ECLI:NL:GHSHE:2022:233
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis in strafzaak met ernstige bezwaren
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De verdachte is beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en betrokkenheid bij de grootschalige import van cocaïne, feiten die volgens de wettelijke omschrijving leiden tot een gevangenisstraf van 12 jaar of meer. Het hof oordeelt dat er voldoende ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan, en dat de rechtsorde ernstig is geschokt door de feiten waarvoor de verdachte wordt vervolgd.
De raadsman van de verdachte heeft betoogd dat de voorlopige hechtenis opgeheven moet worden, onder andere omdat er geen zicht is op een inhoudelijke behandeling van de zaak. Het hof heeft echter geoordeeld dat de ernst, omvang en gecompliceerdheid van de zaak maken dat de voorlopige hechtenis niet te lang voortduurt, ondanks het ontbreken van zicht op een inhoudelijke behandeling. Het hof heeft ook overwogen dat er gevaar voor herhaling bestaat, gezien de aard van de feiten.
Uiteindelijk heeft het hof het hoger beroep afgewezen en de beslissing van de rechtbank bevestigd, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. De uitspraak benadrukt de noodzaak om de voorlopige hechtenis te handhaven in het belang van de rechtsorde en de samenleving.