je een storting. Ik was bezig met het geld van kassa 6. Twee briefjes van € 50 gingen niet door de geldtelautomaat. Ik heb het een aantal keren geprobeerd, vervolgens ben ik gaan kijken en voelen aan de briefjes. Ze voelden anders dan de normale briefjes van € 50. Ik heb ze tegen het licht gehouden en ik zag dat de streep, die normaal wel in een briefje van € 50 zit, ontbrak. Daarna heb ik de briefjes vergeleken met een ‘echt’ briefje van € 50. Ik kreeg een vermoeden dat ik te maken had met vals geld. Ik heb de teamleider die op dat moment aanwezig was gebeld en hem gevraagd of hij naar de briefjes wilde kijken. Ook hij kwam tot de conclusie dat de briefjes vals waren. Vervolgens ben ik verder gaan tellen en in kassa 2 en kassa 4 zaten nog meer valse briefjes van € 50. Uiteindelijk ging het om de volgende aantallen:
Kassa 2: 3 valse briefjes van € 50;
Kassa 4: 1 vals briefje van € 50;
Kassa 6: 2 valse briefjes van € 50.
Na dit ontdekt te hebben, heb ik hiervan mijn baas op de hoogte gesteld. Mijn bazin, [betrokkene 9] , is vervolgens naar de [bedrijf] gekomen. Ook zij heeft de briefjes bekeken en kwam al snel tot de conclusie dat het inderdaad om vals geld ging. De serienummers op de achterkant van de briefjes waren allemaal dezelfde. Ook miste de streep in het midden bij ieder briefje. Zij heeft toen de politie gebeld en deze kwamen al snel. Zij hebben de briefjes in beslag genomen en er is aangifte gedaan.
Na een tijdje kreeg ik te horen dat ze in Kamperland ook bezig geweest waren. Zij hadden duidelijke camerabeelden. Ik heb deze beelden gezien en ik herkende de personen. Ik stond die middag bij de servicebalie. Tussen 17.00 uur en 17.30 uur kwam er een jongen bij de balie. Het was een lange jongen met een pet. Hij gaf me een blauw AH tasje. Hij zei dat hij die spullen al gekocht had, maar dat hij ze even af wilde leveren, omdat hij iets vergeten was. Na korte tijd kwam er een andere jongen naar de balie. Hij had een zwarte jas aan met geel/beige in zijn capuchon. Hij gaf een doos groente en zei dat hij iets vergeten was te kopen en hij wilde de doos even bij de balie laten staan, omdat hij die al betaald had. Ik heb beide jongens bij kassa 2 zien afrekenen. Beide jongens hebben na het afrekenen hun spullen weer opgehaald bij de balie.
[betrokkene 10] , mijn collega, was bij de balie komen staan. Ik zei tegen haar dat er iets vreemds gebeurde, namelijk dat die twee personen in korte tijd iets kwamen brengen wat ze al gekocht hadden, om vervolgens nog iets te kopen wat ze vergeten waren. Zij vroeg om wie het ging en ik wees de jongens aan die allebei apart bij kassa 2 stonden. Zij vertelde toen dat die jongens bij haar aan kassa 6 waren geweest.
Omdat [betrokkene 10] en ik de jongens dus besproken hadden, herkende ik ze op de camerabeelden.
22.
