In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week en een maatregel tot beperking van de vrijheid, bestaande uit een gebiedsverbod en een locatieverbod, na wederrechtelijk binnendringen in een voor de openbare dienst bestemd lokaal. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd ten aanzien van de straf en de maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte is opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 week. Het hof overweegt dat de verdachte zich niet heeft gehouden aan een eerder opgelegd lokaalverbod, dat door de gemeente was uitgevaardigd. De verdediging voerde aan dat de verdachte handelde uit psychische overmacht, maar het hof oordeelde dat niet is aangetoond dat de verdachte onder een acute en onweerstaanbare druk handelde.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 63 en 139 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft de ernst van het bewezen feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte is strafbaar bevonden voor het bewezen verklaarde feit, en het hof heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week passend is.