15.1Deze koopovereenkomst kan door koper worden ontbonden indien
uiterlijk: a. op04-01-2019koper voor de financiering (…) voor een bedrag
van€ 419.000,-(…) geen bindend aanbod tot een hypothecaire geldlening
(…) heeft verkregen. (…)”
In overleg met [geintimeerde 2] heeft [appellant] zijn eenmanszaak die toen een negatief eigen vermogen had, per 1 december 2018 opgeheven en uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel.
Bij email van 12 december 2018 heeft [geintimeerde 2] aan [appellant] geschreven:
“(…) Bijgaand tref je het rentevoorstel aan ter ondertekening en
retournering (ik hoef alleen de pagina's 1/8 en de laatste pagina retour).
Trek jullie even niets aan van de pagina's drie en vier, het rentevoorstel wordt volledig geautomatiseerd vervaardigd. Achteraf laat ik de niet benodigde stukken schrappen, ik heb van jullie alles compleet en geen stukken meer nodig. (... )”
Het op 12 december 2018 gedateerde stuk
“Hypotheek uitgangspunten”dat ter ondertekening aan [appellant] is toegestuurd, vermeldt:
- op pagina 1:
“(…)Wat zijn Hypotheek uitgangspunten?
In deze 'Hypotheek uitgangspunten' vindt u alle informatie over de
hypotheek die u samen met uw adviseur, [X Assurantien]
B.V., [vestigingsplaats] besproken hebt (…)
Verder leest u welke documenten en gegevens we nog van u nodig hebben
om te beoordelen of wij een offerte zullen maken.
Wat is dit niet?
Dit is geen offerte. Het is ook geen garantie dat we u het geld lenen.
(…)”
- op de pagina’s 3 en 4:
“Wat moet u doen voor de offerte?
(…) Om een offerte te maken, hebben we de volgende stukken uiterlijk 12 februari 2019 van u nodig:
(…)
• Recente salarisstrook: Loondienst tijdelijk met intentie
Betreffende aanvrager: [appellant 1]
• Werkgeversverklaring(en) (conform NHG model): Loondienst tijdelijk met intentie
Betreffende aanvrager: [appellant 1]
• Jaaropgave (…)
Betreffende aanvrager: [appellant 1]
(…)
• Recente salarisstrook: Loondienst tijdelijk met intentie
Betreffende aanvrager: [appellant 1]
• Werkgeversverklaring(en) (conform NHG model): Loondienst tijdelijk met intentie
Betreffende aanvrager: [appellant 1]
• Jaaropgave (…)
Betreffende aanvrager: [appellant 1]
(…)”
- op pagina 7:
“Ondertekenen
Met uw handtekening onder deze Hypotheek uitgangspunten:
(…)
• Geeft u aan dat u een offerte wilt.
• Geeft u ons toestemming om:
• uw BKR-gegevens op te vragen.
• uw dienstverband en inkomen te controleren.
• registers ter voorkoming van fraude te raadplegen,
• Zegt u dat de gegevens die we van u hebben en nog gaan krijgen. kloppen en volledig zijn.
(…)
Ondertekening
U verklaart met het ondertekenen van deze Hypotheek uitgangspunten (…) dat u deze Hypotheek uitgangspunten met bijlage(n) in zijn geheel heeft ontvangen, gelezen en begrepen.”
[appellant] heeft dit 7 pagina’s tellende stuk op 12 december 2018 ondertekend en retour gestuurd.
De bij dit stuk gevoegde voorbeeld-offerte vermeldt op pagina 3:
“Controleer deze gegevens
Om deze gegevens te controleren kunt u deze vergelijken met uw
salarisstrook of de jaaropgaven die u jaarlijks van uw werkgever ontvangt.
Aanvrager: De heer [appellant 1]
(…)
• Type: Loondienst tijdelijk met intentie
• Bruto jaarsalaris: € 48.104,00
• Totaal bruto per jaar: € 48.104,00
• Type: Loondienst tijdelijk met intentie
• Bruto jaarsalaris: € 9 .600,00
• Vakantiegeld: € 768,00
• Totaal bruto per jaar: € 10.368,00 (... )”
i. Nadat (de makelaar van) verkoper [persoon AB] medio december bij [appellant] nog had geïnformeerd naar de status van de financiering, heeft [appellant] daarover meermalen contact gehad met [geintimeerde 2] . Zelfs kort voor 4 januari 2019 hebben [appellant] en [geintimeerde 2] nog gesproken over het in artikel 11.2 van de koopovereenkomst opgenomen financieringsvoorbehoud. Nadat [geintimeerde 2] bij WhattsApp-bericht aan [appellant] had bevestigd:
“(…)
we gaan niet ontbinden. Deze missie wordt tot een goed einde gebracht.”
heeft [appellant] dat financieringsvoorbehoud tegenover verkoper [persoon AB] uiteindelijk niet ingeroepen. Bij email van 7 januari 2019 heeft [geintimeerde 2] ook nog eens aan [appellant] geschreven te:
“(…)
bevestigen dat geen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om de
koopovereenkomst van [adres] te [plaats] te ontbinden.”
Bij email van 10 januari 2019 heeft de hypotheekgever aan [appellant] geschreven
:
“(...) Op dit moment beoordelen wij uw aanvraag voor een hypothecaire
geldlening voor de aankoop van de woning [adres] te [plaats] .