Het proces-verbaal van verhoor getuige (met bijlagen) d.d. 19 september 2018, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 2] [23] :
Verklaring is schriftelijk opgesteld door getuige en aan ons overhandigd:
Op 03/09/2018 moest ik van 13.00 tot 20.30 werken in de [bedrijf] in Domburg . Rond 17.15 zat ik achter kassa 6 en kwamen er twee jongens/mannen aan de kassa. De eerste man was getint, had donkere krullen en een bril met een gouden montuur. Hij kocht een fles Smirnoff. Ik vroeg zijn identiteitsbewijs, hij was geboren in 1998. Hij betaalde met een briefje van 50 euro. Daarna kwam een jongen met wat boodschappen en een plastic tas van [bedrijf] . Hij betaalde ook met een briefje van 50 euro. Hij was lang en had een pet op. Hij deed een beetje gespannen. Ik zag de lange jongen bij de deur omdraaien en naar de servicebalie lopen. De andere liep toen naar buiten. Daarna was het niet meer zo druk, dus ik hoefde niet meer achter de kassa te zitten. Ik ging naar de servicebalie. Mijn collega zei dat er twee jongens/mannen gekomen waren om hun spullen achter te laten bij de balie. Ze vond het apart omdat het twee keer zo snel na elkaar was. Ik vroeg wie het waren. Ze zei dat het een lange jongen was en een jongen met een zwarte jas en een geelachtige capuchon. Op dat moment stonden ze beiden bij kassa 2 en ook de getinte jongen die al eerder bij kassa 6 was geweest. De getinte en de lange jongen stonden samen, de jongen met de zwarte jas stond er iets achter. De jongens kwamen daarna hun spullen ophalen bij de servicebalie. Toen mijn collega's avonds ging afromen bleken er zes neppe briefjes van 50 euro te zijn aangenomen. Mijn bazin ( [betrokkene 9] ) kwam en belde de politie. Toen ik thuis was, stuurde [betrokkene 9] een foto van de beveiligingscamera's in Kamperland en ik herkende de jongen met de zwarte jas en de geelachtige capuchon en de lange jongen met de pet. Ik ben toen samen met de supermarktmanager ( [betrokkene 11] ) weer naar de winkel gegaan en we hebben ze op de camera opgezocht.
23.
Een schriftelijk bescheid, te weten het(niet door een verbalisant getekende)proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 december 2018, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] [24] :
Proces-verbaalnummer PL2000-2018208612-7
Het gebruik van de valse biljetten van 50,- euro is middels camerabeelden aan het licht gekomen. De verdachten van de uitgifte van deze valse biljetten van 50,- euro kwamen de winkel binnen op 3 september 2018 te 17.20 uur, 17.24 uur en 17.25 uur. Deze beelden zijn ter ondersteuning aan de aangifte aan politie overgedragen.
IMG20180903-wa0019.jpg binnenkomst verdachte 1 [bedrijf] Domburg .
IMG20180903-wa0020.jpg binnenkomst verdachte 2 [bedrijf] Domburg .
IMG20180903-wa0021.jpg binnenkomst verdachte 3 [bedrijf] Domburg .
24.
Het proces-verbaal forensisch technisch onderzoek verdachte bankbiljetten d.d. 12 oktober 2018, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 8] [25] :
Op 12 oktober 2018 ontving ik 6 bankbiljetten van 50 euro waarvan vermoed werd dat ze vals of vervalst waren, namelijk:
Goednummer: PL2000-2018208612-1925751
Aantal bankbiljetten: 6
Valuta coupure: 50 Euro
Serienummer: E01181075475
Modeljaar: 2002
Bij het door mij ingestelde onderzoek aan de bankbiljetten, zag ik dat onder andere, de navolgende echtheidskenmerken ontbraken:
  • De gebruikte reproductietechniek wijkt af van het origineel.
  • Het originele watermerk ontbreekt in het papier.
  • De originele veiligheidsdraad ontbreekt in het papier.
De bankbiljetten waren aan de voor- en achterzijde nagebootst in een afwijkende techniek
en de beveiligingskenmerken waren geïmiteerd.
Conclusie: Het onderzoek wees uit dat de bankbiljetten vals waren.
Terneuzen
25.
Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf] te Terneuzen (met bijlagen) d.d. 13 december 2018, voor zover inhoudende als verklaring [aangever 8] [26] :
Op 6 september 2018 zijn er tussen 17:33 uur en 19:36 uur een drietal jongens in de winkel aan [adres 6] geweest die diverse malen boodschappen hebben gedaan. Zij hebben in een tijdsbestek van anderhalf uur 18 maal boodschappen gedaan. Zij kochten kleine artikelen en rekenden deze af met een vals briefje van 50 euro, dit zodat zij een groot bedrag terug ontvingen in echt geld. Op de camerabeelden is te zien dat de jongens ieder keer aan dezelfde kassa afrekenen, maar ook dat zij enkele malen van kleding zijn verwisseld. In totaal zijn ze op de volgende tijdstippen geweest: - 17:33 - 17:34 (2x) - 17:35 (2x) - 17:37 (2x) - 17:38 - 17:40 - 17:42 - 17:44 - 17:45 - 19:06 (2x) - 19:19 - 19:20 - 19:36 (2x).
De laatste keer dat de jongens in de rij staan, is te zien dat de jongen met de pet, met diverse goederen in zijn handen, in de rij staat tussen andere klanten.
