ECLI:NL:GHSHE:2022:2143

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 juni 2022
Publicatiedatum
1 juli 2022
Zaaknummer
20-002905-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in opzetwitwassen zaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 juni 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant was veroordeeld voor opzetwitwassen. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, en had een schadevergoeding van € 10.180 toegewezen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met wettelijke rente. De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.

Tijdens de behandeling van het hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat de verdachte geen schriftelijke grieven heeft ingediend en ook geen mondelinge bezwaren heeft geuit tegen het vonnis van de politierechter. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaart in het hoger beroep, omdat er geen grieven zijn ingediend. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Het hof heeft in zijn beslissing benadrukt dat het niet van oordeel is dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden, gezien het ontbreken van grieven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. G.J. Schiffers als voorzitter, en de andere raadsheren mr. A.J.M. van Gink en mr. A.C. Bosch. De griffier mr. J.E. van Dijk was ook aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002905-20
Uitspraak : 30 juni 2022
VERSTEK (dnip)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 17 november 2020, in de strafzaak met parketnummer 02-180265-20 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
wonende te [woonadres]
Hoger beroep
De politierechter heeft de verdachte bij vonnis waarvan beroep ter zake van opzetwitwassen veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis. Voorts is de vordering van de benadeelde partij integraal toegewezen ad € 10.180, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep wegens het ontbreken van grieven.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat het door verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling (of via een gemachtigd advocaat) bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven en het hof niet van oordeel is dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden. Daarom zal het hof toepassing geven aan het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering en het ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

Het hof:
verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. G.J. Schiffers, voorzitter,
mr. A.J.M. van Gink en mr. A.C. Bosch, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.E. van Dijk, griffier,
en op 30 juni 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. A.J.M. van Gink is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.