De aanvraag is door de heer [geintimeerde 2] , uw financieel adviseur, ingediend
(…)
Wij onderzoeken de juistheid van de overlegde documenten.
In de bijlage treft u een werkgeversverklaring aan van een dienstverband bij
[Y Beheer ] BV.
- Bent u bekend met deze werkgeversverklaring?
- Is deze werkgeversverklaring door u ingeleverd bij uw financieel adviseur,
de heer [geintimeerde 2] ?
- Bent u op dit moment nog steeds werkzaam bij [Y Beheer ] B.V., op de
manier zoals in de bijgesloten werkgeversverklaring vermeld? (... )”
De als bijlage bijgevoegde werkgeversverklaring is gedateerd op 6 december 2018 en door [geintimeerde 3] namens [Y Beheer ] ondertekend en vermeldt onder meer dat [appellant] sinds 1 september 2018 voor onbepaalde tijd in vaste dienst is bij [Y Beheer ] als project adviseur tegen een bruto jaarsalaris van € 9.600,-- met € 768,-- aan vakantiegeld.
In reactie op die van de hypotheekgever ontvangen brief met werkgeversverklaring heeft [appellant] op 10 januari 2019 aan [geintimeerde 2] gemaild:
“(…)
Ik kreeg deze vraag. Dit heb ik niet naar jou gestuurd, dat kan toch niet!
Graag even een reactie.”
Op 22 januari 2019 heeft [geintimeerde 2] een schriftelijke arbeidsovereenkomst opgesteld en deze eenzijdig namens [Y Beheer ] ondertekende arbeidsovereenkomst aan [appellant] toegestuurd met het verzoek om deze te ondertekenen. Deze schriftelijke arbeidsovereenkomst vermeldt:
“(…)
ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ONBEPAALDE TIJD
De ondergetekenden:
1. [Y Beheer ] (…), hierna te noemen: werkgever
en
2. [appellant 1] (…), hierna te noemen: werknemer,
Verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
(…) Werknemer treedt met ingang van 01-09-2018 bij werkgever in dienst in
de functie van Toezichthouder bouwprojecten. (…)
(…) De dienstbetrekking is aangegaan voor onbepaalde tijd. (…)
Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend te
[plaats] op 19 augustus 2018.”
[appellant] heeft deze schriftelijke arbeidsovereenkomst vervolgens (mee)ondertekend.
Na aan haar gebleken frauduleuze handelingen heeft [X Assurantien] de adviseursovereenkomst met [geintimeerde 2] in of omstreeks januari 2019 ontbonden.
Bij email van 8 februari 2019 heeft de hypotheekgever aan [appellant] geschreven:
“(…) dat de hypotheekaanvraag is afgewezen.
Wij hebben uw bemiddelaar, [X Assurantien] BV,
hierover reeds eerder geïnformeerd.
De redenen van negatief advies vanuit onze afdeling zijn onder andere:
- Recent nieuw dienstverband bij [Y Beheer ] BV, waarbij bestendigheid
en structurele geaardheid niet is vast te stellen.
- Er vinden geen reguliere salarisbetalingen plaats vanuit [Y Beheer ]
BV.
- De werkgeversverklaring van [Y Beheer ] BV is ondertekend door [geintimeerde 3]
. De heer [geintimeerde 3] verleent geen medewerking aan ons onderzoek.
- De werkgeversverklaring van [Y Beheer ] BV is opgesteld door [geintimeerde 2] .
- De heer [geintimeerde 2] verleent zeer matig tot geen medewerking aan ons onderzoek.
- Uw dienstverband bij [Consultance] BV is op dit moment
nog van tijdelijke aard.”
Bij brief van 15 februari 2019 is namens verkoper [persoon AB] aan [appellant] geschreven:
“(…)
Leveringsdatum
In artikel 3 van de koopovereenkomst staat vermeld dat als datum van
levering 18-02-2019 is overeengekomen. U [hof: heeft] mij laten weten dat u
de benodigde financiering voor de aankoop van de woning niet rond gaat
krijgen.
(…)
Door u verschuldigde boete
Als de hiervoor bedoelde termijn van acht dagen verloopt zonder dat de akte
van levering is ondertekend, dan is artikel 11 van toepassing. Dit artikel
bepaalt in lid 2 dat door u een boete verschuldigd bent van € 41.900.
Die boete zal door de notaris onder andere worden voldaan middels het
inroepen van de bankgarantie van € 35.000 en u bent gehouden hierop uit
eigen middelen € 6.900 aan te vullen. (…)”
De boete van € 41.900,-- is inmiddels aan verkoper [persoon AB] betaald.
Bij vonnis van 5 februari 2020 in zaak C/03/267821/HA ZA 19-426 heeft de rechtbank [appellant] op vordering van Amtrust International Underwriters DAC kort gezegd wegens de gedane (door verkoper [persoon AB] ingeroepen) garantstelling van € 35.000,-- hoofdelijk veroordeeld tot betaling van:
a. € 36.443,15, met wettelijke rente;
b. de op € 3.788,40 begrote proceskosten, met nakosten en wettelijke rente.
Bij de tenuitvoerlegging hiervan heeft de deurwaarder bij brief van 26 maart 2020 (de advocaat van) [appellant] aangeschreven voor een hoofdsom van € 42.304,47 inclusief kosten en rente, die [appellant] heeft betaald.
Vorderingen in dit geding