Goednummer: PL2000-2018216692-1929340
Object: Vals geld (Biljetten)
Aantal: 18 stuks
Bijzonderheden: Biljet met nummer E01181075484
26.
Het proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 13 december 2018, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 11] [27] :
Ik was aanwezig in de winkel [bedrijf] te Terneuzen aan de [adres 6] . Aldaar sprak ik met de bedrijfsleider [aangever 8] . Deze vertelde mij dat er op 6 september 2018 betaald is met valse briefjes van 50 euro. Ik hoorde dat hij mij vertelde dat hij hier camerabeelden van opgenomen had. Hij vroeg of ik deze beelden wilde bekijken.
Ik zag dat de camera vanuit het plafond schuin naar beneden was gericht en dat de gehele rij met klanten en bij behorende kassa gefilmd werd. Ik zag dat er aan de kassa een drietal jongens gingen staan met enkele boodschappen. Deze jongens betalen met een briefje van 50 euro en krijgen dan wisselgeld van de caissière. Deze jongens zijn meerdere malen, soms met verwisseling van kleding, aan deze kassa kleine boodschappen komen betalen met een vals briefje van 50 euro. Van de camerabeelden van deze drie jongens in de [bedrijf] zijn screenshots gemaakt van hun gezichten, welke ik als bijlage bij dit proces verbaal voeg.
Bewijsoverwegingen
I.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
II.
Namens de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep op in de pleitnota vermelde gronden bepleit dat hij zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde, bij gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs. De verdachte ontkent stellig zich schuldig gemaakt te hebben aan het tenlastegelegde. Volgens de raadsvrouw kan op basis van het dossier hoogstens worden vastgesteld dat er vals geld is ingewisseld bij supermarkten, maar niet dat de verdachte dat heeft gedaan. Het is een aanname dat de personen op de camerabeelden hebben afgerekend met valse bankbiljetten. Niet kan worden uitgesloten dat dit door andere klanten is gedaan. Uit de aangiftes volgt namelijk niet op welke tijdstippen de bankbiljetten zijn aangetroffen en wanneer de kassa of koker waarin deze zaten voor het laatst is gecontroleerd. Er is ook geen DNA of dactyloscopisch onderzoek verricht aan de bankbiljetten. Verder bevat het dossier niet ten aanzien van alle inbeslaggenomen bankbiljetten een forensisch onderzoek waarin is vastgesteld dat het om vals geld gaat. Daarnaast is de herkenning door de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] van de verdachte onbetrouwbaar. Hiertoe heeft de raadsvrouw verwezen naar een arrest van dit hof d.d.
30 december 2016, gepubliceerd onder ECLI:NL:GHSHE:2016:5687, waarin het hof heeft geoordeeld dat behoedzaam dient te worden omgegaan met herkenningen en waaruit volgt dat een proces-verbaal van herkenning informatie moet bevatten over de kenmerken waaraan de verdachte is herkend. Daarvan is in deze zaak geen sprake, aldus de raadsvrouw.
Het hof overweegt als volgt.
Naar aanleiding van een uitzending van het televisieprogramma “Opsporing Verzocht” op 22 januari 2019, waarin camerabeelden zijn getoond van drie personen die zouden hebben betaald met vals geld, hebben de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zich bij de politie gemeld. Zij hebben bij de politie verklaard dat zij op de beelden staan en meerdere keren, steeds in dezelfde samenstelling van drie personen, bij verschillende filialen van [bedrijf] in de provincie Zeeland hebben betaald met valse bankbiljetten van € 50,00 terwijl zij wisten dat het vals geld betrof. [medeverdachte 2] heeft bij de politie verklaard dat de derde persoon [verdachte] heet. In zijn verhoor d.d. 26 januari 2019 verklaart [medeverdachte 1] dat de derde persoon een vriend van [medeverdachte 2] is; in zijn verklaring van 2 mei 2019 spreekt ook hij over [verdachte] .
De verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben de uitzending van Opsporing Verzocht, waarin de beelden van drie jongens die met vals geld zouden hebben betaald bij diverse filialen van [bedrijf] in Zeeland, bekeken en de verdachte op de beelden herkend; de verdachte is de jongen met de donkere jas met lichte binnenvoering in de kraag en het witte T-shirt.
