5.1.Het hof begrijpt dat [appellant] in hoger beroep een groot aantal grieven aanvoert, (onder meer) vermeld in 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5, 5.7, 5.10, 5.12, 5.15, 5.17 en 5.19, 5.32.1, 5.32.2, 5.33.1, 5.33.2, 5.34, 6.1, 6.2 en 7 van de memorie van grieven. [appellant] heeft verder zijn oorspronkelijke eis gewijzigd. [appellant] heeft geconcludeerd tot het vernietigen van het bestreden vonnis/de bestreden vonnissen en tot het alsnog toewijzen van de volgende, in hoger beroep gewijzigde eis:
‘1. = Geïntimeerde te veroordelen om binnen 2 dagen na betekening van het hierbij gevraagde arrest aan appellant te betalen, zulks op grond van de mondelinge en/of schriftelijke overeenkomst van partijen, die een arbeidsovereenkomst moet betreffen:
a. = het salaris ad € 7.500,00 bruto per maand, te vermeerderen met de 8% vakantietoeslag en de overige emolumenten, zulks tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, met gelijktijdige afgifte van loonspecificaties en jaaropgaven;
b. = het vanaf mei 2020 verschuldigde, maar tot heden nooit betaalde salaris c.a., tot en met deze memorie van grieven 23 maanden betreffend en daarmee 23 x € 7.500,00 =
€ 172.500,00 + 8% vakantietoeslag ad € 13.800,00 = € 186.300,00 bruto of het netto equivalent daarvan, zijnde het achterstallige salaris en de achterstallige vakantietoeslag vanaf mei 2020 t/m maart 2022, deze bedragen te verhogen met de verschuldigde (maximale) wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de verschuldigde wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, laatstgenoemde rente telkens verschuldigd vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand van de loonbetalingsverplichting (cyclus rente over loon mei 2020 vanaf 01 juni 2020, enzovoorts), zulks telkens tot de dag der algehele voldoening;
2. = Geïntimeerde bij eiswijziging/vermeerdering te veroordelen om binnen 2 dagen na
betekening van het hierbij gevraagde arrest aan appellant te betalen:
- Factuur d.d. 08 juni 2020 inzake Cogens/ [naam 1] ad € 1.452,00;
- Factuur d.d. 08 juni 2020 inzake Cogens/ [naam 2] ad € 726,00;
- Factuur d.d. 09 juni 2020 inzake Cogens/ [naam 3] ad € 1.210,00;
- Factuur d.d. 14 juli 2020 inzake Cogens/ [naam 4] ad € 4.900,50;
Daarmee in totaal € 8.288,50 aan hoofdsommen, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten (conform de WIK) ad € 789,43 en de inmiddels verschuldigde en aangezegde/opgeëiste wettelijke handelsrente ex art. 6:119A BW, deze rente vanaf 24 mei 2021, althans 29 maart 2022 als datum van deze memorie van grieven tevens eiswijziging;
3. = De vorderingen van geïntimeerde in reconventie alsnog af te wijzen, zijnde deze
ongegrond en/of onbewezen dan wel in strijd met de wet;
4. = Geïntimeerde bij eiswijziging/vermeerdering te veroordelen om binnen 2 dagen na
betekening van het in deze gevraagde arrest aan appellant te betalen de daadwerkelijke
advocaat- en proceskosten voor de procedure in eerste aanleg en voor de onderhavige
procedure (in conventie en reconventie), zulks mede vanwege het vervallen van het
toevoegingsrecht van appellant, alsmede vanwege het gemotiveerd aangetoonde oneigenlijk gebruik en misbruik van recht door geïntimeerde en de bij haar betrokken advocaten en bestuurders/beleidsbepalers, waartoe appellant een voorschot gelijk aan 21 uren van advocaat [persoon B] en 35 uren van advocaat [persoon C] tegen een gematigd tarief ad €175,00 te vermeerderen met 6% kantoorkosten en 21% BTW = € 12.569,48 vordert, daarbij de betrokken advocaten annex bestuurders annex beleidsbepalers [persoon A] , [persoon D] en [persoon E ] van de geliquideerde CaCo Dienstverlening BV (voorheen: Call Cogens BV) hoofdelijk te veroordelen in dit voorschot van de proceskosten.
5. = Geïntimeerde te veroordelen in de volledige overige/verdergaande kosten van deze
procedure, waaronder het salaris en honorarium van de gemachtigden en/of advocaten,
alsmede de forfaitaire na-kosten daaronder begrepen.’