Het hof acht de herkenningen van de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , die beiden de uitzending van Opsporing Verzocht hebben bekeken, zoals beschreven in een op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal, betrouwbaar en bezigt deze tot het bewijs. Naar het oordeel van het hof zijn de (stills van de) camerabeelden van voldoende kwaliteit om daarop een herkenning te kunnen baseren. Nu elk van de verbalisanten het eigen relaas op de eigen ambtsbelofte heeft opgemaakt, is sprake van twee afzonderlijke herkenningen. Er bestaat naar het oordeel van het hof geen aanleiding om van het gebruik van deze processen-verbaal als zelfstandige bewijsmiddelen af te zien. Het hof betrekt hierbij dat de verbalisanten voorafgaand aan hun afzonderlijke herkenningen als volgt met verdachte bekend waren. Verbalisant [verbalisant 2] is jeugdagent in [plaatsnaam] , waar de verdachte woonachtig is. Zij relateert dat zij veelvuldig contact heeft gehad met de verdachte. Tevens weet zij dat de verdachte enige tijd geleden ook is aangehouden in [plaatsnaam] voor het uitgeven van vals geld. Verbalisant [verbalisant 3] heeft voorheen gewerkt in het teamgebied van [streek] waaronder [plaatsnaam] . In dit werkgebied had zij regelmatig contact met de verdachte. De verdachte betrof een van de jongeren die regelmatig op straat aanwezig was. Vanaf mei 2018 is de verbalisant gaan werken in het basisteam [plaatsnaam] . Tijdens een van haar diensten in augustus werd er door collega's een jongen aangehouden in verband met het uitgeven van vals geld. Nadat deze jongen ingesloten was, is de verbalisant naar hem toegelopen. Dat was de verdachte. De verbalisant herkende hem toen direct van haar oude werkgebied. De verdachte herkende de verbalisant ook en vroeg of zij hem in contact kon brengen met de jeugdagent [verbalisant 2] . Hierna heeft de verdachte contact gehad met collega [verbalisant 2] . De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep deze eerdere aanhouding bevestigd.
In dit geval zijn naast de herkenningen van beide verbalisanten andere bewijsmiddelen in het dossier aanwezig die de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde kunnen ondersteunen. De door de raadsvrouw aangehaalde uitspraak van dit hof betrof een zaak waarin het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft gepleegd uitsluitend was gebaseerd op herkenningen door verbalisanten. Daarvan is in deze zaak, gelet op de verklaringen van de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , geen sprake.
De medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben ten aanzien van de camerabeelden die tijdens de politieverhoren aan hen zijn getoond inzake de filialen van [bedrijf] in de plaatsen Middelburg, Yerseke , Kamperland , Bruinisse, Domburg en Terneuzen verklaard dat daarop, naast henzelf, de persoon [verdachte] is te zien.
[medeverdachte 2] heeft voorts verklaard dat een vierde persoon, de bestuurder van de auto, aan hen gezamenlijk een biljet van € 50,00 liet zien waarvan hij vertelde dat dit vals was.
Ook [medeverdachte 1] heeft in die zin verklaard. De drie verdachten wisten dus op het moment van ontvangst van de bankbiljetten dat het ging om vals geld.
De bankbiljetten zijn in alle acht zaken in zeer korte tijd, te weten op 29 augustus 2018 (Middelburg en Yerseke ), 3 september 2018 ( Kamperland , Burgh-Haamstede, Zierikzee, Bruinisse en Domburg ) en 6 september 2018 (Terneuzen) in de provincie Zeeland uitgegeven. In de zaken Middelburg, Yerseke , Bruinisse, Domburg en Terneuzen is door middel van forensisch onderzoek vastgesteld dat is betaald met bankbiljetten met de nummers E01181075475 en/of E01181075484. In de zaak Burgh-Haamstede zijn ook valse bankbiljetten met die nummers aangetroffen en daarnaast een vals bankbiljet met het nummer P18253577917. In de zaak Zierikzee is eveneens een vals bankbiljet aangetroffen met laatstgenoemd nummer, naast twee valse bankbiljetten met het nummer E01181075475. Dit terwijl een geldig bankbiljet een eigen volgnummer heeft.
In de zaken Yerseke , Burgh-Haamstede, Zierikzee en Domburg is door middel van forensisch technisch onderzoek vastgesteld dat de bankbiljetten vals waren.
Weliswaar hebben de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] over de zaken Burgh-Haamstede en Zierikzee niet aan de hand van camerabeelden verklaard dat zij in die filialen vals geld hebben uitgegeven, maar er zijn in die filialen bankbiljetten met dezelfde nummers uitgegeven waarvan in forensisch technisch onderzoek is gebleken dat het vals geld betreft. Verder is in de aangifte van het filiaal Zierikzee beschreven dat er is betaald door drie verschillende manspersonen, 2 blanke en 1 getinte manspersoon. Er zijn daar op 3 september 2018 drie valse bankbiljetten van € 50,00 aangetroffen. Op diezelfde datum zijn ook drie valse bankbiljetten aangetroffen in de [bedrijf] te Burgh-Haamstede.
Het hof stelt met betrekking tot het voorgaande aan de hand van de zich in het dossier bevindende foto’s vast dat de verdachte en Henskes een blanke huidskleur hebben en dat [medeverdachte 2] een getinte huidskleur heeft.
Daarnaast stelt het hof vast dat de drie filialen van de [bedrijf] op 3 september 2018 zijn aangedaan op opeenvolgende tijdstippen, te weten Burg-Haamstede omstreeks 18:30 uur, Zierikzee omstreeks 19:15 uur en Bruinisse omstreeks 19:40 uur, waarbij de afgelegde route een logische is om daarna weer richting Noord-Brabant te rijden, alwaar de verdachte en zijn medeverdachten allen verblijvende en/of woonachtig waren (Rijen respectievelijk Breda).
Gelet op het bovengenoemde samenstel van feiten en omstandigheden concludeert het hof dat het de verdachte is geweest, die tezamen en in vereniging met de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , in de in de tenlastelegging vermelde periode en plaatsen telkens opzettelijk valse bankbiljetten heeft uitgegeven. Het hof acht het tenlastegelegde aldus wettig en overtuigend bewezen.
Het verweer wordt in al zijn onderdelen verworpen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk als echte en onvervalste bankbiljetten uitgeven van bankbiljetten waarvan de valsheid, hem, toen hij ze ontving, bekend was,
meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Namens de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat bij de straftoemeting rekening zal worden gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden, onder meer dat hij first offender is, en de omstandigheid dat de feiten inmiddels langer geleden zijn begaan. Verzocht is om de door de politierechter opgelegde straf te matigen.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten aanzien van de ernst van het feit betrekt het hof bij zijn oordeel dat men in het maatschappelijk en economisch verkeer erop moet kunnen vertrouwen dat geld echt en onvervalst is. Het in omloop brengen van vals geld brengt in het algemeen het vertrouwen in papiergeld en het monetaire verkeer schade toe en dupeert in het bijzonder de onwetende ontvanger. Kennelijk heeft verdachte hierbij niet stilgestaan en zijn eigen financiële gewin voorop gesteld.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof kennis genomen van de inhoud van het hem betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 7 april 2022, waaruit blijkt dat hij niet eerder onherroepelijk tot straf is veroordeeld. Voorts heeft het hof gelet op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. De verdachte is nog jong en was ten tijde van het bewezenverklaarde dakloos. Inmiddels heeft hij weer een woonruimte, dagbesteding en inkomen, zodat zijn persoonlijke omstandigheden in aanzienlijke mate zijn verbeterd.
Alles afwegende acht het hof een straf zoals die door de politierechter aan de verdachte is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd passend en geboden. Gelet op de ernst van het feit is een matiging, waarom de raadsvrouw heeft verzocht, niet aan de orde.
Vordering van de benadeelde partij [bedrijf] ( Yerseke )
De benadeelde partij [bedrijf] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot vergoeding van materiële schade ter hoogte van € 150,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en kosten van tenuitvoerlegging. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep volledig toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [bedrijf] als gevolg van het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. Door de verdachte en de medeverdachten zijn bij het filiaal van [bedrijf] te Yerseke drie valse bankbiljetten van € 50,00 uitgegeven, waardoor de schade € 150,00 bedraagt. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is, waartoe de verdachte hoofdelijk is verbonden met de medeverdachten. Genoemd bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de pleegdatum, te weten 29 augustus 2018, tot aan de dag der algehele voldoening, met een beslissing omtrent de kosten als hierna zal worden vermeld.
Schadevergoedingsmaatregel [bedrijf] ( Yerseke )
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof in rechte vastgesteld dat door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade aan het slachtoffer [bedrijf] is toegebracht tot een bedrag van € 150,00. De verdachte is daarvoor jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte hoofdelijk de maatregel tot schadevergoeding op te leggen ter hoogte van voormeld bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
29 augustus 2018 tot aan de dag der algehele voldoening
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [bedrijf] Kamperland
De benadeelde partij [bedrijf] Kamperland heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot vergoeding van € 525,00, bestaande uit € 150,00 aan materiële schade en € 375,00 aan buitengerechtelijke kosten. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 50,00 en voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd ter zake van het niet toegewezen gedeelte van de vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [bedrijf] Kamperland als gevolg van het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. Door de verdachte en de medeverdachten is bij dit filiaal van [bedrijf] één vals bankbiljet van € 50,00 uitgegeven, zodat de schade € 50,00 bedraagt. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is, waartoe de verdachte hoofdelijk is verbonden met de medeverdachten. Genoemd bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de pleegdatum, te weten 3 september 2018, tot aan de dag der algehele voldoening, met een beslissing omtrent de kosten als hierna zal worden vermeld.
Het hof is van oordeel dat de behandeling van de vordering voor het overige een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. Het overige gedeelte van de materiële schade en de buitengerechtelijke kosten, die hoger zijn dan het oorspronkelijke schadebedrag, behoeven een nadere onderbouwing. Het strafgeding leent zich echter niet om dit verder uit te diepen. Een belangrijk doel van de strafrechtspleging is immers dat zaken efficiënt en tijdig worden afgedaan. De vordering van de benadeelde partij kan daarom thans voor dat deel niet worden ontvangen. De benadeelde partij kan haar vordering voor dat gedeelte slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Schadevergoedingsmaatregel [bedrijf] Kamperland
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof in rechte vastgesteld dat door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade aan het slachtoffer [bedrijf] Kamperland is toegebracht tot een bedrag van € 50,00. De verdachte is daarvoor jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte hoofdelijk de maatregel tot schadevergoeding op te leggen ter hoogte van voormeld bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
3 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 47, 57 en 209 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.

Vordering van de benadeelde partij [bedrijf] ( Yerseke )

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [bedrijf] ter zake van het bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 150,00 (honderdvijftig euro) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [bedrijf] , ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 150,00 (honderdvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 3 (drie) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 29 augustus 2018.

Vordering van de benadeelde partij [bedrijf] Kamperland

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [bedrijf] Kamperland ter zake van het bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 50,00 (vijftig euro) ter zake van materiële schade,waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [bedrijf] Kamperland , ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 50,00 (vijftig euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 1 (één) dag. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 3 september 2018.
Aldus gewezen door:
mr. S. Taalman, voorzitter,
mr. J. Platschorre en mr. G.J. Schiffers, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.M. Vos en mr. A.M.M.F. van de Ven, griffiers,
en op 8 juli 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. S. Taalman, mr. G.J. Schiffers en de griffier, mr. A.M.M.F. van de Ven, zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.In de hierna volgende bewijsmiddelen wordt - tenzij anders vermeld - verwezen naar het proces-verbaal van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, District Zeeland, Districtsrecherche Zeeland, registratienummer PL2000-2019169399, gesloten op 5 september 2019 en op ambtsbelofte opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , met bijlagen, bestaande uit in wettige vorm opgemaakte processen-verbaal en/of geschriften, doorgenummerde dossierpagina's 1-264.
2.Dossierpagina’s 11-12.
3.Dossierpagina’s 25-28.
4.Dossierpagina’s 31-34.
5.Dossierpagina’s 71-74.
6.Dossierpagina’s 76-78.
7.Dossierpagina 147.
8.Dossierpagina 149.
9.Dossierpagina’s 170, 171 en 178.
10.Dossierpagina’s 150-152.
11.Dossierpagina’s 158-159.
12.Dossierpagina 163.
13.Dossierpagina’s 182-183.
14.Dossierpagina’s 158-159.
15.Dossierpagina’s 194-195.
16.Dossierpagina 200.
17.Dossierpagina’s 202-203.
18.Dossierpagina 208.
19.Dossierpagina’s 211-212.
20.Dossierpagina 213.
21.Dossierpagina’s 217-218.
22.Dossierpagina’s 242-244.
23.Dossierpagina’s 248-249.
24.Dossierpagina 253.
25.Dossierpagina 257.
26.Dossierpagina’s 258-259.
27.Dossierpagina 260.